kaart 20A5
1612 'Tanckincks land'
1576: ‘Berndtt Tanckinck’/ ‘Tanckinck’/ ‘Enell to Nienhauss ein stuck utt Tanckinck’/ ‘Tanckinckamp’
1612: ‘Tanckinck 9-0’
1616: ‘Tanckinck 9-0’
1629: ’17-8-0 Tanckinck met alle parceelen soo daer uit verpacht sijn 16-15’
1650: ‘Tanckinck, Goosen Hoetinck (eigenaar), Jan (bouwman) 127-14-4’
‘Huysplatse, burgemeester Hoetinck (eigenaar), Jan op den Tanckinckpas (pachter) 6-0-0’
1656: ‘Hendrik op Geltink genaamt Tiller heeft in den Rodentoorns hof een schepelsaat met Tankinks Aekermaatje 0-14-0’
‘Tankink, burgem. Goosen Huetinks erfgenamen 27-2-4’
‘Jan op den Tankinkpas van Huijsken en Haefken (Jan Pas) 1-1-0’
‘Jan op Tanckinck pass, Jenneken sijn huesfre:’
‘Jan op Tanckinck, Stijne sijn huesfre:, die knecht Garrit gnt: ‘
‘de weedewe van Gart Tankink, Hendrik Ian Tankijnk’
vermeldingen vanaf 1553
‘Den 7. Aug. 1621… Goossen Huetink klaagden dat sijn bouman op Tankink plaggen gemeijt die welke Henrik Eggink opgevoert, daar an glte. Eggink te veele gedaan, versogte daar in te versien na markenregte.
Henrik Eggink sagte in roulijke possessie te wesen van die plaatse daar die plaggen gemaeijt werden, versogte in sijn wolerbragte possessie niet te turberen.
Huetink versogte daar van openbaar inspectie te nemen, ende daar toe uijt U E. midden eenige te authoriseren.
Eggink versogte insgelijken, bewilligden beijde partijen wat die Gecommitteerden uijtspreken worden, daar met te willen bevredigt wesen.
Om te besigtigen sijn gecommitteert die MarkenRn. nevens Henrik Wassink, Fredrik Besselink en Berent Roessink.’
Bouwvergunningen. Bron ECAL.
1973 Bron ECAL.