Hendrik Enzerink, gesneuveld op de Grebbeberg

Willy Hermans in gesprek met Gerda Knoef-Enzerink op 6 maart 1996.  www.oudhengelo.nl                                      

Op de 4e mei worden elk jaar de slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog herdacht. In Hengelo (Gld) wordt een lijst met 58 namen opgenoemd, al lag het werkelijke aantal boven de 100. Achter elke naam schuilt een verhaal, die zeker de jongere generaties niet kennen. Na meer dan 65 jaar raakt het ook bij de ouderen in de vergetelheid. Daarom hier het verhaal van Hendrik Enzerink, gesneuveld op de Grebbeberg in de eerste oorlogsdagen.


.Loopgraaf

Loopgraaf Grebbeberg.


Hendrik Enzerink kwam op 2 maart 1910 ter wereld. De Enzerinks woonden aan de Varsselseweg 20, toen B49, op de boerderij De Rustenberg. Hendriks vader Gerrit trouwde met een meisje van de familie Lenselink, die op het huidige 115 jaar oude huis woonde.Hendrik had twee zusters, waaronder Gerda. Als enige zoon was hij voorbestemd om de boerderij van zijn vader over te nemen. Het mocht niet zo zijn. Twee Hengeloërs sneuvelden tijdens de eerste vijf dagen van de oorlog, waarin Nederland vergeefs vocht om te voorkomen dat het bezet zou worden door de Duitsers. Behalve Hendrik was dat Jan Rouwenhorst, een achterneef van Hendrik; hij stierf bij Wilp.

E1    Hendrik Enzerink

Rond 1930 had Hendrik zijn 'gewone' militaire dienstplicht erop zitten. Hij moest tegelijk met Berend Harmsen van 't Bruil in dienst. Harmsen vertelde dat hij veel met Hendrik optrok. Ze gingen bij elke oproep samen. Hendrik had eigenlijk een bloedhekel aan het leger, het Wilhelmus zong hij nooit mee. In de onrustige dertiger jaren moesten ze nog enkele malen het soldatenuniform aantrekken voor herhalingsoefeningen.

Op Koninginnedag 1939 (31 augustus) werd een algemene mobilisatie uitgeroepen, daags voor de inval van de Duitsers in Polen. Hendrik werd ingedeeld bij de Eerste Sectie 3-III 35 e Regiment Infanterie. Hij moest naar Cortenoever en kwam bij familie van der Ley.

Op 20 april 1940 zou de familie Enzerink Hendrik voor het laatst in levende lijve zien, toen hij na een verlof afscheid nam.

Zijn compagnie was gelegerd in Schayk bij Oss, toen op vrijdag 10 mei de Duitsers ons land binnenvielen. Om 8.15 uur marcheerden ze richting Tiel. Even buiten Oss had Hendrik al pech. Bij het dekking zoeken tegen laagvliegende jagers viel hij in een sloot. Ondanks de pijn marcheerde Hendrik verder.

De drie volgende dagen bleef de compagnie in Tiel, waar ze met grote spoed  stellingen bouwden. Op maandagmiddag (2e Pinksterdag) sneuvelde sergeant Van de Ven toen hij op een eigen landmijn trapte. Bij de twee luchtaanvallen op Tiel in die dagen was geen slachtoffer onder de groep te betreuren.
's Avonds 7 uur kreeg de groep van Hendrik opdracht uit Tiel af te marcheren. Het was een zeer vermoeiende nachtelijke mars in versneld tempo. Via Culemborg kwamen ze dinsdagochtend rond 7 uur in Werkhoven aan, ca. 8 km. ten zuidoosten van Utrecht. De sectie kreeg opdracht een bosperceel bij kasteel Beverweerd te bezetten. Later bleek dat dit de zwaarste opdracht van het bataljon was. Doel was de aftocht van de uit de Grebbelinie terugtrekkende troepen te dekken.

Bij een eerste aanval op de sectie door een Duitse patrouille werden sergeant Coenen en soldaat Kokelaar gewond. Hendrik ging, behulpzaam als hij altijd was, naar achteren om hulp voor de gewonden te halen. Bij terugkeer onder vijandelijk vuur is hij getroffen door een schot in de rechterlong en in de rechter bovenarm. Ook soldaat De Smit werd hierbij gewond.

 

Door het aanhoudende vijandelijke vuur was het niet mogelijk de zwaargewonde Hendrik direct weg te slepen. Pas toen de manschappen zich terugtrokken konden ze hem meenemen en naar een nabijgelegen boerderij brengen. Daar moesten ze hem achterlaten.
Toen hij iets wilde drinken, hij verloor bloed en het was warm, gaf de boerin het hem niet, omdat ze niet wist wat voor geloof hij had.

Alle ziekenhuizen in de omgeving van Utrecht zaten uiteraard bomvol met gewonden. De gevechten hadden hun tol geëist. De militairen brachten Hendrik daarom naar  wijkzuster Elandt in Driebergen, waar hij 's avonds om 9 uur aankwam. Hij was toen nog goed bij kennis, maar wel uitgeput. Dr. van der Tak, die hem verzorgde had eerst nog hoop hem in leven te houden. In de uren die volgden werd hij steeds onrustiger en in de nacht van 14 op 15 mei rond 1 uur overleed Hendrik Enzerink.

De volgende dag is hij met 11 andere gesneuvelde soldaten (uit andere onderdelen) op het kerkhof van Driebergen begraven. Hierbij sprak de burgemeester van die gemeente. Een paar dagen later kwam de rest van de compagnie een laatste groet bij het graf brengen.

Een kaartje gedateerd op 11 mei was het laatste levensteken van Hendrik voor het thuisfront. Daarop schreef hij: "Ik ben nog goed gezond, U moet er de moed inhouden en dan moeten we maar afwachten hoe of het afloopt".

E2


Situatieschets met de plaats waar Hendrik gewond raakte.   

        

 E3 Zuster Elandt schreef de eerste brief op 17 mei.

Het verschrikkelijke bericht van zijn overlijden bereikte de familie Enzerink een paar dagen later. 

Een dag later kreeg de familie een brief van kapitein de Zeeuw van de compagnie. Hierin stond vermeld, dat Hendrik getroffen was door verraderlijke kogels van een NSB'er.
Brieven volgden van het Nederlandse Rode Kruis en de reserve eerste luitenant J.C. van Nielen. In deze brief, ondertekend door alle soldaten van zijn regiment, stond uitleg van de gebeurtenissen. Hij besloot met de woorden: "Hulpvaardig als altijd is Uw zoon gevallen bij zijn poging om een kameraad te helpen. Om karakter en moedig gedrag hebben wij hem geëerd en zullen wij hem ook als zoodanig gedenken."

Hendrik was de tweede Hengelose militair die in die begindagen van de oorlog sneuvelde: Jan Rouwenhorst, een achterneef van Hendrik, stierf op 11 mei bij Wilp. In 1941 werden Jan Rouwenhorst en Hendrik Enzerink herbegraven in Hengelo. Dit gebeurde in alle vroegte, 's ochtends half 7, zodat de Duitsers niets zouden merken. Hierbij was alleen naaste familie aanwezig. De gezusters Van de Weer (Jo Michels en Riek) legden later op Koninginnedag stiekem kransen op de twee graven.

 
E5  Brief sectiecommandant 21 mei pag. 1

E4

     Brief sectiecommandant 21 mei pag.  2

E6
Kransen op de graven van Hendrik Enzerink en Jan Rouwenhorst op de Alg. Begraafplaats in Hengelo (Gld).

Een zus van Hendrik, Gerda, toen 17 jaar, verstrekte de gegevens voor dit verhaal. Ze vertelde dat vooral haar vader het er moeilijk mee had: "Zijn opvolger was gesneuveld. Pa was huisslachter en als hij 's nachts het bed uitging, omdat hij niet kon slapen, gingen we kijken of hij zichzelf niets aandeed.

Als reactie ging vader fel tegen de Duitsers in. Hij had om begrijpelijke redenen een verschrikkelijke hekel aan NSB'ers. Die liepen met de duim achter het vest door het dorp. Pa deed veel voor de ondergrondse, vooral samen met Jan Tijdink sr. (bakker/wethouder). Hij verborg talloze onderduikers en zorgde voor de benodigde bonnen. De meesten bleven kort, sommigen langer. Soms waren er 10 of 12 tegelijk. Het was riskant, soms bijna te, ook de levens van ons werden daardoor in de waagschaal gesteld. De 'zwarten' slopen vaak rond het huis.

De onderduikers kwamen vaak aanlopen. Een berichtje ging dan naar Tijdink, die bracht ze dan weer naar 't Kervel of ergens anders waar plaats was. Veel onderduikers bleven niet lang op een plek. Een paar nachten ergens slapen en dan weer verder.

Er gebeurde veel meer op onze boerderij. Van het meeste had ik geen weet. Koeriers brachten brieven, die weer doorgestuurd werden. Ze waren vaak in de handvatten van fietsen gerold. Waar ze vandaan kwamen, wie ze bracht of waar ze naar toe gingen wist ik niet. Vlakbij ons huis stond een bakhuisje met een geheime zender. De Duitsers konden deze niet peilen, al waren ze wel in de buurt, toen ze het onderzochten. Later waren er ook veel evacués bij ons."



E7
De brief van Koningin Wilhelmina.
             

Na de oorlog, maart 1946, ontving de familie een brief van Koningin Wilhelmina, die haar deelneming betuigde: "Het offer van zijn leven bracht ons de vrijheid".

In 1948 werd Hendrik postuum het Oorlogsherinneringskruis toegekend met de gesp voor bijzondere krijgsverrichtingen "Nederland Mei 1940".

In die meidagen vochten 120 Hengelose soldaten mee. Sinds 1995 herdenken de nog overgebleven Hengelose oud-militairen deze periode met een bijeenkomst. In 1995 leefden er nog 24. Inmiddels is dit aantal tot onder de 20 gedaald.


Nagekomen informatie
Door 
Erwin Raas

 
U heeft brieven waarin gesteld wordt dat hij deel uitmaakte van 2-I-14 R.I. Dit is als volgt te verklaren.

I-14 R.I. was inderdaad voor de oorlog in Schaijk. Ook de overige gegevens over het verloop van de meidagen klopt voor dit onderdeel. 'sOchtends 14 mei kwamen een deel van hetbataljon aan bij Beverweerd. Zij hadden de opdracht zich op te stellen op een lijn vanaf Beverweerd naar het zuidwesten.

Een deel van de manschappen van 35 R.I. had zich na de val van de Ijssellinie teruggetrokken tot achter de Grebbelinie. Het overgebleven deel van 35 R.I. kreeg de opdracht om achterhoedestellingen in te nemen op een lijn van Beverweerd verder naar het noordoosten.

De 2 genoemde eenheden waren op dat moment dus buren. Door miscommunicatie had 35 R.I. zich in de loop van de ochtend echter al teruggetrokken, terwijl I-14 R.I. net aankwam.

Hendrik en misschien meer collega's met hem moeten per ongeluk zijn achtergebleven op die plek en zich vervolgens bij I-14 R.I. hebben aangesloten.

Hendrik is vervolgens gesneuveld waarna de commandanten, zo blijkt, een brief naar zijn ouders wilden sturen, maar verder niets over hem wisten. Ze zullen hem hooguit een halve dag hebben gekend. Het lijkt er op dat ze dan maar vooral hebben opgeschreven wat ze zelf hadden meegemaakt.



Gerda Knoef - Enzerink woonde ten tijde van het interview nog op De Rustenberg Varsselseweg 20 Hengelo. De boerderij kreeg vooral bekendheid doordat het vliegtuig van Richard Pape hier in september 1941 een noodlanding maakte.


Voor meer informatie over de boerderij en zijn bewoners, klik op onderstaande link van deze website:
https://www.oudhengelo.nl/index.php/component/k2/item/2246-varsselseweg-20-rustenberg-adres-en-bewoning



Lees ook het artikel onder Gevallen Vliegtuigen: Neergestort ontsnapt en verraden. https://www.oudhengelo.nl/index.php/wereldoorlog-2e/41-2e-wereldoorlog/verhalen-uit-de-oorlog/199-neergestort-ontsnapt-en-verraden




Richard Pape 2e van links bij fam. Enzerink in Varssel na 13 jaar terug Richard Pape 2e van links, na 13 jaar weer terug bij de familie Enzerink.

 

 ©W.J.M. Hermans, 1997
                                                  
Bron: gesprek met Gerda Knoef-Enzerink op 6 maart 1996.

Opmaak voor www.oudhengelo.nl : H.M. Somsen