(transcripties door Sikke Postma) 

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   859 (17-18)

Op den 19 9ber [november] 1677
Coram A. Cremer, richter
Coernoten Henrick Hiddinc en Philips van Hessen

Erschenen Bartelt Speulman en neemt aen te betalen een somma van vijff en twintich Caroli gulden tegens aenstaende kersdach 1677 aen Antoni Christiaens off sijn erf[genamen] wegens waere en wettelijcke schult onder poene van parate en reele executie. 

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   860 (73)

Den 10 meert 1685
Coram Ad. Cremer, richter
Coernoten Henric Hiddinc en Willem Aelberts

Erschenen Bartelt Speulman en bekande wegens gelevert gras en beeste weiden an Jan ter Stege schuldigh te wesen die somma van vijftijn gulden tijn stuiver belovende dieselve tegen anstaende sint Jacob onfeilbaerlijck te sullen betalen.

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   860 (79)

Den 23 april 1685
Coram Ad. Cremer, richter
Coergenoten Hendrick Hiddinck en Theod. Overstege

Die weduwe van wijlen de secretaris Willem Wentholdt voorts de secretaris burgemeester Arnoldt Wentholdt doet omni meliori modo nae landtrechte peinden op en aen 40e aenparten van soodanige coops penningen int geheel ter somma van 480 gulden als Lambert wegens den gecoften Speulmanshoff an Bartelt op Speulman en desselfs swager [niet ingevuld] verschult is, en sulcx om daer uijt te erlangen betalonge van seven en sestigh gulden 1 stuiver en aftreckende nochtans alle bewijselijcke betalonge, heercomende wegens vervlotene pacht van seeckere weijde die Mathe geheten in desen kerspel van Hengelo gelegen, van den jaere 1671 tot 1677 incluijs afgetrocken sijnde nochtans een jaer volgens placaet voor die fransche jaeren, peindet mede voor alle costen en schade met rechte, pro ut moris juris ac stijli.

Relateert den gerightdienaer Hendric Hiddinck hier van die wete in manieren als versocht an Bartelt Speulman geinsinueert te hebben.

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   680 (81)

Den 29 junij 1685
Coram Ad. Cremer, richter
Coergenoten Hendrick Hiddinck en Theodorus Overstege

Erschenen monsr. Coenraet van Juijghen en versochte omni meliori modo landtrechtens verbodt op die penningen van Bartelt Speulman onder Lambert op Speulmanshoff berustende, ten fine om daer uijt te erlangen betalonge wegens die enige jaeren schepeltijnde, als oock enige interesse van een capitael soe die armen van Doetinckhem uijt gemelten hoff hebben te eischen, welck versoeck door den gerightsdienaer op heden is geinsinueert.

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   680 (117-118)

Den 5 julij 1686
Eodem coram Ad. Cremer, richter
Coergenoten Derck Wonninck en Swaevinck

Erschenen Wessel Lenderinck, de rato caverende voor sijn huijsvrouwe Cathrina Geerlighs, Bartelt Boesen en Engele Lenderincks eheluijden, voorts Greetjen Lenderinck, geassisteert met haere soonen Willem ende Jan N, ende bekanden in die beste en bestendighste forma reghtens geconstitueert ende volmaghtig gemaect te hebben, als sij doen bij desen, Theod. Helleman, om uijt haer comparanten naeme voor den Hoogen Edelen Landtgerichte tot Zutphen nae costume locael te cedieren, transporteren en op te dragen an Lambert Janssen en sijn huijsvrouwe Houge Berendts een seecker hoffstede Speelmanshoff genaemt, zijnde huijs en hoffkampken en een weijdtjen gelegen in desen kerspel van Hengelo, bourschap Dunsborgh gelegen, en dat voor vrij en allodiael goedt met alle oude en nieuwe gerechtigheden, daer in generaliter en specialiter te doen en laten geschieden als der saken noodruft sal comen te vereischen, cum rati et indemnitatis promissione caterisque clausulis solitis ac consuetis. S.A.L.

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   641 (281)

[In de marge:]
50 penning betaalt

Op den 9^e meert 1687
Coram Johan van Essen, pro tempore stadholder
Gerichtluijden Hendrick van Essen, landtschrijver ende Jan Knippenborgh

Erschenen Theodorus Helman in qualiteit als volmachtiger van Wessel Lenderinck, Bettelt Bousen ende Engele Lenderincks eheluijden, voorts Grie[t]jen Lenderinck geassisteert met haer soons Willem  ende Jan, alles luijt volmacht voor Adam Cremer, richter tot Hengelo, op den 5^e julij 1686 onder desselfs handt gepasseert, in judicio gesien ende gelesen ende becande in sijne qualiteijt wegens sijne principalen voor eene summa van penningen haer ten genoegen voldaen ende betaelt, vercoft, gecedeert ende getransporteert toe hebben, doende sulx bij desen, an Lambert Jansen, sijn huijsfrouw ende erven, seecker hoffstede Spoelmans hoff genaamt, sijnde huijs, hoff ende kempken met een weijdeken, samentlijck in desen landtdrosten ampte, carspel Hengelo gelegen. Sulx voor vrij allodiael ende onbeswaert goet met alle des selfs ap- ende dependentien, oude ende nuwe recht ende gerechtigheden. Ende heeft dienvolgens transportant q.p. hier op vertegen als rechtens ende becant wegens sijne principalen geen recht noch aenspracke meer daer aen te hebben noch te beholden, maer dat den voornoemde cooper sijn huijsfrouw ende erven wederom daer aen geerft ende gerechtigt sullen sijn ende blijven. Gelaevende dese coop te willen staen, wachten ende waeren als landtrechtens, stellende voor alle naemaeninge sijner principaelen persoonen ende goederen om in van van noot sigh daer aen te connen ende mogen verhaelen. S.A.L.

ECAL
Toegangsnummer          : 3021
Inventarisnummer         :   863 (36)

Op den 4 en 5 7br [september] 1726
Coram Aaron Exalto d’Almaras, rigter
Gerigtsluijden Hendrik Hesselink op ’t Winkel en Willem Gerritsen op Sijbelink

Compareerde Derk Wentink op Speulmans Hoff, weduwnaar van wijlen Jantjen Lammerts, te kennen gevende hoedat, na voorgaande verkregen dispensatie van ’t Hoff provintiaal, voornemens is wederom te trouwen met sijn nigte Megtelt Gotink, weshalven versogte over sijn twe onmundige kinderen, met namen Derk en Lammert, in egte bij voornoemde wijlen Jantjen Lammerts geteelt, een paar onpartijdige mombaren, die het welvaren van voornoemde kinderen komen te besorgen, etc.

Het gerigte stelt tot mombaars Lammert op Grote Lenderink en Hendrik op Cleijn Lenderink, welke in judicio present, haar comstige mombaarschap hebben aangenomen en die verburget met haare personen en goederen als regtens, en hebben hierop gestipuleert.

 LEES OOK:

 Pdf 1726 Inventarislijst op 'Speulmans huijs en hoff'   (transcriptie Sikke Postma)

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   863 (40)

Eodem die [5 september 1726]

Compareerde Derk Wentink, weduwnaar van wijlen Jantjen Lammerts, op Speulmanshoff, bruijdegomb, ter eenre, en Megtelt Gotink, geassisteert namens haar vader Jan Gotink met haar broer Henrik Gotink, bruijdt, ter andere zijde, en hebben een wettig houwlijk beraamt op volgende wijse:

Eerstelijk brengt die bruijdegomb tot stuur deses houwelijks mede all hetgene voor tegenswoordig is hebbende, en wat bij maaggescheij op heden is verbleven, en wat hem verder anerven of ansterven sal.

Waartegens brengt die bruijdt al hetgene sij door spaarsaamheijt heeft overwonnen, en wat haar verder ansterven of anerven sal.

Tredende compstige eheluijden in gemeenschap van goederen.

Eijndelijk beloven en verspreken sig eheluijden resiproque over en weer tot weer trouwens toe en verder niet, die tugt van de eerst overledens gerede en ongereede goederen, gene van dien uijtgesondert, en hebben hier op gestipuleert als regtens.

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   870 (37)

Op den 23^e november 1735
Coram Aaron Exalto d’Almaras, righter
Gerigtsluijden dr. Theodorus Marcus Exalto d’Almaras en Th. H. A. Exalto d’Almaras

Compareerde Derk Speulman, ruijter in ’t regement van de hr. bregadier Haersholte en meerderjaerige soon van Derk Wentink, en verklaeren bij desen desselfs mombairen, de bouwlieden op Groot en Kleijne Lenderink te bedanken voor haer goede voorsorge en trouwe diensten voor hem gepleegt, en bekande aen haer niets te goede te hebben, als alleen aen sijn vader en stiefmoeder eene summa van een hondert guldens op heden gerekent, waerop in den gerighte den comparant van dieselve, mede in judicio præsent, heeft ontfangen 25 guldens, so dat nogh dieselve alsoo schuldigh blijven eene summa van vijff en seventigh guldens, welke dieselve aennemen den eersten dagh aan haerlieder soon Derk Speulman te betalen. S.A.L. hier op gestipuleert ut juris.

Hiervan debet 3-10-0

LEES OOK:
Pdf 1741 Inventarislijst op 'Speulmanshoff' 
(transcriptie door Sikke Postma)

1752 Pdf van Inventarislijst opgericht door Derk Speulmans Hoff, weduwnaar van Hendrica Roelofs   
(transcriptie door Sikke Postma)

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   658 (320-322)

[In de marge:]
Exhibitie van een magescheid betreffende Speelmanshof en Heidekamp, met het huis een stuk land op Berend Heerinkskamp, een d[it]o op den zelfden, en den Nieuwen Veldkamp.

Op den 20 october 1792, ’s middags te half twee uuren
Coram den heer Jacob Joan Schluiter, stadhouder
Gerichtsluiden Gerrit Ensdrink en Alexander Kok

Erschenen Berend Speelman en deszelfs vrouw Johanna Bronraad, marito tutore, en exhibeerden een magescheid, op heden, tusschen comparanten en derzelver broeder en zwager Jan Speelman en deszelfs vrouw Hendrica Gerritsen, zoo over den boedel en nalatenschap van wijlen hunnen vader Derk Speelman, als dien van hunnen oom Lambert Speelman, opgericht, verzoekende de comparanten, dat opgemelde magescheid mag worden geprotocolleerd, in margine van ’t zelve daarvan aanteekening gemaakt, en aan hun comparanten gerestitueerd worden. S.A.L.

Volgt het geëxhibeerde stuk.

[In de marge:]
Magescheid geprotocolleerd.
Geregistreerd.

Op dato ondergeschreven is tusschen Berend Speelman, zoon van Derk Speelman en Maria te Moller, en deszelfs vrouw Johanna Bonraad ter eenre, en Jan Speelman, zoon van opgemelde Derk Speelman bij zijne eerste vrouw Hendrika Roelofs, in ehestand verwekt, en deszelfs huijs[v]rouw Hendrica Garritsen, marites tutoribus, ter andere zijde, zoo over den boedel en nalatenschap van wijlen opgemelten hunnen vader, als meede die van hunnen oom Lambert Speelman, in de maand Maart 1787 overleden, na voorgaande oprigtinge van een balans der voornoemde boedels, ten over- staan van onderbenoemde en daartoe verzogte dedingslieden, een vriend- en onwederroepelijk erfmagescheid bij forme van erfnis uitkoop opgerigt en geslooten in maniere hierna volgende:

Eerstelijk; word aan den eersten condivident Berend Speelman en deszelfs vrouw Johanna Bonraad, bij deezen eeuwig en erffelijk toe-en aangedeeld, zoodane aandeelen als aan den tweeden condivident Jan Speelman en zijn vrouw voornoemd, zoo door doode van meergezeide zijnen vader, alsmeede van opgem[elten] zijnen oom, op hem is gedevolveert, als namentlijk zijne geregte aandeelen, aan het huijs op den Speelmanshoff staande, mitsgaders aan het bouwland den Speelmanshof en Heijdekamp genaamt, wijders aan een stuk bouwland groot drie schepels gezaaij, op den Berend Heerinkskamp, alsmeede aan een stuk bouwland op laatstgemelten kamp, schietende langs den Gompertshof, en eindelijk aan den geheelen Nieuwen of Veldkamp, zijnde alle deeze perceelen in het landdrostenampt dezer Graafschap, richterampt Hengelo, buurtschap Dunsborg, kennelijk gelegen, teneinde opgem[elten] eersten condivident en zijn vrouw daarmeede kunnen doen en handelen, naar welgevallen.

Ten tweeden; dat den eersten condivident Berend Speelman, daar en tegen aan den tweeden condivident Jan Speelman en vrouw meergemelt, zal uitkeeren, gelijk hij albereids gedaan heeft, eene summa van negen honderd twee en tachtentig guldens en tien stuijvers.
Gelijk den tweeden condivident en zijn vrouw die ook bekend ontfangen, en alzoo ten vollen voldaan zijn.

Waarmeede de condividenten nu, en ten eeuwigen dage, nopens opgedachte boedels zullen zijn en blijven gescheiden en vergeleeken, verklaarende den een op den anderen geen het minste recht, actie of praetensie meer te hebben, behouden ofte reserveren, met belofte van whaar en whaarschap, als erfmagescheidsrecht is.

In waarheids oirconde is deeze, waarvan twee eensluidende zijn gemaakt, door condividenten, nevens de verzogte dedingslieden eijgenhandig geteekend binnen Zutphen den 20^sten october 1792.

Was met onderscheiden handen geteekend en gemerkt.

Berend Speelman
Dat dit O merk door Johanna Bonraad in onze praesentie eijgenhandig is ter nedergesteld, zulks getuigen wij ondergeschreven.
Geteekend
E. Broeker           W. Kerkhoff

Yan Spelman
Dat dit Ꝗ merk door Hendrica Garritsen in onze praesentie eijgenhandig is ter nedergestelt, zulks getuigen wij ondergeschreven.
Geteekend
E. Broeker           W. Kerkhoff

Evert Rietberg als dedingsman
Mathijs Daggel als dedingsman
E. Broeker als dedingsman
W. Kerkhoff als dedingsman

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   658 (322-323)

[In de marge:]
Opdracht van aandeelen aan ’t huis op den Speelmanshof, den kamp Speelmanshof en Heidekamp, twee stukken op Berend Heerinkskamp, en Nieuwen ofte Veldkamp, onder Hengelo, in Dunsborg.

Op den 25 october 1792, ’s voormiddags, kwartier na tien uuren
Coram den heer Jacob Joan Schluiter, stadhouder
Gerichtsluiden Gerrit Ensdrink en Alexander Kok

Erschenen Maria te Moller, weduwe van Derk Speelman, geadsisteerd met Evert Broeker, en verklaarde ten gevolge en onder inhaesie van zodanig contract van verpleeging, als de comparante en haar destijds nog leevende man voorn[oemd] den 7 julij 1783, met haaren zoon Berend Speelman, op Speelmanshof, onder Hengelo, hebben opgericht, q.r. aan opgemelden haaren zoon Berend Speelman, deszelfs huisvrouw Johanna Bonraad en erven, in een volkomen eigendom te cederen, op- en over te dragen haar comparantes aandeelen aan het huis op den Speelmanshof staande, midsgaders aan het bouwland, den Speelmanshof en Heidekamp genaamd, wijders aan een stuk bouwland, groot drie schepels gezaai, op den Berend Heerinkskamp, alsmede een stuk bouwland op den laatstgem[elten] kamp, schietende langs Gompertshof, en eindelijk aan den geheelen Nieuwen ofte Veldkamp, zijnde alle deze perceelen, in het landdrostenampt dezes Graafschaps, richterampt Hengelo, buurschap Dunsborg kennelijk gelegen, van welke voorz[eiden] perceelen de overige aandeelen aan opgem[elten] haaren zoon en schoondochter, deels door overlijden van meergez[eiden] hunnen vader en schoonvader, en oom Lambert Speelman bereids verstorven, deels bij magescheid van den 20 dezer maand, met zijnen broeder Jan Speelman en deszelfs huisvrouw Hendrica Garritsen opgericht, zijn toegedeeld geworden, en zulks voor vrij en allodiaal, niet bezwaard, dan met ’s Heeren verponding.

Gelavende zij transportante de voorsz[eiden] cessie en overdracht te zullen staan, wachten en waren, jaar en dag, als erfkoopsrecht is, onder verband van haar persoon en goederen. Daarop stipulerende. S.A.L.

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   658 (322-324)

[In de marge:]
Verband van ’t huis op Speelmanshof, een kamp den Speelmans Hof en Heidekamp, twee stukken op Berend Heerinkskamp, en den Nieuwen ofte Veldkamp, onder Hengelo, in Dunsborg, voor 1000 g[u]l[de]n.
Geregistreerd.

Op den 25 october 1792, ’s voormiddags, te half elf uuren
Coram den heer Jacob Joan Schluiter, stadhouder
Gerichtsluiden Gerrit Ensdrinck en Alexander Kok

Erschenen Berend Speelman op Speelmanshof, en deszelfs huisvrouw Johanna Bonraad, marito tutore, en verklaarde, wegens opgenomen en wel ontvangen penningen, oprecht en wettig schuldig te zijn aan juffrouw Geertruid Josina Helena Schluiter en haare erven, eene summa van een duizend Caroli guldens, beloovende dezelve jaarlijks en alle jaaren te zullen verrenten met vier gelijke guldens van ieder honderd guldens, zodanig echter dat, wanneer de rente binnen ses weken t’elken jaare na den verschijnsdag betaald worde, alsdan met drie guldens en tien stuivers van ieder honderd zullen kunnen volstaan, waarvan het eerste jaar verscheenen zal zijn den 11 september 1793, en zoo vervolgens van jaar tot jaar, tot de volkomene restitutie en aflosse van dien, die ten wederzijde wordt voorbehouden, mids de opzage drie maanden voor den verschijnsdag kome te geschieden.

Tot naarkominge van het gunt voorsz[eit] verbinden de comparanten hunne personen en goederen, in specie hunlieder eigendomlijk huis op den Speelmanshof staande, midsgaders aan het bouwland, den Speelmanshof en Heidekamp genaamd, wijders aan een stuk bouwland op den Berend Heerinkskamp, alsmede een stuk bouwland op den laatstgem[elten] kamp, schietende langs den Gompertshof, en eindelijk den Nieuwen ofte Veldkamp, zijnde alle deze perceelen, in ‘t landdrostenampt dezes Graafschaps, richterampt Hengelo, buurschap Dunsborg, kennelijk gelegen, (welke voorz[eiden] perceelen voor een gedeelte op heden door der comparanten moeder zijn gecedeerd en opgedragen, en deels op den eersten comparant, door overlijden van zijn vader en oom Lambert Speelman, bereids verstorven, en deels bij magescheid van den 20 dezer maand, met zijn broeder Jan Speelman en deszelfs huisvrouw Hendrica Garritsen opgericht, zijn toegedeeld geworden) ten einde de juffrouw rentheffersche, in cas van nood en onverhoopte wanbetaling, zich daaraan, zoo voor capitaal als interesse, ten allen tijde, kost- en schadeloos zal kunnen en mogen verhalen. De super stipulando. S.A.L.

[In de marge:]
Op den 11 october 1796, des middags ten half een uuren.
Coram mr. J. Lulofs, verwalter, provisioneel officier
Gerichtsluiden Garrit Ensdrinck en Hendrik Maet 

Erscheenen juffrouw Geertruid Josina Helena Schluiter, geadsisteert met Evert Broeken als rechtens en bekende wegens genoegzame voldoeninge van capitaal en interesse, aan A.G, Zimmerman en erven te cederen en in vollen eijgendom over te geven de tegenstaande obligatie met het regt van verband, daarbij vermeld, verklaarende van alle recht en aanspraak op dezelve ten behoeve van voorn[oemde] cessionaris en erven te renuntieren en af te zien. S.A.L.

ECAL
Toegangsnummer           : 3021
Inventarisnummer          :   892 (91-93)

[In de marge:]
1800 den 7 maij, des voordemiddags om quartier voor twalf
Coram Jan Blueminck, buert mester.

Compareerde Derk Maalderink, te kennen gevende, dat op den 30 september 1795 aan Berend Speulman en zijn huijsvrouw Janna Bonraad, geschoten heeft een capitaal van 75 guld[en], om jaarlijks te verrenten met en tegens 4 percent, dus 3 guldens, dat daar van tot dato deses geen intresse betaald is, niettegenstaande den comparant daartoe verscheijden aanmaningen gedaan heeft, denselven genoodsaakt geweest is, dat capitaal te denuntieeren, en daarvan op den 4 meij 1799 behoorlijke denuntiatie gedaan heeft, en bij dien debiteur ook aangenomen is, hetselve op den eerstkomende verschijnsdag af te leggen en te betalen. Dat den comp[arant] in die verwagting geweest zijnde, hetzelve op den verschijnsdag zoude worden erlegt, zig ten dien eijnde ten huijse van den debiteur vervoegt heeft, om die penn[ingen] te ontvangen, wanneer door denselven bij manquaement van het nodige aan hem uijtstel versogt is tot 1^e meij, onder belofte, om dat capitaal en intresse alsdan promptelijk te zullen afleggen en betalen; edog met geen meerder effect. En terwijl de deugdelijkheijt van dien schuldvordering is blijkende uijt desselfs eijgenhandig ondertekende schuldbekentenisse hierbij in copiam authenticam sub. A, en den comp[arant] in der minne hiervan geen voldoeninge ziet te bekoomen, wil denselven met consent van deesen gerichte hebben versogt en gedaan, beste gestalte rechtens peijndinge en affectatie, op en aan alle de gerede goederen, levendige have en vhee, gesaaij in en op het land, mest en mestregt, inboedel des huijses, niets hoegenaamt van het gerede uijtgesondert, meer genaamden Berend Speulman en desselfs huijsvrouw toestendig, ten eijnde en effecte om daaraan te verhaalen betaalinge van een capitaal van f. 75 guld[en] met de intressen verschenen den 30 sept[ember] 1796, 1797, 1798, 1799 en het lopende jaar.

Pandeijscher peijnd mede voor alle kosten en schaden met recht, versoekende hiervan wethe en insinuatie, met extraditie van het copijelijk document sub. A, voorts dat ingevolge N.K. cap. 6, art. 8 aanstonds bij insinuatie deses, de gerede goederen ten huijse van gepeijndete in bewaringe moge worden genomen, en in cas van geen betalinge of genoegsame verburging werkelijk opgehaalt, op eerstkomende zondag daarvan de nodige publicatien gedaan, en donderdag daaraan volgende in het openbaar verkogt, alles pro ut juris ac style. Salvis.

Fijat ten fijenne soo als versogt.
Jan Blueminck

Copie
Bekenne ik ondergeschreven Berend Speelman en mijn huijsvrouw IJanna Bonraad wegens deugdelijke en wel verstrekte penningen schuldig te wesen aan Derk Maalderink een somma van 75 koeraale guldens, belovende deselve te verrenten ijaarlijks met drije gulden, en zal het erste ijaar verscheenen zijn heeden over een ijaar en dus alle ijaaren tot de aflossijnge toe dije alle ijaar ten weedersijde zal vrijstaan ijndijn de opzaage een vijerdelijaars voor der verschijnsdag gescheijde, voor welke kaapital en rente wij verbijnden ons person en goederen en dat wel ter ijudekaature rijgters en gerijgten. Actum Hengelo den 03 september 1795.
Was getekent
Berend Speelman
Accordeert met het origineel, sulx getuijge Jan Valverrenck

Bron ECAL 3021-671

1849 Uitsnede uit de memorie van successie van Derk Speelman met de kadastrale
perceelnummers zoals die destijds bij de boerderij behoorden.
Bron Gelders Archief. 

 

1892-11-13 Bron Graafschapbode.