Zaarbelinkdijk 11

Zaarbelinkdijk 11, Warnink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen

     

    (transcriptie Sikke Postma)

    ECAL
    Nummer toegang            : 3021
    Inventarisnummer           :   867
    Op den 7 junij 1732

    Coram Aaron Exalto d’Almaras, righter
    Gerigtsluijden Berent Eggink en Gerrit Pelgrim

    Compareerde Berent Warnink en sijn suster Ders op Waernink, sij geassisteert met haar broer voorn[oemt] als reghtens ter eenre, en Grietjen Coops, wedue van wijlen Gerrit Sloot, geassisteert met haar broer Jan Coops ter andere zijde, en becande onderlinge voor haar en haren erven geaccordeert en gecontracteert te hebben, doende sulks kragt deses: namentlijk neemt sij twede comp[aran]te aen voor haar en haeren erven die eerste comp[aran]ten haren levenstijd te verplegen in cost, drank, kleren en huijsvestinge, en na dode te doen begraven, dan het verschotene tot hier toe. Waartegens zij eerste comp[aran]ten verklaren, dat na dode van haar beijde alle hare gerede en ongerede goederen sullen sijn en verblijven an twede comp[aran]te en haren erven, uijtgesondert Ders voorschr[even] haar linnen en wullen, ten haren lieve behoort hebbende, sullen verblijven voor die ouste doghter van Berent Eggink bij Grietjen Beuink geteelt. S.A.L. hierop gestipuleert ut juris.

     

    Op den 7 junij 1732
    Coram Aaron Exalto d’Almaras, righter
    Gerigtsluijden Berent Warnink en Garrit Pelgrim

    Compareerde Berent Eggink en Grietjen Buijnk, eheluijden, zij geassisteert met haar eheman als reghtens, en becande erflijk verkogt te hebben haar éénvijfde deel van den Waernink, alhier in Hengelo op ’t Gooij kennelijk gelegen, aen Grietjen Coops, wedue van wijlen Gerrit Sloots en erven, waer dat copersche albereijts 3/5de van toebehoort, en dat voor een summa van sestigh guldens vrij gelt en een rixcaalder voor verkoperen ouste doghters. Welke ten eersten sullen worden betaalt en ten allen tijden daervan doen cessie en opdraght nae landreght. S.A.L. hierop gestipuleert ut juris.

    Op den 12 junij 1732 dese agtergeschreven coopspennink die muldersche mij righter gesonden door Hammink doghter, en die voort aen Berent Eggink en vrouw overgetelt. 

     


     

     

     

     

     

Pagina 5 van 6