Meeninklaan 5
Meeninklaan 5, 't Meenink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen
-
Akten, verhalen en gebeurtenissen
1818 Bron 'Opregte Haarlemsche Courant'.
1834 Bron 'Opregte Haarlemsche Courant'.
1846 Bron 'Opregte Haarlemsche Courant'.
1846 Bron 'Opregte Haarlemsche Courant'.
1847 Bron 'Opregte Haarlemsche Courant'.
1849 Bron 'Arhemsche Courant'.
1852 Bron 'Opregte Haarlemsche Courant'.
1876 Bron 'Klein Courant'.
1879 Bron 'Kleine Courant'.
1895 Bron 'Graafschapbode'.
1821 Uitsnede uit de successieaangifte van ‘Arnolda Louisa Crookceus, in leven weduwe van den heer Mr. Abraham Francken’. Enige erfgenaam is haar dochter ‘vrouwe Elisabeth Maria Francken, gehuwd aan den medeondergetekenden Mr. Ambrosius Steenlack’.
Het Menink wordt alsvolgt omschreven:
‘Het buitengoed Menink genaamd, gelegen in het schoutambt Hengelo, kwartier Zutphen, provincie Gelderland; waaronder de navolgende erven en bouwplaatsen zijn behorende:
Het erve Menink.
Het erve Liefrink.
Het erve Rerink.
De katerstede Kempel.
De katerstede Koldewei.
De katerstede Nieuwhuis.
De katerstede Kijkuit.
De katerstede Bakhuis.
Alles tezamen uitmakende omtrent twee en zeventig morgen aan bouw- en weiland, en boschgronden en strekkende ten zuiden van de Zutphensche Weg naar Hengelo, en ten Noorden van de Wijnstroet, aanvangende bij de katerstede de Straatman en grenzende aan Heisterboom en Kraassenberg, voorts aan den Mokkink Enk, alles in de buurschap Noordink.
Het erve Wassink; gelegen als het vorige, groot ongeveer 23 morgen bouw en weiland en boschgrond; grenzende aan Pokkeldoorn, Wassinkmaat, Abbink en Langeler.
Het erve Smedink [Smeenk], gelegen als het vorige, in de buurschap Varssel, groot omtrent 12 morgen, bouw en weiland, grenzende aan Loman.’
1851 Uitsnede uit de memorie van successie van Elisabeth Maria (Steenlack-)Francken.
Bron Gelders Archief.
(transcriptie Sikke Postma)
ECAL
Nummer toegang : 3011 Notarissen in de gemeente Bronckhorst, 1812-1935
Inventarisnummer : 15 1852, 1853 (Standplaats Hengelo, L.A. Ghijm, 1822-1875)[in de marge:]
1852, den 1 november, rep. No 80Voor Lodewijk August Ghijm, notaris in het arrondissement Zutphen residerende te Hengelo, provincie Gelderland, in tegenwoordigheid der beide na te noemen getuigen verschenen:
1- Gerhardus Buursink, koopman
2- Lubbert Ruesink, smid
3- Frederik Jan ter Maat, grondeigenaar, alle wonende onder Zelhem, en
4- Willem ter Maat, kastelein onder het ambt Doetinchem woonachtigDewelke comparanten verklaarden te verkoopen en in vollen en vrijen eigendom onder guarantie voor evictie en hijpotheken over te dragen aan de navolgende ten dien einde alhier mede verschenen personen, te weten:
I- Aan den heer Johannes Bernardus van Houten, notaris te Amsterdam en aldaar wonende, zoo door hem wordt geaccepteerd:
Het buitengoed Meenink, als heerenhuis, erf met eenige bouw-, weide-, bosch- en andere gronden, gelegen inde buurtschap Noordink onder Hengelo en staande bij het kadaster dier gemeente bekend sectie A, nummers 155, 156, 157, 158, 159, 160, 163, 166, 167, 168, 169, 170, 171, 172, 173, 174, 178, 179, 180, 197 en 199, volgens hetzelve groot dertien bunders, vierentwintig roeden en twee ellen; voorts sectie A gedeelten van nummers 96, 175, 176 en sectie B, gedeelte van nummero 737, te zamen ter onvervankelijke grootte van twee bunders, drieënzeventig roeden.
Een en ander zoo op het terrein kennelijk staat uitgebakend; dan nog eene begrafplaats, nummer 278, op het nieuw aangelegde kerkhof [te Hengelo, zijnde dat kerkhof] kadastraal bekend onder sectie F, nummer 571.
[in de marge:] renvooi goedgekeurd GB, LR, FJtM, WtM, JBvH, PL, AdS, AJTK, G ntsII- Aan den zoo even genoemden heer Van Houten als vader, en als zoodanig waarnemende de regten en mitsdien voor en ten behoeve van zijnen minderjarigen zoon Joan Walrave van Houten, gelijk door hem ten behoeve als voren wordt aangenomen:
Eene schuur, zaadberg, melkhuis, een en ander met hunne erven, staande bij het genoemde buitengoed, voorts eenige bouw-, weide- en boschgronden aldaar in den Noordink onder Hengelo gelegen, voorkomende op den kadastralen legger dier gemeente, sectie A, nummers 164, 165 en 177, sectie K, nummers 1, 2, 3, 4, 5 en 6 volgens hetzelve groot zeven bunders, drieënzestig roeden, tien ellen. Verder van sectie A, gedeelten der nummers 175 en 176, en sectie K, gedeelte van nummero 7, te zamen omde acht bunder, zes roeden, veertig ellen groot.
Eindelijk een grafruimte, nummer 268 op de nieuwe begrafplaats te Hengelo, welke als reeds is opgegeven kadastraal bekend staat, sectie F, nummer 571.
Een en ander zoo mede kennelijk reeds op het terrein staat uitgebakend, enIII- Aan den heer Pieter Langerhuizen, directeur der Hollandsche Societeit van Levensverzekering, wonende te Amsterdam, zoo door hem wordt geaccepteerd:
Eenige bosch, wegen en andere gronden, een en ander zoo ter plaatse staat uitgebakend en mede in de buurtschap Noordink onder Hengelo is gelegen, voorkomende op den kadastralen legger dier gemeente, sectie A, nummers 161, 162, 106 en 107, volgens hetzelve // groot negenennegentig roeden, vijftig ellen, zoo mede sectie B, gedeelte van nummer 737, en sectie A, gedeelten van nummers 96 en 153, groot onvervankelijk een bunder, negenendertig roeden, tien ellen.Hebbende verkooperen van voorschreven goederen den eigendom bekomen door aankoop bij openbare veilingen en diffinitieve toewijzing ten overstaan van den te Lochem standplaats hebbenden notaris Marin, te Vorden achtereenvolgens den zesden, twintigsten en eenentwintigsten julij laatstleden gehouden, waarvan de processen verbaals behoorlijk zijn geregistreerd, en ten kantore van Hypotheken te Zutphen overgeschreven den dertigsten september daaraanvolgende in deel 143, nummero 36.
Geschiedende deze verkoop en koop ten gezamentlijken koopprijze van vijfentwintigduizend tweehonderd Nederlandsche guldens, voorts onder voorwaarden:
Dat de goederen worden verkocht zoodanig en in dien staat als op dit oogenblik zich bevindende, ter plaatse gelegen en strekkende zijn, zonder dat koopers wegens later te bevindene over- of ondermaat van den grond eenig verhaal op verkooperen kunnen instellen, verder onderworpen aan rijks en plaatselijke belastingen, regten en geregtigd heden, heerschende en lijdende erfdienstbaarheden daarop rustende of daaraan verbonden, alles in voege en op gelijke wijze en voorwaarden als de perceelen aan verkoopers zijn toegewezen geworden, en alzoo ook ten aanzien van de betaling der grondbelastingen, de in gebruik en genot aanvaarding, gestanddoening der bestaande huurjaren aan de tegenwoordige pachters (ten welken einde kooperen eenieder voor zoo ver zijn gekochte is betreffende bij deze zijn getreden en gesurrogeerd in alle regten en actien welke verkooperen jegens de pachteren of anderen zijn hebbende) en overigens onder alle verdere bedingen en voorwaarden als waaronder verkooperen de voorzeide goederen bij de zoo even vermelde processen verbaals hebben aangekocht, waaromtrend de kooperen verklaren volkomen te zijn ingeligt zonder te dien aanzien eenige verdere omschrijving of vermelding te begeren.
Ten slotte verklaren verkooperen den voormelden gezamentlijken koopprijs ad vijfentwintigduizend tweehonderd gulden van de koopers, elk daarin dragende voor deszelfs respectievelijk gekochte, te hebben ontvangen hen daarvoor zonder eenig voorbehoud kwijting te verleenen bij deze.
Waarvan acte, gedaan en verleden te Hengelo ten huize van den logementhouder Carel Langeler, heden den eersten november achttienhonderd tweeënvijftig, in tegenwoordigheid van de heeren Adriaan de Stoppelaar, landbouwer, en Anthon Johan Theodoor Kobus, brievengaarder, beiden te Hengelo wonende als getuigen, die met alle in deze verschenen personen den notaris bekend zijn.En onmiddelijk na voorlezing dezes hebben alle de comparanten, de getuigen met den notaris onderteekend de tegenwoordige bij den notaris in het bezit gebleven minute.
[w.g.]
G. Buursink
A. de Stoppelaar
A.J.T. Kobus
L.Ruessink
J.B. van Houten
H.J. ter Maat
P. Langerhuizen
W. ter Maat
Ghijm[in de marge:]
f 1008,=
“ 383,04
f 1391,04Geregistreerd te Doesborgh, vijf november achttienhonderd tweeënvijftig, deel 71, folio tien verso, vak vier en volgende, een blad, een renvooij.
Ontvangen duizend acht gulden regt, met achtendertig opcenten, dertien honderd eenennegentig gulden, vier cents.
De ontvanger [w.g.] van BovenDen 6 november afschrift aan de heer J.B. van Houten uitgereikt.
Den 9 november 1852 uittreksel aan den heer J.W. van Houten uitgereikt.
Denzelfden dag dito aan den heer Langerhuizen uitgereikt.
1929-11-26 Bron Graafschapbode.
1945
1947
Bron Gelderlander, door Gerard Menting (jaar onbekend).
Kopie H. Schuppers-Demming.