Menkhorsterweg 6, Menkhorst - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen:

     

     

    1803 opdr Menkhorsterslag 3021 662 a

    1790 Bron ECAL 3021-657

     

    1803 opdr Menkhorsterslag 3021 662 a

    1800 Bron ECAL 3021-661

     



    Uit: Schatten uit het Historisch Verleden van Hengelo (Gld) Periode 1680 - 1811  (door Marian Kruijt-Greevink) (boekenlijst)

    Hoe ingewikkeld kun je de verkoop van je huis maken?

    ECAL 3021 - 894

    Vorden, den 20. October 1810

    Een vreemde manier om je huis te verkopen. De personages in dit blijspel zijn:

    1 Ders Klein Venhorstink, wonend op de Menkhorst onder Hengelo, in den Noordink.
    2 Derk Reugebrink, man van Ders Klein Venhorstink op Menkhorst.
    3 Derk Wesselink, wonende onder Vorden op het Holtkamp, koper.
    4 Jenneken Menkhorst, wonende in Hengelo, eigenares van het plaatsje De Halve Haar, aan De Menkhorst, verkoper. 

    Jenneken Menkhorst heeft in augustus 1810 een aantal keren aan Ders Klein Venhorstink laten weten dat zij haar plaatsje, De Halve Haar, wel wilde verkopen, en vroeg Ders om dit aan Derk Wesselink te laten weten. Ders verklaarde 'dat ik zulks gedaan hebbende, Derk Wesselink aan mij ten antwoort heeft gegeven, dat mijn voornoemde man (Derk Reugebrink) eens bij Jenneken Menkhorst zoude gaan om te vernemen hoe veel zij voor dat plaatsje wilde hebben. Dat mijn man zig daar op na Jenneken Menkhorst begeven hebbende, bij zijn terugkomst aan mij verhaalt heeft dat zij gezegt had dat het gemelte plaatsje met die daar afgehouwene bomen aan haar had gekost vijfhondert vijftig guldens. Dat haar naderhand (door iemand anders) nog vijfhondert guldens geboden was en dat wanneer hij (Derk Wesselink) had doen blijken dat de prijs wel hoog was, zij aan hem had gelast om Derk Wesselink te zeggen dat hij maar eens moeste overkomen, dat het accoort dan wel zouden maken'. Derk Reugebrink werd dus opgezadeld om voor Jenneken de boodschap over de prijs over te brengen aan Derk Wesselink. Ders vervolgde:

    'Dat mijn man niet kunnende wagten om die boodschap over te brengen, zulks aan mij heeft opgedragen en dat ik (daarna) naar Derk Wesselink (ben gegaan) en hem het voorschreven te kennen heb gegeven, (hij daarop) geantwoort heeft dat ik aan gemelte Jenneken Menkhorst zoude zeggen dat hij niet meer dan vierhondert vijftig guldens wilde geven'. Ders is daarna naar haar huis teruggegaan en vond daar Jenneken Menkhorst op haar wachten. Ze gaf Jenneken het antwoord van Derk Wesselink, waarop Jenneken haar vroeg 'dat zij Derk Wesselink nogmaals moeste zeggen dat hij maar eens moeste overkomen, dat het dan wel zouden schikken'. Ders ging met die boodschap weer terug naar Derk Wesselink en hij zei dat hij niet zoveel haast had om het plaatsje te kopen. Kort daarna kwam Jenneken weer bij Ders thuis met de mededeling om Derk Wesselink te laten weten dat hij de volgende zondag maar bij haar moest komen. Maar toevallig was het Ders bekend, dat Derk Wesselink aan haar man had laten weten dat hij pas op maandag 20 augustus zou komen en dat vertelde ze dus aan Jenneken.

    Op de betreffende dag troffen beide partijen elkaar in het huis van Ders Klein Venhorstink en Derk Reugebrink. Daar liet Derk Wesselink zich de koopvoorwaarden van De Halve Haar door Jenneken uitleggen en zij heeft daarbij mondeling laten weten dat als hij De Halve Haar en toebehoren van haar zou kopen, daar ook bij hoorde 'de nieuw aangegravene grond, mits dat die door koper aan de Mark betaalt wierde. 

    • Dat het weekhout, staande op de nieuwe gront en in het akkermaal, zoude zijn ten privateren voordele van de koper.
    • Dat de koper de nieuwe grond tegens den aanstaanden herfst zoude kunnen gebruiken en bebouwen.
    • Dat het oude land van De Halve Haar zo in drie percelen aan haar broeder op de zware garve verpacht is, door koper in gebruik zoude kunnen genomen worden op volgende wijze:
    • Als het eerste perceel tegens den herfst in 1811
    • Het derde perceel tegens den herfst in 1812
    • Het 2e of middelste perceel tegens den herfst van 1813
    • Dat koper daar van inmiddels de zware garve zal trekken
    • Dat het akkermaal om het oude land staande door verkopersche tegens aanstaande Meij ten haren voordele kon geschelt worden
    • Dat de betalinge der koopspenningen zouden moeten geschieden tegen Ligtmis aanstaande
    • Dat de kosten van coopsconditie, zegels en transport zullen zijn ten laste van koper, terwijl zij vrij geld wil hebben
    • Dat die conditien bepaalt en door D. Wesselink ingewilligt zijnde, over de prijs is gehandelt
    • Dat zij eerst voor gemelte plaatsje De Halve Haar vijfhondert guldens heeft geëischt
    • Dat D. Wesselink daar op geboden hebbende vierhondert vijf en zeventig guldens, zij heeft geantwoort zulks niet wel te kunnen doen.
    • Dat D. Wesselink toen aan haar gezegt hebbende dat zij zig op zijn gedane bod konde beraden, vervolgens om redenen geen tijd meer had, heen gegaan is'.

    Jenneken heeft toen aan Derk Reugebrink gevraagd om achter Derk Wesselink aan te gaan, omdat zij niet zo snel achter hem aan kon lopen, en zij wilde het verschil wel delen. Maar Jenneken Menkhorst is toch zelf achter Derk Wesselink aangelopen, en kort daarna, met de man van Ders, is zij 'terug gekeert, en heeft zij aan mij, in presentie van mijn man, met grote vergenoegens verhaalt dat zij De Halve Haar aan Derk Wesselink verkogt had voor vierhondert tachentig guldens'.

    In waarheids oorkonde heb ik, als niet kunnende schrijven, deze na duidelijke voorlezing met nevenstaand markt eigenhandig getekent, op de belofte van dies zulks met plegtigen eede te zullen sterken.
    Vorden, den 20. October 1810



    ZC 1917 11 09 Ribbink is Menkhorst
    1909-11-9 Bron Zutphensche Courant.

     

     

     

Laatst aangepast op zondag 20 februari 2022 08:34