1862 Memorie van successie van Geertruida Bruijnderink-Hiddink. Bron Gelders Archief. 

'Memorie van aangifte der nalatenschap van wijlen Geertruida Hiddink.

Ik ondergeteekende Willem Bruijnderink, klompenmaker, wonende te Hengelo, als vader en wettigen voogd over zijne vier in huwelijk bij wijlen zijne echtgenoote Geertruida Hiddink in huwelijk verwekte nog minderjarige kinderen Reintje, Gerrit Jan, Hendrica en Johanna Bruijnderink.
Kiezende domicilie ten kantore van den gemeenteontvanger te Hengelo.
Verklare dat Geertruida Hiddink op den 23 december 1862 is overleden, onder Hengelo nalatende de vier opgemelde minderjarigen als kinderen tot hare eenige erfgenamen bij versterf elk voor ¼ aandeel.
Dat tot de nalatenschap van de overledene aan vaste goederen zijn behoorende:
de onverdeelde helft van een daghuurdersplaatsjen onder Hengelo gelegen en aldaar kadastraal bekend in sectie H no. 111, 1177, 1178, 1179 en 1180, groot 1 bunder, 35 roeden, 40 ellen.
Eindelijk dat door dit overlijden geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezeten heeft en dat door dit overlijden geene periodieke uitkeering overgegaan of vervallen is.

Hengelo 23 julij 1863.
[w.g.]
W. Bruinderink.'