Remmelinkdijk 10, Groot Besselink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen:

     

    pdfPdf 1614 Getuigenverklaring Besselinck tegen Boem  (transcriptie Sikke Postma)

    pdfPdf 1908 Openbare verkoop Besselinkplaats  (transcriptie Sikke Postma)

    pdf1994 Pdf Artikel uit Gelders Dagblad  (Henk Harmsen)

    pdfPdf 1996 Jarich Renema over Besselink  (J. Renema) 

    pdfPdf 2016 Sikke Postma over Besselink  (S. Postma)


    Gevaarlijke dronkenschap

    uit 'Schatten uit het Historische Verleden van Hengelo' door Marian Kruijt, zie Boekenlijst 

    ECAL 3021-876

    Hengelo, den 6. Augustus 1764

    Hendrik Wolsink verscheen voor de rechtbank op verzoek van Berent Poel, en verklaarde dat hij op zaterdag 21 juli jl. 's avonds tussen acht en negen uur van Zelhem is gekomen, in gezelschap van Hendrik Hoegen, Aelbert Schooltink, Hendrik Branderhorst, Garrit Swavink, Jan Besselink en Berent Poel. Aelbert Schooltink, beneveld door drank, had ruzie gezocht en het mes getrokken om Berent Poel daarmee te lijf te gaan. Hendrik Wolsink had vervolgens gezien, dat Jan Besselink met een schep naar Berent Poel geslagen had en hem daarmee een grote wond op de rug had toegebracht. Toen Jan nog een keer met de schep wilde uithalen, had Hendrik zijn arm gegrepen en op de rug geklemd zonder dat Hendrik gehoord had of Berent met woorden of daden zich tot Jan Besselink had gericht, of aanleiding tot deze daad had gegeven. Hendrik verklaarde verder dat bovenstaande waar en waarachtig is, zoals hij het heeft gezien.  


     

    J.D. Lettink en S. Postma:

    Afgaande op het 'Markenboek van de Dunsborger Hattemer Marke 1810-1847' noemden de boerderijen met de huisnummers 102, 103 en 104 zich gezamenlijk 'Groot Besselink'. Elders in dit artikel staat de bewoning van deze plaatsen met het bevolkingsregister van 1820-1830 als uitgangspunt.

     

    Citaat Markenboek:

    6 Augustus 1822

    ...

    Art.10

    Voor dat de aanmerkingen van den procureur Thooft geschiede, is door de tweede Markenrigter gelezen het navolgende protest.

    In het jaar achttienhonderd twee en twintig den eersten Augustus, ten verzoeke van Arend Besselink, Willem Besselink en Lammert Gerritsen alle drie landbouwers wonende onder Hengelo, heb ik ondergeteekende Hendrik Hoveling aangenomen en beEdigd deurwaarder bij de regtbank van, en wonende te Zutphen Insinuatie en verklaring gedaan aan de geErfden der Hattemer en Dunsborger Mark, respectivelijk gelegen in de Schoutambten van Hengelo en Zelhem in de beide personen van beide Heeren Markenrigters namelijk aan den Heer Dirk Muller [eigenaar van Klein Besselink] , wonende te Hengelo ter zijner woonstede Exploict doende en sprekende met ...  En aan den Heer Herman Becking, Schout van en wonende te Zelhem, ter zijner woonstede exploict doende en sprekende met Vrouwe Maria Ludowika Baas, huisvrouw van den Heer H. Becking, dat gemelde requiranten zijn Eigenaars van het Erve Groot Besselink gelegen in de Buurtschap Gooij, Schoutambt Hengelo. Dat dit Erve is geregtigd voor een Stem in de Hattemer Dunsborger Mark voornt. Dat zij requiranten van de geërfden in deze Mark uitdrukkelijk begeren dat de stem van het gemelde Besselink worde gerespecteerd, en zijlieden toegelaten om in alle voorkomende vergaderingen van gemelde geErfden over de belangen der Mark, de stem voor dat Erve uit te brengen. En gebeurde het dat geErfden het uitbrengen van deze Stem verweigerden en eigendunkelijk tot eenige beraadslaging de aangelegenheid der Mark betreffende mogten overgaan, protesteren requiranten van nullitteit tegen alzulke besluiten en handelingen der Mark die met uitsluiting der stem van het Erve Groot Besselink zijn genomen als mede tegen alle schaden en nadeelen welke requiranten daardoor komen te lijden, alles onder reserve van zulke middelen als zij requiranten geraden zullen vinden daartegen in het werk te stellen.

    En opdat voorgemelde geErfden hiervan niet onkundig zijn, heb ik voor hun aan ieder van Heeren MarkenRigters voornoemd ter hunner respective woonstede aan de personen tot wien boven gesproken is, Kopij van dit Exploict gelaten waarvan de kosten zijn zes guldens vijf en veertig en een halve cents.

    (get.) H. Hoveling, deurwaarder

    Voor cpij conform H. Hoveling, deurwaarder

     Waarop door den Markenrigter H. Becking is geantwoord dat bij de Mark noch in de Markenboeken geheel geen erve Groot Besselink ooit bekend is geweest, zoodat dit protest niet te pas kwam.

     

    Samenvatting S.Postma: 

    "De naam Groot Besselink kom ik daar voor het eerst tegen tijdens een vergadering van markeleden op 6 augustus 1822. Op die vergadering komt procureur Thooft op verzoek van Arend Besselink [huisperceel 271, Arend is de vader van Hendrik], Willem Besselink [huisperceel 264] en Lammert Gerritsen [huisperceel 275], alle drie landbouwers. Dezen claimen dat ze gedrieën eigenaars zijn van (de zaalwheer van) het ‘erve Groot Besselink gelegen in de buurtschap Gooij’ en dat zij daarom de beschikking willen hebben over de bij dat erve behorende stem.  (N.B.: de zaalweer is de oorspronkelijke locatie waar het huis heeft gestaan)

    De markenrichter H. Becking antwoordde echter dat ‘bij de Mark noch in de Markenboeken geheel geen erve Groot Besselink ooit bekend is geweest, zodat dit protest niet te pas kwam’.

     

    Op 27 mei 1823 wordt  een rapport voorgelezen waarin geconcludeerd wordt dat de stem van het erve Besselink niet bij het erve (Groot) Besselink hoort, maar bij het erve Klein Besselink.

    N.B.: Deze stem was op 4 augustus 1812 op verzoek van de eigenaar Derk Muller met eenparige stemmen verlegd op zijn ander goed ‘Klein Roesink’*."

     

    *4 Augustus 1812

    ...

    Art. 8

    De Heer D. Muller verzoekt dat de stem welke hij in het Erve Besselink heeft mogt worden verlegd in het erve Klein Roessink, is na in omvrage gebragt te zijn eenparig geaccordeerd.


     

    Namen die door de jaren heen werden gebruikt voor de drie boerderijen:

     

    Huisnummer 102 (perceelnr. 264) werd in 1910 in de Kadastrale Legger Besselinkplaats genoemd.

     

    Huisnummer 103 (perceelnr. 271) werd

    1. 1. in 1801 Groot Besselink genoemd bij het huwelijk van Henrick, de zoon van Arend (Groot) Besselink
    2. 2. in de memories van successie van Hendrik Besselink en Everdina Bongers uit resp. 1844 en 1847 heette het Bouwplaats Besselink en
    3. 3. in de Kadastrale Legger (ca 1832) en de memorie van successie van Henricus Besselink (1862) werd het Bouwplaats Pellenhuis genoemd.

     

    Huisnummer 104 (perceelnr. 275) werd in 1837 in de memorie van successie van Lammert Gartsen Besselink genoemd.

     

    Verklaring herkomst naam Pellenhuis volgens S. Postma:

    in 1820 woonden Arend Besselink (†21-08-1824) en zijn zoon Hendrik Besselink met vrouw Everdina Bongers en hun kinderen op huisnummer 103. Hendrik en Everdina zijn getrouwd op 12-05-1801 in Hengelo. Hendrik heette toen Groot Besselink, net zo als zijn vader Arend Groot Besselink. Tijdens Hendrik's geboorte op 12-10-1779 heette zijn vader Aernt Teuben en zijn moeder Maria Pelgrom, maar toen die twee op 18-04-1779 (moesten) trouwen heetten ze Arent Hendriksen, soon van wijlen Hendrik Alberts, en Maria Pelgrims, dochter van wijlen Pel Pelgrims (Pel heette ook wel Pelgrim of Peregrini van voornaam en was getrouwd met Esselina/Essel/Esselt Goiker/Gertzen/Guijgger/s). Hiermee lijkt de naam Pellenhuis verklaard. Mogelijk heeft Pel hier eerst gewoond [noot J.D. Lettink: woonde volgens lijst 'Restanten haardstedengeld 1761’ inderdaad  op het Gooij], en is zijn dochter er na zijn overlijden met haar man blijven wonen.

    Op 31-07-1794 werden door ene Jan Pelgrum, voor hem zelf en als volmachtiger van een aantal familieleden, een aantal stukken grond verkocht aan Arend Besselink en zijn vrouw Maria Pelgrum. Het ging om:

    1/4 part van Groot Besselinks Hof

    1/2 schepel gezaai den Ouden Hof

    1/2 molder gezaai de Hoogte

    1/2 schepel gezaai den Broodakker

    1/4 part akkermaalsbos uit Groot Besselink

    1/2 weide het Maatjen (ander 1/2 was van Reind Dringenborg in Zelhem)

    In de Graafschapbode uit 1887 werd een andere plaats met de naam Pellenhuis (eigenaar Johannes Besselink)  in de buurtschap 't Els aan de Uilenesterstraat/Akkermanstraat te koop aangeboden: 

     

    B5

    1887 Graafschapbode. 


     

    1908 06 13 ZC Besselinksplaats Kborg
    1908-6-13 Bron Zutphensche Courant. 



    1917 06 15 ZC Besselinkplaats
    1917-6-15 Bron Zutphensche Courant. 

     

     

     

     

Laatst aangepast op donderdag 17 februari 2022 11:14