(transcriptie door J.D. Lettink)
Memorie van aangifte voor het regt van successie wegens de nalatenschap van Evert Hakken, overleden te Hengelo den 20 februarij 1866.
De ondergeteekende Hendrica Gerbscheid landbouw doende weduwe Evert Hakken zoo voor zich en als moeder en wettige voogdes over hare vijf uit dat huwelijk verwekte nog minderjarige kinderen Garrit Hendrik; Gerritjen; Bernardus; Evert Jan en Hendrica Hakken ter zake dezer aangifte woonplaats kiezende ten kantore van den gemeenteontvanger te Hengelo.
Verklare:
dat op den 20 februarij 1866 ter zijner woonstede onder Hengelo is overleden Evert Hakken tot zijne eenige erfgenamen bij versterf nalatende zijne vijf kinderen de hierboven genoemde minderjarigen ieder voor 1/5 aandeel.
Dat tot de nalatenschap van dien erflater behooren de onverdeelde helft der navolgende vaste goederen te weten:
Een daghuurdersplaatsjen gelegen onder Hengelo, en gekadastreerd in sectie F nos. 279, 280, 341, 343, 708, 895, 897 en 898 tezamen volgens hetzelve groot 3 bunder 31 roeden 65 ellen.
Dat de overledene geene goederen als bezwaarde ergenaam of in vruchtgebruik bezat en door zijn overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen.
Eindelijk, dat door niemand dan door de aangevers iets uit de nalatenschap van voornoemden erflater wordt geërfd of verkregen.
Gedaan en geteekend te Hengelo den 14 mei ‘66
X handmerk van Hendrica Gerbscheid door haar voor naamteekening gesteld in tegenwoordigheid van mij
[w.g.]
A.J.T.Kobus
H. Hoekert