Regelinklaan 1
Regelinklaan 1, Klein Regelink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen
-
Akten, verhalen en gebeurtenissen
1703 Beslaglegging op de roerende goederen 'van Hendrik Caspers, off Klein Regelick genoemt'.
Bron ECAL 3021-861.
(transcripties Sikke Postma)ECAL
Nummertoegang : 3021
Inventarisnummer : 863Op den 19 januari 1726
Coram Aaron Exalto d’Almaras, rigter
Gerigt[]luijden [geen namen ingevuld]Compareerde Jan Engbert op Cleijne Regelink, te kennen gevende hoe dat voornemens was te trouwen met Peterken Berents, weshalven versogte onpartijdige mombaars over sijn onmundige soon Arent Engberts die het beste daar selve gelieven te besorgen.
’t Gerigte stelt tot mombaars over gemelte onmundige die me[er]derjarige broers Gerrit Arents en Engbert Engberts die haar mombaarschap aangenomen hebben trouwelijk waar te nemen en hierop gestipuleert.
-----------------
[In de marge:]
Getek[ent] den 19 jan[uari] 1726Staat en inventaris opgerigt door Jan Egberts op Kleijnen Regelink, so en als met wijlen sijn ehevrouw heeft beseten en nog kompt te besitten.
Eerstelijk levendige have
Een merrie paard met touwen, twe melk koeijen, een dragtige vierse, twe kalveren, een varken, 3 gansen, 1 ende, 7 hoenderBouwgereetschap
Een ploeg, twe kleijne en een groote eegde, een hoge karre en storte karre, snijtrog, wanne, drie vlegels, paardetrog, kleijne hekselkiste, 5 kuijpens, vleesstender, 3 biertonnen, 2 oude bouwsigten, twe zeijssens, een schuppe, twe spaden, een bijle, een hiepe, een hakkemes, twe plagzigten, een haar, 3 grepen, twe gavelen, een reppele, harkedoor, 3 koeklompenHuijsgerak
2 melktonnen, een carne, 4 melkvaten, melkemmer, 2 wateremmers, 5 holten telders, een botervat, melkbanke, een etenskaste, een kleerkaste, 6 stoelen, drie manden, baktrog, meelzeve, melkzeveCoper, ijser, tin
Twe ijseren potten, hangijser, reuster, koekepanne, haal, 2 lampen, een grooten en een kleijnen eker, 10 tinnen lepelsAardewerk
Drie kannen, 2 schotelen, 6 stenen telders, 5 koppen, deurslagLinnen en wullen
Eerst het bedde met sijn toebehoor den erfuijter toebehorende, gelijk mede het linnen en wullen tot sijn lijf behorende, het linnen en wullen tot de moeders lijf hebbende gehoort, de kinderen alleen behorendeIn gemeenschap dit volgende:
Twe bedden, een peuluwe, 11 beddelakens, een tafellaken, een handdoek, 20 ellen warkendoek, 12 pondt vlassen gaarn, ongeveer 13 pondt vlas, 5 saatsakkenEetwaren
Ongeveer 4 molder rogge ongedorst, ongeveer 3½ molder boekweijte, half mol[der] garste, ongeveer 2 schepel ruevesaat, 2 sijden spek, en 2 boekharsten, een ruggestuk, 3 halve kippen, een schinkel, 4 a 5 sakken aardappels in de kuijle, enig elsholt, scheupe voor een gedeelte ongeveer 8 vimme roggenstroo, stroo van 2 vim boekweijte, ongeveer een voer hooij, mest in de vaalt en stal’t Gesaaij
Ongeveer 4½ molderssaat met rogge bezaaijt, ongeveer nog 9 schepelssaat woestWelke die vader aanneemt te betalen als gem[e]lte onmundig mundig is, sonder kortinge van eenig costen.
Die vader angenomen alleen te betalen met een summa van 4 gulden.
ECAL
Toegangsnummer : 3021
Inventarisnummer: 863Op den 21e appril 1727
Coram
Aaron Exalto d’Almaras, rigterGerigtsluijden Gerrit Woers en Gerrit Arentsen
Compareerden Derk Meijer en Henrik Pijper, inwoonderen alhier en verklaren op haar mannen waarheijt bij handtastinge in eedes plaats, hoe dat Jan Engberts op C. Regelink voornemens is te senden na ’s Gravenhage 135 hammen, 9 sijden spek en 50 stukken rookvlees, ’t welke alhier in en om Hengelo in die graafschap Zutphen is gemest, geslagt, gesouten en gerookt. S.A.L.
en waarheijts oirconde hebbe ik rigter voornoemt dese getekent en bezegelt.
ECAL
Toegangsnummer : 3021
Inventarisnummer: 875Op den 23en Julio 1750
Coram Aaron Exalto d’Almaras, rigter
Gerigtsluijden Jan Tilborg en Jan ten BraakeCompareerde Arent Caspers op Cleijne Regelink, wedunaer van wijlen Berentjen Roesink te kennen gevende, dat voornemens was wederom te trouwen met Berentjen Gerritsen op de Menkhorst, weshalven versogte over sijn vier onmundige kinderen [genaamt] Geerteruijt, Aeltjen, Jan en Fenneken, bij wijlen sijn voorschreven ehevrouw ehelijk geprocereert, die des kinderen beste besorgen en’t argste weren.
’t Gerigte stelt in desen tot mombaren Jan Jansen op de Knipscheer en Engberts Aelberts op de Huijrne, welcke bij handtastinge haere mombaerschap hebben angenomen trouwelijk waer te nemen, en die verburget als regthens.
Hierop geexhibeert den inventaris, en is voor de kinderen verbleven als in ’t eeijde te sien.
-----------------
ECAL
Nummertoegang : 3021
Inventarisnummer : 904[In de marge:]
Exhibiert den 23en Julio 1750Staet van inventaris, opgerigt door en uijt naem van Arent Jansen op K. Regelink, weduwenaer van wijlen Berentjen Alberts Roessink, over de gerede en ongerede goederen soo hij met wijlen zijn ehevrouw voornoemt heeft beseten, en hem stervende sijn nagelaten, alle in- en uijtschulden den (den) boedel enigsints rakende, alles ter goeder trouwe en nae zijn beste wetenschap laten opstellen. Edog soo iets onvermoetlijk te veel of te weijnig of te onregt mogt opgestelt zijn, bij nader informatie ten allen tijden te mogen vermeerderen verminderen of veranderen buijten praejuditie van de overledene, erfgenamen of ijmant van harent wegen, en is bevonden als volgt en getaxeert door de mombaren Jan Knipscheer en Engbert Hacken.
1773 Bron ECAL 3021-671.
1788 Bron ECAL 3021-671.
1830 Bladzijde uit een akte voor het toewijzen van een 'toeziend voogd'.
Uit privécollectie familie Kelholt.1884 Bladzijde uit de overdrachtsakte (Lebbink verkoper - Kelholt koper).
Uit privécollectie familie Kelholt.