Wichmondseweg 41
Wichmondseweg 41, Horstink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen
-
Akten, verhalen en gebeurtenissen
(transcripties Sikke Postma)
Gelders Archief
Nummer toegang : 0124
Inventarisnummer : 923-4662Dem erentfesten und fromen Jasperen van Suylen richteren to Hengel, onsen bijsonderen gueden vrunde.
Erentfeste und frome bisunder guede vrundt. Wij schicken u hierbij verwaert drie supplicatien mitten apostillen daer op gestelt ende stucken daerbij gefuecht, ons durch Gerrit van Zeijst overgegeven und gepresenteert. Und is van wegen onses allergen[edichsten] heren des conincks, onse gesynnen, dat ghij alle dese supplicatien ende stucken durchsiet, u opten inhalden van dyen informeert, und folgents ons mitten iersten schrifftelick adverteert off dese supplicant van zijne aengetagen guet Horstinck altijts van olden tijden van den diensten inde supplicatie geruert vrij geholden zye geweest ende vrijdom genoten hebbe. Und off mede gelijcke guederen (die van aldts in anderen saeken vrijdom van leeningen off gelijcke andere lasten genoten hebben) oick yttzunder in dese leeningen vrij und exempt gehalden worden. Omme bij zo van id ghoene voirsz[eit] claerlick berichtet und verstendiget zijnde, um beneffens sulcken bericht alle dese supplicatien ende stucken ons weder gesonden ende dan alle gesien sijnde, voirder alsdan op des supplicants versoeck geordonneert to worden nae behoir. Mit bevelunge des Almachtigen.
Geschreven the Arnhem, den XXVIIden januarij XVC LXXIIII [27-01-1574]
[w.g.]
Cantzler
Inventarisnummer : 923-4670Den werdigen gestrengen edlen erntfesten und hochgelerten heren cantzler und rheden con[incklicke] ma[jestei]tz in Gelderlandt verordent, mijnen insonderen hochwijsen gebiedenden heren.
Werdige gestrenge edle ernveste und hochgelerte insonders hochwijse gebiedende heren. Uwer w[erdige] gest[renge] und ed[el] l[ieve] an mij uthgangen schrijven, neffens bij verwarte supplicatien und angeheffte stucken Garritz van Seist, hebbe ick mit geboerlicher reverentzie ontfangen, verlesende inhalz vernommen, darup u w[erdige] gest[renge] und ed[el] l[ieve] ick to erforderten bericht underdaniglich nit sall verhalden wie dat dat angetagen guet Horstinck bij mijner tijtt so lange ick richter to Hengell gewest, dat welicke nu bij die twintich jaren ongeferlich sijn sall, van den erffgenaemen ader setters des obg[emelte] kerspels Hengell einmaell up omgelt ader ander beschwer desselven kerspels glijck andere gueder gesatt worden, averst nijwarltz darvan einige betalunge bekommen noch sie to betalunge brengen konnen. Wie ock inssglijcken bij mijnen tijden van dat vorn[oemde] guet genne dienste gedaen synt. Welches u w[erdige] gest[renge] und ed[el] l[ieve] (die ich hirmeth God den Almachtigen in lanckwijliger christlicher und glucksaliger regierung lange tijt aver mij to gebieden dienstlichen bevelhe) neffen toruckschickung hirbijgefugter stucken in aller gehorsamheit in nit bergen sollen. Datum Doetinckhem den XVIIden februarij XVC LXXIIII [17-02-1574]
U w[erdige] gestr[enge] und ed[el] l[ieve] underdanige gehorsamer undersaet,
[w.g.]
Jasper van Zuelen
Richter to Hengelo
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 639Extr[act]
Op den 28e augusti 1676
Coram Johan van Essen, pro tempore stadtholder
Gerichtl[uiden] dr. Johan van Essen, burger der stadt Zutphen en Hen[rick] Van EssenErscheenen die e[dele] Joachim van Laer voor hem selven, ende de rato cavirende voor sijn e[delen] huijsfr[ouwe], ende hefft voor die administratie van den ontfanck van verpondinge des carspels Hengeloe, soe bij den erffgenaemen des voor[noemde]n carspels an mons[ieu]r Adam Cremer is toevertrout, sich geϊnterponeert ende als burge ingelaten, der gestalte, dat hij Adam Cremer, denselven well sall administreren, het Comptoer Gen[erael] op tijt bekwemlicken voldoen, en op gesijnnen der erffgenaemen rekening en relique te sullen en willen doen, daarvoor stellende ende verbindende hij Laer sijn persoen ende goederen ende in specie sijn e[delen] goet Horstinck ende het halve goet Jebbinck gen[aem]t, respective onder den carspel van Hengeloe gelegen, om in vall van noot sich daeran te connen en moegen verhaelen.
Waer en tegens hij Adam Cremer hefft angelaefft hem, mons[ieu]r Laer, te willen guaranderen onder verbant van sijn persoen, hebbende ende noch comstich crijgende goederen. S.A.L.
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 859Den 12 junij 1683
Coram Ad[am] Cremer, richter
Coergenoten de w[e]lg[e]b[oren] heer capt[ei]n Lauwijck en Hendrick HiddinckErschen Willem Aelberts en doet mits desen anpeindonge an die gerede goederen van Harman op Horstinck, ende sulcx om daer uijt te consigneren een som[ma] van hondert g[u]l[den], procederende ten deele van verdient loon en ten deele van verstreckte pennongen voor de verpondinge, waervan een gerichtelijcke bekentenisse voor desen ed[elen] gerichte is gepasseert, quo relatio. Peindet mede voor alle costen en schaeden hier over geleden en noch te lijden, met versoeck dat hiervan de weete door den onderrigter an voorss[eiden] Harman mach gedaen worden.
Hebbe ick rigter hiervan an Harman de weete selfs gedaen.
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 860Op den 18 janu[aris] 1687
Coram Ad[am] Cremer,
Coergenoten Jan Cornelissen en Theod: OverstegeDen 26 dito
Coram ijsdemErschenen Harman Fredericx, geassisteert met sijn bediende dr. Engelen, te kennen gevende hoe dat hij laestleden sondagh is gekomen ten huijse van den bouman op Horstinc, alwaer de wed[uwe] Laers comp[ar]ant sonder enige de minste redenen seer groffelijck met verb[a]ele injurien heeft bejegent, hem uijtgescholden voor een schelm, een leugenaer, die oorsaecke was van haer mans doodt en andere eenuijrige en schandelijcke woorden meer, als bij de clachte naeder sullen worden gededuceert, ende alsoo hij soodaene injurien niet kan voor bij sich [laten gaan], soo versoeckt compa[ra]nt dat gemelte wed[uwe] Laers ten naesten gerichte moge worden geciteert.
Den geauthoriseerden gerichts dienaer Jan Cornelissen relateert de weduwe Laers voorhoofs op den 29 janu[ari] 1687 geciteert te hebben.
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 860Op den 1 febr[uaris] 1687
Coram [Ad]am Cremer, richter
Coergenoten Jan Cornelissen en Theod. BronckhorstErschenen dr. Engelen als volm[achtige]r van Harman Frericx, laestleden gerichtsdagh in causa tegens de wed[uwe] Laers geconcludeert te hebbende, staet en afwacht alnu van deselve, nae voorgaende citatie des geauthoriseerden onderrichter, mede conclusionem in causa, bij onstentenisse en geen comparitie versoeckt, dat de saecke an een ed[elen] gerichte pro conclusa moge worden angenomen ende bij den selven een dagh van collatie of ablegatie der acten angestelt.
Wordt van het gerichte tot den dagh van collatie en ablegatie der acten angestelt tegens huijden over 14 dagen en sal hier van an de tegenpartie kennisse gegeven worden.
Retulit Jan Cornelissen als geauth[oriseert] gerightsdienaer op dato voorsz[eit] bij absentie van die wed[uwe] Laers an haer twe ouste dochters kennisse gegeven te hebben.
Erschenen dr. Engelen volm[achtige]r van Harman Frericx volgens relatie des onderrichters op huijden geciteert hebbende de weduwe Laers, seght tegen deselve over eischte de claghte van injurie, cum annexo datum to unico, biddende ende concluderende als daer bij ende teindens, afwachtende dienvolgens van dieselve behoorlijcke comparitie ende tegenhandelonge, sin secus versoecke proclama ten profite als landtr[echtens] ende de twede citatie.
Proclamata et non comparuit.
Retulit Jan Cornelissen als geauth[oriseert] gerichtsdienaer bij absentie van die wed[uwe] Laers die citatie als versoght an haere twe oudtse dochters gedaen te hebbe[n], die sulcx angenomen hebben haer bekent te maken op dato voorsz[eit].
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 860Op den 15 febr[uaris] 1687
Coram Ad[am] Cremer, richter
Coergenoten Theod. Overstege en Tonnis LenselinckEodem
Coram Ad[am] Cremer, richter
Coergenoten Hend. Honnekinck en Theod. BronckhorstErschenen dr. Engelen in q[ualiteit] als volm[achtige]r van Harman Frericx op huijden, voor de twede mael geciteert hebbende de wed[uwe] Laers, afwacht van de selve, nae voorgaende refusie der contumatiële costen, behoorlijcke comparitie van die tegenhandelonge, sin secus versoeckt proclama ende derde citatie.
Daer op erschenen dr. Jacob Haesebroeck, volm[achtige]r van de wed[uwe] van wijlen Joachim van Laer, en voormaels bediende van desselfs overleden man, en seght hoe dat op saterdagh laestleden, op het gesinnen der naeste vrinden van wijlen Joachim van Laer den boedel van desselfs weduwe bij een solemneel decreet onder curatele gestelt, en over derselver kinderen momboiren zijn gekoren om alsoo derselver beste te soecken en het interesse van den boedel waer te nemen, dat oock die van den Hogen Landtgerichte hebben goedtgevonden om dese litigante parthien voor haer te ontbijden, waer van men niet en twijvelt off wederdeels advocaet sal daer kennisse van hebben om de sake soo wel van praetens verdient loon, als van die gesustineerde injurien tot vermijdonge van verdere costen af te doen, versoeckt derhalven, dat dese saecke ongepraejudiceert, een ijeder sijn recht, mogen worden gestateert tot den naesten.
Ex ad[vers]o seght hoe dat hij laestleden gerichtsdagh bij geen comparitie van die wed[uwe] Laers geobtineert heeft het eerste proclama, gedenckkende deswegen tegen het gerecesseerde sich niet eerder in te laten voor en alleer de kosten van die contumatie behoorlijck sullen worden gerefundeert, bij verner tegenspreken sal daer over decretam judicij affwachten.
Ex ad[vers]o persisteert bij sijn versoeck tot stateringe der saken als versocht is.
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 860Den 1 meert 1687
Coram Ad[am] Cremer, richter
Coergenoten Hendrick Hiddinck en Theod. OverstegeDe saecke van Harman Frericx tegens de weduwe Laers, onverminderent een ijeder sijn reght, wordt sub spe concordiae in staet gelaten tot den naesten op versoeck van beide parthien.
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 860Op den 20 febr[uaris] 1691
Erschenen m[on]s[ieu]r Teod. Helman in q[ualitei]t als momboir over de kinderen Laers en versochte interdictie an den bouman Egbert op Horstinck ten fine om geene goederen van het erve Horstinck te verburgen voor en alleer hij de verschulde verpondinge en verschenen pachten hebbe voldaen.
Hend[rick] van Kernebeeck als geauth[oriseert] gerights dienaer retulit de facta insinu[atio]
Op den 21 feb[ruaris] 1691
Coram Ad[am] Cremer, richter
Coergenoten Johan Kaldenbach en Derck BanninckErschenen Egbert Janssen en Greetjen Hendr[icks], eheluijden, ende bouwluijden op het goedt Horstinck; dese huijsvrouw geassisteert wesende met haere eheman als regtens, en hebben in volcomen vrijwilligh verwin gecedeert ende overgegeven an dr. Willem Ignatius Baerken, volm[achtige]r van de momboiren en kinderen van wijlen Joachim van Laer, alle haer haeff en beesten neffens andere mobilia en huijsgerackheit, voorts wagen plaess en all het gene an de bouwerie is dependerende gelijck uijt volgende specificatie sal blijcken:
drie paerden, drie koeijen, twe vierssen, een bul, een vercken ende sulcx voor een somma van een hondert vier en seventich g[ulden]s salvo calculo achterstedige pacht, neffens oick voor die bij haer comparanten verschulde verpondinge en consumtie uitwijsende de rekenonge van den heer richter Cremer, alles nochtans met wille, dat volm[achtiger] voorn[oe]mt ten allen tijden nae sijn welgevallen sich daer an sal kunnen en mogen verhalen, en hebben wij comp[aran]ten deswegen gerenuntieert van alle ende een ijegelijck termijn regtens, en hebben vorders anbelooft om geen haeff off beesten off andere mobilia te sullen verbrengen ofte veralieneren, en dat in cas van contraventie meergeseiden volm[achtiger] te allen tijden dese goederen wederom te halen als sijn eigen goedt, ende de goederen ten allen tijden mogen vercopen sonder vorder verwin offte inganck regtens daer op te maecken, en hebben daer op gestipuleert ut juris. S.A.L.
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 960Op den 7 9br. [november] 1691
Coram Ad[am] Cremer, richter
Coergenoten Jan Egginck en Derck BanninckErschenen dr. Wilh[elm] Ignat[ius] Baerken in q[ualitei]t als volm[achtige]r van Frans van Laer en als volm[achtige]r van die angestelde momboiren van de naegelaten kinderen, en wil mits desen hebben versocht summatie an die persoon van Egbert Janssen, gewesen bouman op Horstinck, tegenwoordich wonende op’t erff en goedt Regelinck, ten fine om ingevolgh gerightelijcke prothocollateste gedaene beloften, te hebben voldoeninge van een summa van een hondert vijff en seventich g[u]ld[e]n, salvo calculo et deductis solutis, soo hij, Egbert, wegens verschulde pachtpenn[ongen] van’t goedt Horstinck ingevolgh afrekenongen op den 5 9br.[november] 1689 is debit verbleven en waervoor hij alle sijne gerede, ad distractionem inclusive, in een volcomen verwin heeft overgegeven, en sulcx binnen den tijdt van 24 uijren te betalen, gesinnende andersins bij naelaticheidt van dien, et impediendam alienationem, en voorkominge van praeferentien van andere crediteuren ophalonge van panden en sequestratie van alle overgegevene mobilia, en sulcx alleenlijck ten fine van verseeckeronge, met versoeck dat bij ophalonge van dien een dach moge worden angestelt van vercopinge, en sulcx met affixie van biljetten soo en als naer regten behoordt, en kan lijden dat hier van te spoedichsten tot voorcominge van costen notificatie worde gegeven an gemelten Egbert Janssen ten fine om sich daer nae te konnen reguleren, interim de expensis protesterende.
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 860Op den 17 febr[uaris] 1692
Coram Ad[am] Cremer, richter
Coergenoten Theod: Overstege en Jan HarmssenErschenen dr. Wilh[elm] Ignatius Baerken, volm[achtige]r van de onmundige kinderen van wijlen Joachim van Laer, te kennen gevende hoe dat enen Egbert Janssen, bouman op het erff en goedt Horstinck, tegenwoordich wonende op Grote Regelinck, een merckelijcx ten achteren gebleven is bij liquidatie an comp[aran]ten principaelen, uijtwijsens eijgen confessie alhier ten proth[ocolle] ervintlijck, waervoor men in der minne meermaelen gem[e]lt[e]n bouman heeft angesproken ende alle amicabele middelen van uijtstel toegestaen ende geaccordeert, edoch te vergeefs, soo is oversulcx comp[aran]t tot voldoeninge van sijn schuldicheijdt genecessiteert, uijt craght van eene vrijwillige cessie ende overgifte, om niet te mogen worden gefrustreert van soodanige schultvorderonge als vorens angeroert, als nu te versoecken werckelijcke ophalonge van soodanige goederen, bestaende in beesten, paerden en andere gereden, uijtwijsens ’t prothocoll alhier ten fine om dieselvige tot innonge van soodaene schult mogen gedistraheert worden, ende verkoft, ten dien einde gesinnende een dach van distractie en affixie van billjetten, en bublicatie ter plaetsse soo en als sulcx pro stijlo van dese banck behoordt, kunnende lijden datt die beesten en paerden tot menage van costen uijt desselfs eijgen veldt gevoet worden, de expensis quam solemnissimo protestando.
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 860Op den 22 febr[uari] 1692
Coram Ad[am] Cremer, richter
Coergenoten Theod: Oversteegh Jan Cuijpers en Derck BanninckErschenen Jan Sweers, thegenwoordigen bouman op Horstinck, verhalende hoe dat comp[aran]t an den heer doctor Arnoldt van Dam, ratione de serviti, salarij, als andersins schuldigh is, soo sijn w[el]ed[ele] in saecken van Otters in de landtrecht contra comp[aran]t verdient hadde, ende waer over tot Zelhem in den jaere 1691 geaccordeert is, eene somma van hondert vijftijn g[u]l[den], ende heeft belooft dieselve somma, sub poena paratae excutionis, met renuntiatie van alle termijnen reghtens, tegens meij naestcomende an welgemelte heer van Dam te sullen betalen onder verbandt als regtens, et stipulatione solita.
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 860Op den 16 meert 1694
Coram Ad[am] Cremer, richter
Coergenoten Hendrick op Cleine Gotinc en Jan van Strien[later op dezelfde dag:]
Coram Ad[am] Cremer
Coergenoten Derck Harmssen en Hend[rick] OnstenckErschenen Engele Horstinck, pro se, neffens desselfs soon Frans, en dochteren Johanna Maria, Anna, en Anna Catharina van Laer, dese moeder en dochteren te samen geassisteert wesende soo en als nae regten behoort met Hendrick van Kerrebeeck als haren in desen gekoren en toegelaten momboir, en hebben in de beste ende bestendichste forma regtens geconstitueert ende volmachtight gelijck sij doen bij desen, Jan van Embden, hoedemaecker tot Zutphen, om nomine principalium te verhijpotheken en verbinden an den weerd[igen] h[ee]r Johan Everhardt van der Heijden en desselfs eheliefste, voor den hooch adel[ijcken] landtdrosten gerigte deser graefschap Zutphen, ’t alige halve erve en goedt Clein Jebbinck genaemt, onder den kerspel Hengelo, bourschap Goij gelegen, met alle desselfs reght ende gerechtigheidt voor soo veel ’t haer comparanten bij successie en versterff angekomen is, en sij tegenwoordich besittende bennen, en sulcx vo[or] soodaene evictie, waer ende waerschap als co[mparanten] bij coopcedule in dato den 5e martij 1694 va[n] het erff en leengoedt Horstinck an welg[e]m[elten] heer van der Heijden aenbelooft hebben, ten fi[ne] om sich in alle voorvallen naer inhoude der coopcedule cost ende schadeloos te konnen ende mogen verhalen, [idque sub clausulis ratius devinitae substitutionis unum volplures costerisque de jure solitis ac consuetis et stipulatione solita ac consenti.]
ECAL
Nummer toegang : 3021
Inventarisnummer : 879Op den 2e 9br.[november] 1745
Coram Aaron Exalto d’Alamras, rigter
Gerigtsluijden Harmen Jebbink en Derck WassinkCompareerde dor Johan Bruinis, volm[achtige]r van den heer G.W. van der Heijden en de jufferen Anna Angela van der Heijden, ende gaf te kennen hoedanig sijne principalen te praetenderen hebben van Arent Bretvelt weegens verpagt garvensaad in den jaare 1744 van de goederen Horstink in Hengelo en Poppink in Zelhem een som van twee hondert seeven en vijftig gulden, de gulden ad 22 stuver het stuk, dus ter s[omm]a van tweehondert twee en taggentig gulden 14 stuver monterende, sonder dat comp[aran]ts principalen gelibelleerde penningen hebben konnen obtineren, waeromme den comp[aran]t, predi[te] qual[it]é, alnu omni meliori modo via ac forma juris van deesen weled[elen] gerigte is versoekende peindinge op en aen alle de gereede goederen, soo huisraat, haave, actien, crediten, voorts generaliter op alles wat onder de mobiliaire effecten Arent Bretvelt en desselfs huisvrouw toebehorende naa regten kan gerekent worden, ende sulks ten fine en effecte om door middel van dien te consequeren bovengementioneerde penningen ad twee hondert twee en taggentig gulden 14 stuver, una cum interesse a die mord et expensis, met versoek van insinuatie deser weette aen Arent Bretfelt en [relatio pro ut juris ac stijli salvis quibus curiis in specia expensis.]
Fiat peijndinge.
Relateert Derck Wassink per extractum hiervan de insinuatie heeft gedaen op den 11den 9br. 1745, en bij absentie van Arent Bretvelt het selve an de vrouwe gegeven, welcke heeft gesegt dat hij net betaalt hadde, en daer quitantie van heeft.
[in de marge getekend:]
harmen jebbjnck
derck waessenk
1900-10-8 Bron Arnhemse Courant.
1917 Uitsnede uit de veilingcatalogus van het Kervel. Kopie H. Schuppers-Demming.
1939 Bron www.delpher.nl
1939 Pdf enkele pagina's uit de verkoopakte (bron familiearchief, kopie I. Schuppers-Demming)
1995 Bron Graafschapbode.