Kaart 15A6 uit het Veldnamenboek.
1576: ‘Lutteke Roessinck iii oortt’
1612: ‘Kleijne Roessinck 3 — 10’
1616: ‘Cleijne Rossinck 3─10’
1629: ‘6─8─8 Cleijne Roessinck 4─10─’
1650: ‘Kleijne Roessinck, Gossen Hoetinck en andere erffgenaemen (eigenaar), Evert (bouwman) 82-9-1'
1656: ‘Nog van 't molder onder Kleijn Roessink 1 - 9 – 4’
‘Goossen Huetinks lant op den Varsseler Enk, voormaals uijt Haijkink en wort onder Kleijn Roessink gebouwt 1 -10 – 4’
‘Cleijn Roessink Goossen Huetink en Consorten 14 - 8 – 4’
‘Evert op Kleine Ruesinck, Fenne sijn huesfre:, Die knecht Berendt’
‘Teuns Kleijne Roesink, Gart Kleij Roesink’
1631: ‘Die bouwvrouw op Tioickinck claecht dat die op Cleijne Roessinck hem groten schaede hadden gedaen met haer verckens ende als sij die hadden geschut waeren die op Cleijne Roessingh gekoomen ende haer die met gewelt weder genaemen ende haer deerlick geslagen. 1806: ‘De Heer Muller zich bij Markenrigters aangegeven hebbende, genegen te zijn een hoek veldgrond tegen betaling van de gemeente bij het erve Klein Roessink aan te graven, hebben Markenrigters en Gecommitteerden dit in ogenschijn genomen en bevonden dat dit een hoek groengrond was gaande langs de veldkamp van het erve Groot Roessink, dat het wanneer het consent van de twee naastgewaarde geërfden, dat principaal Groot Roessink is, kan worden uitgebragt dit door de mark wel zou kunnen worden geaccordeert. Het welk in omvrage gebragt en daar over gedelibereerd zijnde, wordt het verzochtte aan den Heer Muller geaccordeert mits het consent van de naastgewaarde Geërfden daartoe uitbrengende. ‘ |
1830: ‘Dan nog heeft de heer Muller zich beklaagd dat de weg zoo als die op den Roessinkbrink was uitgebragt, het schaapschot van Klein Roessink in den weg zoude vallen en aan zijne zijde benadeeld was. Is de landmeter Mellink verzocht dit nader op te nemen en na belanghebbende gehoord te hebben deze zaak in der minne te schikken.’
Bouwvergunningen. Bron ECAL.
1965 'Veranderen woning':
Bron ECAL.