Kaart 16A3 uit het Veldnamenboek.
1576: ‘Bluminckamp ii g:’
‘Geertt op Blueminckamp j g:’
‘Peter op Blueminckamp j g:’
1612: ‘2-10 st: Blomincks kamp 0-10’
1616: ‘Blomincks camp 2-0’
1629: ‘2-12-0 Bloeminx kamp 2-5-‘
‘Idem van Bloeminck ende Smeinx camp -7-‘
‘Bloeminx kamp -7-‘
1650: ‘Bloemincks Camp, Berent Gootinck met suster en broederen (eigenaar), Engelbert (bouwman) 70-18-7’
‘Bloeminck Camp, stucke landts uyt, Jurriens Jacobs (eigenaar), 13-6-0 (gulden-stuiver-penning)’
1656: ‘Blueminks Camp, Derk Gotink 12-8-4’
‘Jurrien Jacobs Cuijper, uijt den Blueminks Camp 2-6-4’
‘Harmen Eggink uijt den Blueminks Camp’
‘Engelbert opten Bloemincks camp, Fenneken sijn huesfre:, sijn voerdochter Trijntgen out 15 jaeren’
In 1743 staan er 3 namen onder elkaar vermeld: 'Derk Bluemink, Willem Bluemink en Swier Bluemink'. Achter alle drie namen staat een accolade, maar niet hoe groot de stem van de boerderijen was in die tijd.
(opmerking: met 'Swier Bluemink' wordt het tegenwoordige 'Klein Bleumink' bedoeld)
Bouwvergunningen. Bron ECAL.
1935 'Vervangen boerderij':
Bron ECAL.
1996 'Veranderen boerderij':
Bron ECAL.