Uilenesterstraat 24

Uilenesterstraat 24, De Bulte - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen

     

     

    monsterrol 1665 (2)

    1665 'Monsterrol'. Bron GenealogieDomein.nl

     

    monsterrol 1665 (2)

    1784 'Lijst Weerbare Mannen'. Bron GenealogieDomein.nl


    (transcriptie Sikke Postma)

    ECAL
    Toegangsnummer:  3021
    Inventarisnummer: 860

    Op den .. meij 1693

    Coram
    A. Cremer, richter
    Coergenoeten Jan Roelofs en Derck Banninck

    Erschenen Antoni Everts, verhalende hoe dat hij op den 21 januari laestleeden van msr. Adam Stenderinck ingevolge opgerigte coopcedul heeft gekoft de halfscheidt ener ackermaet van Stegenbosken in den richterampt van Doesborgh, kerspel Drempt gelegen, gelijck mede de halfscheidt van 284 stuck eijckenbomen op Remelsbulte off Mamenhorst alhier in Hengelo staende. En dat de coper van de wederhelfte, als met namen Hendr. van Latum en sijn consorten, sich comen te verstouten van comparants gerechten halfscheidt sich mede meister te maecken ofte ten deele an te matigen, en niet willen dulden [dat] die comparant sijn gekofte andeel come te genieten, maer hetselve tegens alle regt en billijckheidt en sonder enige de minste reden, als insolidum copers van’t gemelte hout, comen nae sich te trecken.

    ’t Welcke comparant alsoo niet en gedenckt toe te laten, soo versogte hij comparant hiermede seer dienstelijck aen den hr. officier consent waerbij die bovengemelte persone en sijn consorten moge worden gelast en gewaerschout sich niet van het voorseijde gekofte houdt aen te matigen voor en alleer die afdeilonge van voornoemde halfscheit is geschiet, en in cas onvermoedelijck contrarie inmiddels wierde ondernomen, protesteert comparant van alle hinder, cost en schade soo [hij] daerbij mochte comen te lijden, met intimatie, dat gemelte afdeilonge binnen den tijdt van 24 uijren moge worden gedaen in’t werck gestelt, ofte dat sunsten nae dato den hr. officier, in plaetse van den quadtwillige, de deijlonge met comparant moge doen, alles onder protest van costen.


    1775 3021 654

    1775 Uitsnede uit een overdachtsakte. Bron ECAL 3021-654. 


     

    (transcriptie Sikke Postma)


    ECAL
    Nummertoegang             : 3021
    Inventarisnummer          :  906

    Op den 7 julij 1779 des agtermiddags om 2 uur
    Coram L.A. Willinck, richter
    Gerigtsluiden Aalbert Eggink en Garrit Jan Praasterink

    Compareerde Adriaan Bisschop, weduwnaar wijlen Janna Venderink, te kennen gevende dat voorneemens was wederom te trouwen, versogte dierhalven dat over zijne minderjarige dogter Elisabeth Bisschop genaamt, oud in haar darde jaar, bij opgemelte zijne ehevrouw in ehe verwekt, twee momberen mogten worden aangestelt, die des kinds beste besorgden en het argste weerden.

    ’t Gerigte stelt in deesen tot momberen over opgemelte onmondige de persoonen van Derk Venderink en Hendrik Bisschop, als naaste vrinden van vader en moeders zijde.

    Welke daarop in den gerichte zijn erscheenen en hebben deese momberschap bij handtastinge aangenoomen, en daarbij aanbelooft zig als momberen na landrechte te sullen gedragen, der pupillen welzijn en voordeel na haar vermoogen voor te staan en te bevorderen.

    [w.g.]

    L.A. Willinck, richter

    Gerigtsluiden Albert Eggink

    Garrit Jan Praasterink

    ------------------------

    Op huijden, dato ondergeschreven, is tusschen Adriaan Bisschop, weduwnaar wijlen Janna Venderink, ter eenre, voorts Steven Garritsen als gerigtelijk aangestelden momber over de minderjarige zoon van wijlen opgemelte Janna Venderink, bij haaren voorigen eheman Barend Wullink in ehe verwekt, dan nog Derk Venderink en Hendrik Bisschop in haare qualiteit als momberen over de minderjarige dogter van Adriaan Bisschop bij wijlen genoemde zijne ehevrouw Janna Venderink in ehe verwekt ter anderen zijden, opgerigt, gededingt en geslooten een vast en onverbrekelijk magescheijd, en sulx om te strekken tot scheijdinge en deelinge van den eersten contrahent en genoemde zijne minderjarige kinderen over den boedel en nalatenschap zoo dukgenoemde Janna Venderink meterdood ontruijmt en nagelaaten heeft, en sulx volgende gestalte en manieren:

    Dat aanvankelijk uijt de huwelijksche voorwaarden tusschen den eersten contrahent en wijlen desselfs ehevrouw, bij het ingaan van haar huwelijk op den 22 september 1775 binnen Zelhem opgerigt, gebleeken zijnde dat de gemeenschap van goederen uijtgeslooten en wedersijds aangebragte of aan te erven goederen, retour subject zijn zouden. Zoo is uijt exhibitie van staat en inventaris kennelijk, dat van de zijde van eerste contrahents huijsvrouw Janna Venderink ten huwelijk aangebragt zijn:

    Een stuk bouwland onder den richterampte van Zelhem geleegen in den Oosterinkschen Enk op de Gooijschagts Bult, groot een half mudde gesaaij, met het onmondige kind bij wijlen haaren voorigen eheman Berend Wullink in gemeenschap, dan nog aan contant geld aangebragt eene somma van 333-13-0, waarvan moet gedecorteert worden de schulden die ten laste van de gemeene huijshouding zijnde, en dus tusschen den eersten contrahent en desselfs kinderen gemeen, zig bedragende ingevolg specificatie op den inventaris ervintelijk na aftrek van de voordeelige pretentien eene somma van 156-8-0, waarvan de halfscheijd komt ten laste van de onmondigen, dus 78-4-0; voorts de doodschulden ten laste van de onmondigen alleen zijnde mede ingevolge specificatie op den inventaris ter somma van 33-12-0.

    Blijft dus suijver, boven en behalven het stuk land hier voorens gespecificeert de somma van 221-17-0 en welke aan de twee minderjarige kinderen voor haar moeders versterf word toegedeelt bij en kragt deeses, om door hun vader, den eersten contrahent in deesen, aan haar, onder reserve van zijn regt van tugt hem ingevolge testamentaire dispositie op den 13 januari 1779 voor den landgerigte van Hengelo gepasseert op deese goederen competerende, te worden uijtgekeert, buijten en behalven de kleederen tot de overleden haar lijf behoort hebbende, welke ingevolge boven geallegeerde testamentaire dispositie voor de minderjarige dogter Elisabet alleen zijn, en dus aan haar worden toegedeelt bij deesen.

    Vervolgens is geconditioneert, dat den vader of eerste contrahent in deesen, zijn onmondig kind zo lang bij hem is, behoorlijk zal verpleegen, in kost, drank, kleederen, linnen en wollen, laaten leeren leesen en schrijven, breijden en naaijen, en wanneer haare mondige jaaren bereijkt heeft of te trouwen koomt, voor een uijtset te geeven een ordentelijk bedde met zijn toebehooren en een kiste beneffens een koe.

    Naar welkers voldoeninge in manier voorschreven partijen condracdanten van den anderen zijn gescheijden met belofte om elkanderen deese toegedeelde goederen te sullen helpen guaranderen, wagten en waaren, jaar en dag als erfmagescheijds regt is, alles onder verband en submissie als na reghten.

    Dies ten oorconde is deese bij partijen condracdanten neffens getuijgen eijgenhandig onderteekent. Actum Hengelo den 7 julij 1779.

    [w.g.]

    Aadriaan Bisschop

    Dit Y mark is van Steven Garritsen in zijn qualiteit als momber eijgenhandig geteekent

    Derk Venderink     )

    Hendrick Bisschop ) momber

    Albert Eggink                 )

    Garret Jan Praasterink ) getuijgen  

    0001 kopie scherper




    1852 uitsnede mvs Bernardus Bisschop

    1852 Uitsnede uit de memorie van successie van Bernardus Bisschop:

    (transcriptie J.D. Lettink)

    En wordt aangegeven:

    Dat het actief dezer nalatenschap bestaat als volgt:

    Onroerende goederen:

    De bouwplaats Remersbulte genaamd gelegen onder Hengelo bestaande in huis en erf met tuin en boomgaard, voorts bouw- en weiland, benevens boschgrond, Kadaster artikel 26 sectie H nos. 780 tot en met 797, 803, 1036 en 1152, zamen groot 16 bunder 34 roeden 20 ellen; door twee onpartijdige deskundigen ten dage van ’t overlijden geschat op eene verkoopwaarde van f 8.300,=

    Voorts één bij gemelde bouwplaats behoorend stuk heidegrond gelegen in twee blokken onder Zelhem, Kadaster artikel 99 sectie A no. 445 en 446 groot 2 bunder 5 roeden 10 ellen ter waarde als boven van F 80,=

    Een zesde gedeelte van het plaatsje Mamenhorst ook onder Hengelo Kadaster sectie H nos. 707 tot en met 718 ter grootte van 2 bunder 19 roeden 50 ellen, vermoedelijk kadastraal ten name van gemelden aangever en consorten, - dit plaatsje als boven geheel geschat op f 1.080,=, alhier dus voor 1/6 – f 180,=

    Drie zitplaatsen in de Hervormde Kerk te Hengelo, in bank 8 sectie B; geschat als boven op f 45,=


     

     

     

Pagina 5 van 6