De moord op Jo Vennegoor
door W.J.M. Hermans in 2010
Bron: Gemeentearchief Hengelo (Gld), collectie Morsink.
Al eerder gepubliceerd op de website: www.oldhengel.nl
Op 31 augustus 1944, de verjaardag van Koningin Wilhelmina, vond er aan de Banninkstraat een drama plaats. De spertijd was om 22.00 uur ingegaan. Om ca. 22.10 uur liep J.H. Vennegoor naar zijn huis Banninkstraat 18. Hij was even wezen buurten aan de overkant op Banninkstraat 17. Juist toen hij in zijn eigen tuin stond kwam er een patrouille aan, bestaande uit vier Hengelose Landwachters (dit waren bewapende en geüniformeerde NSB'ers). Eén van hen, Gerrit Sanderman was nota bene zijn buurman. De anderen waren Jan Bosch, Lambertus Klein Haneveld en zijn zoon Wim Klein Haneveld.
Aangezien Vennegoor zich na de spertijd op straat bevond werd hem naar zijn persoonsbewijs gevraagd. Naar later bleek heeft hij persoonsbewijs laten zien, maar weigerde het af te geven aan de Landwachters. De Landwachters die deze weigering niet accepteerden kregen een hevige woordenwisseling met Vennegoor. Zo erg dat op een gegeven moment twee van de Landwachters Vennegoor vastgrepen met de bedoeling hem op te brengen. Vennegoor liet dit niet toe en rukte zich los. Door deze schermutselingen waren allen inmiddels op straat beland en Vennegoor trachtte toen via de de tuin van zijn buurman H. Niessink te ontkomen aan zijn belagers. Hierop heeft Lambertus Klein Haneveld met zijn jachtgeweer een schot gelost op de weg rennende Vennegoor. Latere metingen toonden aan dat de afstand tijdens het schieten slechts 7 meter was. Daarbij moet worden vermeld, dat het ten tijde van dit incident volle maan was en de Landwachters een zeer goed zicht hadden.
Situatietekening van de moord op Jo Vennegoor.
Bron: Irma Kroesen- Engelen.
Vennegoor werd ter hoogte van zijn linker heup getroffen door het schot hagel en de inwendige verwoestingen waren dodelijk. Door de klap viel Vennegoor naast de woning van Niessink neer. Hij kwam echter weer op om vervolgens enkele meters verderop achter de woning van Niessink definitief ter aarde te storten. Uit getuigenverklaringen is later gebleken dat het gewraakte schot om ca. 22.15 uur is gevallen. De Landwachters echter hadden verklaard dat het om 23.30 uur was geweest; dit waarschijnlijk om het overtreden van de spertijd wat aannemelijker te maken.
Banninkstraat. Foto ECAL.
Naar aanleiding van alle rumoer wilden diverse buren zich naar buiten begeven, maar de bewapende Landwachters verhinderden dit een aantal malen. Zelfs Niessink die het gekerm van iemand achter zijn woning wilde onderzoeken, lukte het pas bij de derde keer om naar buiten te komen. Toen hij bij de kermende persoon kwam constateerde hij tot zijn schrik dat het zijn buurman Vennegoor was. Toen Niessink aan de Landwachters vroeg of er al een dokter was gewaarschuwd, kreeg hij te horen dat er al voor een dokter gezorgd was en dat ook de politie gewaarschuwd was. Later is gebleken dat er helemaal nog geen contact was gezocht met een dokter, maar dat twee van de Landwachters naar Kastanjelaan 9 waren gegaan, om de daar wonende groepscommandant van politie Sminia te halen.
De groepscommandant heeft toen getracht dr. B.J. ter Bals, Raadhuisstraat 40 op te roepen, maar deze was niet thuis en er werd hem aangeraden zijn eigen buurman dr. R.C. Dwars in te schakelen. Deze was inmiddels al door de familie Vennegoor per telefoon op de hoogte gebracht en direct naar de Banninkstraat gegaan. Daar aangekomen constateerde de dokter dat Vennegoor dodelijk gewond was en gaf vervolgens direct opdracht om geestelijke hulp te gaan halen (Vennegoor was Rooms Katho¬liek). Intussen werd de dodelijk verwonde Vennegoor naar zijn eigen huis gebracht. Korte tijd na aankomst in zijn woning overleed Vennegoor aan de verwondingen zonder weer bij kennis te zijn geweest. Mede daardoor is hem geen geestelijke bijstand meer verleend.
Banninkstraat 18 en leden van de fam. Vennegoor met kennissen.
Foto: Irma Kroesen- Engelen.
Achterzijde bidprent J.H. Vennegoor.
Foto: Irma Kroesen -Engelen.
J.H. Vennegoor overleed om ca. 22.30 uur. De verontwaardiging en afschuw was enorm onder de Hengelose bevolking. Iedereen was de mening toegedaan dat een dergelijk schot totaal niet nodig was geweest, maar de betrokken Landwachters beriepen zich op de formele bepalingen die door de Duitse autoriteiten waren uitgevaardigd ten tijde van de bezetting. Op maandag 4 september 1944 om 10.00 uur was de plechtige dienst in de R.K. kerk. Het kerkgebouw was geheel gevuld met medelevenden. De lijkkist was bedekt met een zestal kransen. Na de dienst werd de lijkkist naar de R.K. begraafplaats aan de Zelhemseweg gebracht. Dit ging onder begeleiding van een enorm lange rouwstoet zoals men die in Hengelo nog nooit gezien had. Daags na de begrafenis was het 'Dolle Dinsdag', de dag waarop veel NSB'ers plotseling richting Duitsland vluchtten. Zo ook de vier Landwachters die bij dit geval betrokken waren. De schutter werd na de oorlog voor zijn misdaad bestraft.
Bidprent Johannes Henricus Vennegoor.
Bron: Irma Kroesen-Engelen.
Zoals bij het katholieke geloof gebruikelijk is werden er na het overlijden van J.H. Vennegoor ook bidprentjes uitgegeven. In dit geval echter in twee uitvoeringen. Een normale uitvoe¬ring welke door de Duitse censuur goedgekeurd was, en een illegale versie waar op de achterzijde stond: GEVALLEN VOOR HET VADERLAND en daarbij een foto van de overledene. In 1982 zijn de overblijfselen van J.H. Vennegoor overgebracht naar het Militaire ereveld te Loenen.
Gedenksteen J.H. Vennegoor in Loenen.
Foto: Irma Kroesen-Engelen.
A. Peters (NSB'er) verklaarde bij een verhoor door de P.O.D.: "Lambertus Klein Haneveld heeft eerst verklaard op 1-9-44 dat hijzelf Vennegoor had neergeschoten, doch later de schuld op zijn zoon Wim Klein Haneveld schoof. Toen ik in de herfst van het jaar 1944 in het Kriegslazaret te Schalkhaar bij Deventer lag, kwam de mij welbekende Wim Klein Haneveld bij mij en huilde. Toen ik vraag waarom hij huilde, antwoordde hij "Is het niet treurig, dat men mij verdenkt van de moord op Vennegoor en dat is niet waar. Mijn vader heeft het gedaan en ik heb de schuld op me genomen voor mijn vader".
Het is mij bekend dat in 1944 de Hengelose ingezetene Vennegoor door een lid van een patrouille der Landwacht is doodgeschoten. Dit had de oude Klein Haneveld gedaan, volgens een indertijd afgelegde verklaring. Later schijnt echter zijn zoon Wim, die ook deel uitmaakte van de patrouille, de schuld op zich te hebben genomen. Vennegoor had nog een pet op, die hij altijd droeg als uniformpet van de radiodistributie.
Verklaring J.B.H. Sueters, zijnde verloofde van Vennegoor, wonende Banninkstraat 17. "De mij bekende Jo Vennegoor, met wie ik officieus was verloofd, was bij mij op bezoek geweest en verliet op dat tijdstip mijn woning, die tegenover de zijne is."
Getuige Evert Jan Wuestenenk, 42 jaar, expeditieknecht, Banninkstraat 19. "Omstreeks 10 uur hoorde ik voor mijn woning rumoer in de Banninkstraat. Ik hoorde een schot en begaf me op straat om te kijken wat er gebeurd was. Ik zag toen een patrouille van de Landwacht, die mij gelastte naar binnen te gaan, waaraan ik gevolg gaf."
Martin Voskamp, 36 jaar, pakhuisknecht, wonende Kervelseweg 10, zegt: "Tien over tien is het gelost. Ik keek op de klok toen ik het schot hoorde. Het was die avond zeer licht buiten. Toen ik direct na het vallen van het schot uit het raam keek, kon ik ver over het land kijken."
Van Gerardus Potman, Hofstraat 6, 38 jaar. Heeft het schot gehoord om 22.10 uur. Weet precies dat het zo laat was, want had direct na het vallen van het schot op de klok gekeken.
G. Weideman (P.O.D.), 6 augustus 1945 over L. Klein Haneveld:
Kl. Haneveld stond op politiek gebied in Hengelo zeer ongunstig bekend. Hij was een gevreesd landwachter, die, dat wist iedereen, niet zou aarzelen, de strengste maatregelen toe te passen indien hij dat onverhoopt in zijn hoofd zou krijgen. Indien verdachte gewapend met zijn geweer de deur uitging, was in een ogenblik tijd de gehele omtrek gealarmeerd, terwijl mij tijdens verhoren is gebleken, dat zijn eigen collega's landwachters hem niet mochten en er een hekel aan hadden met hem op dienst te gaan, omdat hij zelfs volgens hen te streng was in zijn optredens.
Nadat Kl. Haneveld het dodelijke schot op Vennegoor had gelost hebben zijn collega's landwachters zelfs verklaard dat het nu toch wel een beetje te bar was. Meerdere NSB'ers uit Hengelo hebben naar aanleiding van dit gebeurde nadien zich niet meer de NSB bemoeid. Het hing hun klaarblijkelijk te ver. Verdachte was volgens mij als landwachter tot alles in staat, zijn lage harts¬tochten kwamen boven, zodra hij als landwachter op dienst ging.
Tijdens zijn verhoor over het neerschieten van Vennegoor nam hij de lafhartige gelegenheid te baat om zelfs de schuld van het gebeurde op zijn zoon te schuiven en toen hij dit door de tegen hem getuigende feiten kon volhouden verklaarde hij dat hij Vennegoor per ongeluk had neergeschoten. Iets wat volgens mijn rapporteur door het bewijsmateriaal wordt tegengesproken. In zijn kwaliteit van postcommandant de Landwacht Hengelo knapte hij alle karweitjes op ten gunste van de Duitse bezetters en was een ware machtswel¬lusteling, die gaarne zag dat men hem vreesde en hij maakte misbruik van de bevoegdheid.
Verklaring Willem Klein Haneveld, (geb. 1926), van beroep banketbakker te Hengelo, Vordenseweg 8 over het geval Vennegoor: "Ik kan me nog herinneren, dat ik in de maand augustus 1944 als landwachter met mijn vader Lambertus Klein Haneveld, Jan Bosch en de oude Sanderman, allen in de functie van landwachter, op dienst ben geweest, tijdens welke dienst, een persoon genaamd Vennegoor, welke in de Banninkstraat woonde, door een lid van onze patrouille, namelijk mijn vader met een schot hagel uit een jachtgeweer gedood werd. Op bedoelde avond kwam landwachter Jan Bosch bij ons aan huis, waarop mijn vader, Jan Bosch en ik ons naar de woning van Sanderman hebben begeven, teneinde gevieren op dienst te gaan.
Omstreeks 22 uur gingen wij naar buiten, daar toen onze dienst begon. Bij Sanderman zijn we ongeveer een kwartier binnen geweest. Toen we uit de woning van Sanderman naar buiten kwamen, zag ik dat op ongeveer 10 meter voor ons uit iemand op de weg liep in de richting van het dorp Hengelo in de Banninkstraat. Hij kwam van het erf van Vennegoor af. Ik heb niets geroepen, wie er geroepen heeft weet ik niet, doch ik meen te weten dat het Jan Bosch of mijn vader was. Er is geroepen van halt. In ieder geval heeft Sanderman niets geroepen. De aangeroepen persoon bleef staan, waarop mijn vader in zijn kwaliteit van patrouillecommandant landwacht aan de aangeroepen persoon zijn persoonsbewijs vroeg. Hij liet dit zien, waarop ik zag dat hij Vennegoor heette. Een van ons lichtte met zijn zaklamp op het persoonsbewijs. Vennegoor weigerde zijn p.b. af te geven, waarop ik het uit zijn handen heb gerukt. Vennegoor werd toen tussen mijn vader en Jan Bosch in weggevoerd. Dit kon ik duidelijk zien, omdat ik er 3 meter achterliep. Opeens hoorde ik een schot, doch wat er gebeurde heb ik niet gezien, daar ik op dat moment juist het persoonsbewijs van Vennegoor liep te bekijken. Ik had mijn karabijn aan de schouder. Ik meen dat mijn vader na de staandehouding Vennegoor heeft gezegd mee te gaan naar het gemeentehuis. Na het vallen van het schot vroeg ik direct aan de andere landwachters wat er gebeurd was, doch zij wilden mij eerst niets zeggen. Mijn vader en Sanderman zijn toen naar de toenmalige onderluitenant van de marechaussee Sminia gegaan, teneinde die te waarschuwen, terwijl ik met Jan Bosch achter ben gebleven. Bosch liep op de weg en ik ben bij Vennegoor gebleven, die door het geloste schot getroffen bleek te zijn en op de grond lag.
Toen dr. Dwars kwam, heb ik een ladder gehaald bij Niessink, waarop Vennegoor door mij en een burger gelegd werd. Ik ben toen met mijn vader en Jan Bosch naar huis gegaan. Ik schat dat Vennegoor om 10 of 5 minuten voor half elf is aangeschoten. Ik ben na het vallen van het schot achter de woning van Niessink, naast welke woning Vennegoor op de grond lag, geweest, dus als iemand geroepen heeft "landwacht, naar binnen gaan, anders neem ik je mee of krijg je ook zoiets" moet dat Bosch gedaan hebben. Ik in ieder geval niet. Mijn vader en Sanderman waren toen naar Sminia. Ook heb ik niet geroepen dat als men niet naar binnen ging, er geschoten zou worden. Dat moet ook Jan Bosch hebben gedaan, daar deze op straat liep. Ik herinner me wel, dat dr. Dwars toen hij bij Vennegoor kwam tegen mij heeft gezegd, dat het een schande was, dat men met hagel op mensen schoot, waarop ik iets geantwoord heb. Misschien "dan moet U zich maar tot de Duitse autoriteiten wenden". Ik weet niet wie na het vallen van de schot heeft gezegd "als je niet naar binnen gaat, schiet ik je door"; dat moet Jan Bosch zijn geweest, daar deze voor de woning van Niessink op straat was."
Verklaring Sanderman: "We liepen met zijn vieren met onze geweren aan de schouder. Plotseling toen we voor de woning van H. Niessink aan de Banninkstraat waren gekomen, vluchtte Jo Vennegoor. Jan Bosch en L. Klein Haneveld trachten hem vast te houden, doch Vennegoor rukte zich los en sloeg om zich heen. Hij sloeg Bosch de pijp uit zijn mond, waarop een schot viel. Ik moet hier aan toevoegen, dat ik niet heb gezien dat Bosch' zijn pijp door Vennegoor uit zijn mond is geslagen. Dat heeft Bosch mij later zelf verteld. Na het vallen van het schot ben ik met L. KLein Haneveld naar Sminia gegaan."
Verklaring Lambertus Klein Haneveld zelf, oud 50 jaar, van beroep bakker en winkelier, thans in Avegoor in Ellecom:
"Ik had 31 augustus 1944 dienst, vanwege de alarmtoestand. We hadden opdracht erop toe te zien, dat zich in strijd met de betreffende Duitse verordening geen personen na 10 uur 's avonds op straat bevonden. Toen wij bij Sanderman buiten kwamen, zagen we een persoon in de Banninkstraat lopen in de richting van het dorp. Deze persoon was ongeveer 15 meter verwijderd. Ik riep "Halt", waarop de persoon bleef staan. Bosch of Sanderman vroeg aan de persoon, die Vennegoor bleek te heten, zijn persoonsbewijs. Ik weet niet of ik aan Vennegoor heb gezegd zijn p.b. af te geven. Ik herinner me wel dat hij het p.b. heeft getoond, maar of hij toen het toen weer in zijn zak heeft gestoken, weet ik niet.
Ik zei toen "we moeten hem fouilleren en overbrengen naar het gemeentehuis". Dit moest volgens onze instructies. Vennegoor moest toen, volgens mijn opdracht, voor ons uit lopen in de richting van het dorp Hengelo. Naast Vennegoor liepen Bosch en ik ieder aan één kant. Ik liep links van Vennegoor. Vennegoor trachtte toen te ontvluchten, waarbij hij om zich heen sloeg en mij op de rechter arm raakte. Er is toen tot, naar ik meen, vier maal toe "Halt" geroepen. Ook door mijzelf één of twee maal. Vennegoor liep, naar ik hoorde, langs het huis van H. Niessink door het grint. Ik stond toen met mijn dubbelloops jachtgeweer kaliber nr. 12, geladen met een hagelpatroon, onder mijn rechter arm. Het geweer was niet gezekerd, het geweer had ik in jagende houding, horizontaal met mijn vinger aan de trekker, dus schietklaar. Onbewust, dus niet moedwillig, heb ik toen aan de trekker getrokken, waarop het geweer afging. Ik stond toen stil, het geweer was gericht in de richting van de vluchtende Vennegoor, zodat hij, naar later bleek, geraakt was door het volle schot. Na het vallen van het schot zijn Sanderman, mijn zoon Wim en ik naar de gevallen Vennegoor gelopen. Bosch kwam onmiddellijk daarna. Sanderman en ik zijn toen naar Sminia gegaan. Vennegoor is zijn woning binnengedragen. Bij het naar huis gaan, direct na het vallen van het schot, heb ik er met Jan Bosch over gesproken, dat wij beiden door Vennegoor toen deze zich losrukte waren geraakt. Bosch was de pijp uit zijn mond geslagen. Ik had een klap op mijn arm gehad. Meer kan ik U niet verklaren."
Verklaring Dorothea Suzanna M. Vennegoor, geb. 3-4-1907, zus van slachtoffer Vennegoor: "Op 31-8-44 is mijn broer Jo Vennegoor door de landwachters ongeveer 10 over 10 doodgeschoten. Toen ik omstreeks die tijd een schot hoorde, ben ik naar buiten gegaan, daar ik vermoedde dat er een ongeluk was gebeurd. Ik hoorde het gekerm van een mens uit de richting van het huis van buurman Niessink. Ik riep of er iets was gebeurd en vroeg of de dokter gewaarschuwd was. Twee personen, welke ik niet kende, maar later bleken Jan Bosch en Wim Kl. Haneveld te zijn, riepen mij toe "niets mee te maken, naar binnen gaan". Tot drie maal toe herhaalde ik mijn vraag, waarop ik als antwoord kreeg "wij zijn landwachters, naar binnen gaan, anders nemen we je mee, of je krijgt ook zoiets". Ik ben hierop naar binnen gegaan. Mijn broer werd later thuisgebracht en stierf enige ogenblikken daarna aan zijn verwondingen door een schot hagel uit een jachtgeweer. Dr. Dwars zei dat hij overleden was. Wim Klein Haneveld zei nog "hij heeft ons zo vaak toegewenst, nu heeft hij zelf wat". Hiermee kennelijk mijn neergeschoten broer bedoelende. Mijn broer was nl. een felle anti-man. Meer kan ik U niet verklaren."
Verklaring Hendrikus Niessink, 44 jaar, Banninkstraat 16, besteller bij PTT: "Nadat het schot gevallen was, ben ik de voordeur van mijn woning uitgegaan en kwam aan de praat met mijn buurman Wuestenenk. Jan Bosch, landwachter, kwam achter mij aan en pakte mij bij mijn linkerschouder. Hij lichtte mij met zijn zaklamp in mijn ogen. We kregen een woordenwisseling, waarbij ik tegen Bosch zei dat het een rotzooi was en dat ik op mijn eigen erf stond, terwijl ik bovendien in verband met het gebeurde de politie en de dokter wel wilde waarschuwen. Bosch zei toen, dat het erg genoeg was en dat ik maar naar binnen moest gaan, wat ik heb gedaan."
***********************
Zutphens Dagblad (tussen 5 en 14) maart 1948
Tegen voormalige commandant-landwacht L. Klein Haneveld werd 10 jaar Rijkswerkinrichting geëist. Werd beschuldigd van huiszoeking en patrouilleacties. Had J. Vennegoor doodgeschoten toen die aan arrestatie, door in spertijd in open lucht te verblijven, wilde ontkomen.
Zutphens Dagblad (na 14) maart 1948
H.W. Klein Haneveld (24 jaar) 15 jaar geëist plus ontzegging uit de rechten voor de tijd van het leven.
Als vrijwilliger bij Polizei Freiwilligen Bataljon deelgenomen aan razzia's op Nederlanders die voor tewerkstelling in Duitsland in aanmerking kwamen.
Op eigen initiatief meegedaan aan beruchte razzia's te Rotterdam in november 1944.
Vele Nederlanders zijn door zijn toedoen in Duitse handen gevallen en enkelen vonden de dood in Duitse concentratiekampen.
Straf: tot 15 jaar veroordeeld.
Artikel geplaatst door: H.M. Somsen, nov. 2018