Sletterinkdijk 2, Sletterink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen:

     

    (transcriptie door J.D. Lettink en S. Postma)


    ECAL
    Toegangsnummer:          3021
    Inventarisnummer:          860

    Den 23 september 1684
    Coram Ad[am] Cremer, r[i]cht[e]r
    Coergenoten Hendrick Hiddinck en Theod[oru] Overstegen en Jan Ensinck

    Erschenen Gerret bouman op Sletterinck ende neemt an nae voorgaende citatie an Aeltjen Hendricks tegens anstende Paeschen 1685 wegens verdient arbeitsloon onder parate en reële executie te betalen een somma van ses g[u]l[den] 15 st[uive]r neffens een hemt en een paer schoenen, afslach streckende soodaene 19 st[uive]r als daerop alrede sijn betaelt una cum expensis en heeft daerop gestipuleert als rechtens.

    ---------------

    Den 27 september 1684
    Coram Ad[am] Cremer, richter
    Coergenoten Berent Bercken en Joost Drosten

    Erschenen Dersken Wesselinck wed[uwe] Berent te Elschot geassisteert met Theo[orus] Overstege haeren in desen gerichtelijcken gecoren en toegelaten momboir en heeft in dien beste en bestendichste forme rechtens geconstitueer[d] volmacht gemaect gelijck sij is doende bij desen dr. Engelen om alle constituanten saecken tam active quam passive te vertreden ende te verwalten coram quibius et con quoscun..? specialijck tegens Gerret op Sletterinck cum poctestate substituendi revocando et clausulis ratihabitionis ac indemnitatis etc.

    ---------------

    Den 8 oktober 1684
    Coram Ad[am] Cremer r[i]cht[e]r
    Coergenoten Hendrick Hiddinck en Aelbert Weninck

    Erschenen dr. Engelen volm[agtige]r van Dercksken Wesselincks wed[uwe] van wijlen Berent te Elschot en dede met kennisse ende consent van desen edelen gerichte omni meliori modo ac forma landts[recht] peindonge an die gerede goederen en effecten van Gerret Sletterinck als man en momboir sijner huijsvrouwe Jutte genaemt sulcx om te hebben voldoeninge volgens afreeckenonge met die pandteischerse in den jaere 1678 op den 18 december gehouden wegens achterstendige pacht van die Camerschoppe een steedjen in Ruerlo soo sijn huijsvrouwe Jutte met Jan Hellen voor elff d[ae]l[de]r pacht gehadt hebben, van noch acht d[aa]l[de]r negen st[uive]r in den jaere 1679 op Paeschen verschenen alles salvo calculo en ter goeder reeckenonge; pandteisersche peindet mede voor allen costen en schaede met recht, met versoeck van insinuatie en relatie ut moris ac stijli.


     

    Onmin over een put en schoorsteen (uit 'Schatten uit het Historisch Verleden van Hengelo, door Marian Kruijt  Boekenlijst )

    ECAL 3021 - 880

    Hengelo, den 15. Julij 1751

    'Brief aan de heer A. Exalto d’Almaras, rigter des Rigterampts Hengelo, gerigtsluijden Gerrit Kreijen en Bernardus Maelderink.

    WelEdele Gestrenge Heeren,

    Geeft met schuldig respect te kennen Dor. Paul Reinier van Vinceler van Lamzweerde, in qualiteit als volmagtiger van de heer P.C. Baercken kragt volmagt op den 16. Martii 1751 voor den gerigte des Rigterampts van Doesborg gepasseert […] Hoe dat sijnen heer principael 238 op den 29. Julii 1740 met Arent, den bouwman op Sletterink, een afrekeninge gemaekt hebbende, over eenige door dien bouwman nog te betalene schulden. Daerbij tussen dien bouwman en (sijn) heer principael is getroffen een accoord waerbij dien bouwman Arent onder anderen mede heeft aengenomen, om in dat selve jaer 1740 op sijn eigen kosten een put, en in de tijd van drie jaeren daerna een schoorsteen op het goed Sletterink te setten, waertoe door (sijn) heer principael het hout soude gelevert worden. Luit 239 dat accoord, ’t welke door Arent op Sletterink niet is ondertekend, egter door denselven onder eede niet sal durven ontkend worden, en ook (sijn) heer principael ten allen tijde met eede praesenteert te bekragtigen'. Ondertussen heeft Arent op Sletterink niets gedaan om het gemaakte akkoord uit te voeren, ondanks herhaaldelijke gerechtelijke aanmaningen. Daarom wordt hij geacht op de eerste gerechtsdag die na de vakantie zal worden gehouden, nl. op 5 oktober a.s., te verschijnen om uitleg te geven waarom hij zich schuldig maakt aan het niet nakomen van een gemaakte afspraak. Dit verzoek wordt ondersteund door een aantal kopieën en aan hem overhandigd door de gerechtsbode Derk Wassink, op de 16e juli 1751.

    Was getekend, P.R.V. van Lamzweerde.

    238 opdrachtgever 
    239 volgens 


     

    sletterink dunsborg gr 01 07 1891

    1891 Bron Graafschapbode. 

     

    GB 07 07 1894 Sletterink

    1894 Bron Graafschapbode.

     

    sletterink dunsborg gr 01 07 1891

    1923 Uit collectie fam. ten Bokkel. Kopie I. Kroesen-Engelen.

     

     

    behorend bij Sletterink

    1923 Uit collectie fam. Ten Bokkel. Kopie I. Kroesen-Engelen. 

     

Laatst aangepast op zondag 01 november 2020 23:24