Remmelinkdijk 4, Klein Jebbink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen
-
Akten, verhalen en gebeurtenissen:
Pdf 1799 Pachtcontract Klein Jebbink (bron RAZ 0062/167, kopie I. Kroesen-Engelen)
Pdf 1922 Pachtcontract Klein Jebbink (bron RAZ 0062-167, kopie I. Kroesen-Engelen)
Pdf Inventarisnummers en -beschrijving Klein Jebbink (Archief Kerkvoogdij Hervormde Gemeente Zutphen)
1768 ORA 0217-653
(transcriptie door J.D. Lettink en S. Postma)Op den 19den augustus 1768
(in de marge: ‘Exhibitie eener magescheidinge, ten fine van protocoll[atie] en registrature per claus[ulas] concern[entes] onder Hengelo. Geregistreert’)
Coram de heer Gijsbert van Hasselt, stadholder.
Gerigtsluiden Warnerius van Ouwerkerk en Gerrit Geerligs.Compareerde mr. Jan Hendrik van Hasselt, in qualiteit als volmagtiger van de heer en mr. Jan Barthold Wentholt ontfanger der convoijen en licenten binnen Arnhem, en vrouwe Reinira Adriana Wilbrenninck, kragt volmacht voor burgemeesteren, schepenen en raeden der stad Arnhem, op den 10den augustus deeses jaars 1768 ad hunc actum meede specialiter gepasseert, alhier vertoont en geleesen; en extradeerde sodaane finale magescheid, als op den 17den junij 1768 tusschen voorschr[even] mr. Jan Barthold Wentholt, en desselfs susters en broeder, over de moederlijke nalaatenschap is ingegaan en geslooten, met versoek, dat het selve met relatie tot de goederen, daarbij aan voors[egde] mr. J.B. Wentholt toegedeelt, en bestaande booven en behalven de lheengoederen, het erve en goed Groot
Jebbink en de weijde Vogelenslag, beide ten Zutphensen rechten releverende van den huijse Hemmekink, en drie scheepels gesaaij de Heikenkoelen genaamt, een weijde het Geurken en twee stukken bouwland den Flierbos en het Jufferen Stuk genaamt, dan nog de Kaeterstede Klein Jebbink, mitsgaders Gelinks akkermaete, en eindelijk het erve en goed de Mettemaete, alle in deesen landdrosten ampte, kerspel Hengelo kennelijk geleegen, per clausulas concernentes mooge worden geregistreert en geprotocolleert, om te strekken als nae regten. S.A.L.Volgt de g’exhibeerde magescheidinge per claus[ulas] concern[entes]
(in de marge: ‘magescheidinge geregistreert’)
Kennelijk en openbaer sij hier mede, hoe dat op heeden dato ondergeschreven tussen mr. Jan Bartholt Ten Behm Wentholt ontfanger der convoijen en licenten binnen Arnhem pro se, en so veel nodig of dienstig, als volmagtiger van sijn ehevrouwe Reijnira Adriana Wilbrennink, luid acte voor de magistraet der stad Arnhem op den 26 meij 1768 gepasseert, mr. Pieter Wentholt burgemeester der stad Groenlo, en commies van de Finantie der graefschap Zutphen, beneffens sijn ehevrouwe Helena Cornelia Verspijk, vrouwe Arnoldina Lucretia Wentholt beneffens haer eheheer mr. Johan Conraedt van Hasselt burge-meester der stad Zutphen .
Voorts vrouwe Helena Catharina Wentholt douariere Knuth geadsisteert in desen met de heer en mr. J. R.
Wentholt, en laestelijk mr. Jan Hendrick van Hasselt in qualiteijt als volmagtiger van de heer Sebastiaen Cornelis Meijers luitenant onder de cavallerie ten dienste deser landen, en sijn ehevrouwe Wilhelmina Grada Geertruit Wentholt, vermogens acte gepasseert op den 11 julij 1767 voor den auditeur militair des guarnisoens van Zutphen en twee officieren.
Te saemen respectivelijk kinderen, schoonkinderen en ergenaemen van wijlen de heer en mr. J.L. ten Behm Wentholt in leven burgemeester der stad Groenlo en secretaris van die edele mogende heeren Gedeputeerde Staeten ‘s graefschaps Zutphen, en vrouwe Henrica Reinira van Essen, in leven ehelieden, over den boedel en nalatenschap van de laestgemelte, soo sij met de dood heeft koomen te ontruimen, so leen als allodiael, niets daer van uitgesondert, ten overstaen van onderbenoemde en daer toe versogte magescheidsvrienden, is ingegaen en gesloten volgens finael magescheid.Art. 1
Waerbij aenvankelijk de condividenten verklaeren den inventaris, etc.Post multa alia : clausula concernens
Art. 3
Dat voorts bij desen euwig en erfelijk aen den heer eersten condivident boven en behalven de lheengoederen het erve en goed Groot Jebbink en de weijde Vogelinkslag gelegen onder Hengel beijde ten Zutphensen regten releverende van den huise Hemmekink cum appertinentus, t’sij van getimmer op genoemde goed Groot Jebbink staende, ’t sij andersints van wat aert of natuur hetselve soude mogen wesen welk een en ander bij hem heer eersten condivident als oudste soon der familie en dus successeur feudal sijns vaeders verblijft, genoten en gepossideert wordt, worden toegedeelt
1o drie schepels gesaij gelegen dwars voor de allee van gedagte erve en goed Jebbink bekent onder de naam van de Heijkenkoele mitsgaeders een weijde het Geurken genaamt met de boomen daer inne en op staende, en twee stukken bouwlands genaemt den Flierbos en ’t Jufferen Stuk sijnde te saemen allodiael goed en gehoorende onder Groot Jebbink meergemelt
2o de katerstede Klein Jebbink gelegen in ’t kerspel Hengelo, buurschap Gooij met sijne onderhorige hof, weij en bouwlandt voorts opgaende bomen en akkermaels gewassen, mitsgaeders Gelinks Akkermaete so als ’t selve door Derk Jansen bouwman op Klein Jebbink wordt gebruikt, door den heer en vrouw eerste condividenten uit den boedel aengekogt op den 29 sten october 1767 en waarvan de betaelinge reets is geschiet.
3tio het erve en goed Mettemate, in den Kerspel Hengelo buurschap Noordijk gelegen, met alle sijne ap
en dependentiën, regten en geregtigheden, sonder eenige de minste uitsondering en sulks mede als een vrij en allodiael goed, ook onbeswaert en niet belast dan met ordinaire heeren lasten en schattingen ook gesuivert van verpondinge tot over den jaere 1767 incluis, etc.Post alia
Aldus dese waer van vijf eensluidende gemaekt sijn gededingt en gesloten ten overstaen van mr. Joh. Schrassert en Christoffel Huisman, als magescheids vrienden in Zutphen den seventienden junij 1700/agt en sestig.Was nevens neegen in rood, en een in swart lack opgedrukte cachetten, geteekent.
J.B. ten Behm Wentholt
P: Wentholt, H.C. Wentholt geboren Verspijk
J.C. van Hasselt
A.L van Hasselt geboren Wentholt
H.C. Wentholt douariere van Knuth
J.R. Wentholt
J.H. van Hasselt q:q:Joh: Schrassert )
C. Huijsmans ) als magescheidsvrienden
Uit: Oprechte Haarlemse courant
07-11-1799
(transcriptie Sikke Postma)
Men is voorneemens op den 16 November, 1799, ’s morgens om 10 uren, te Hengelo, ten Huize van D.W. Bekking, publicq te doen inzetten, en den laatsten dier Maand te verkoopen: Het ERVE en GOED, GROOT JEBBINK, met alle deszelfs Bouw- en Weide-Landen, spatiense Tuinen, Boschen, Plantagien, en het daarop staande modern zeer logeable en groot Heerenhuis, Stallinge, Koetshuis, Boerenwooninge en verder Getimmer; alsmede het ERVE en GOED, KLEIN JEBBINK, zo en als hetzelve met zyn toebehooren in het gewezen Quartier van Zutphen, onder het voormaalig Landdrost-Ambt, kort by het vermaarde Dorp Hengelo gesitueert is; benevens verscheiden andere gedetacheerde Stukken BOUWLAND. – Iemand daarin gading hebbende en nader onderricht begeerende, kan zich addresseren by Mrs. H.A. Welmers en T.G. Plegher te Zutphen; zullende aldaar, en te Hengelo by D.W. Bekking, acht dagen voor de Inzate, de Koopconditien te zien wezen.
Men is van plan om op 16-11-1799 om 10 uur s’ochtends bij opbod, en op 30-11-1799 bij afslag, een openbare veiling te houden in het huis van (de richter) Derk Willem Bekking/Becking/Bekkink.
Het betreft volgende goederen:
- - Het erve en goed ‘Groot Jebbink’, met alle daarbij horende bouw- en weilanden, grote tuinen, bossen en aanplanten, met het daarop staande moderne, zeer geriefelijke en grote herenhuis, stalling, koetshuis, boerenwoning en overig getimmerde (schuren, hekken, e.d.).
- - Tevens het erve ‘Klein Jebbink’, zoals het met zijn toebehoren gelegen is in het voormalige Kwartier van Zutphen, vallende onder het voormalig Landdrost-ambt Zutphen, nabij het bekende dorp Hengelo.
- - Verder verschillende andere hier nog bijhorende stukken bouwland.
Degenen die belangstelling hebben en nog verder informatie wensen kunnen zicht richten tot de heren H.A. Welmers en T.G. Plegher te Zutphen. Daar, en in Hengelo bij D.W. Bekking, kunnen acht dagen voor de inzet bij opbod de verkoopcondities ingezien worden.
(1870) Exploot van deurwaarder C.A. van der Stroom aan Hendrik Ensink over de opzegging van de pacht van het erve “Klein Jebbink” (gewaarmerkt afschrift)
Bron: RAZ 0062/1326
(transcriptie Sikke Postma)
No. 1597
In den jare 1800 zeventig den vier en twintigsten juny ten verzoeke van de heeren Hendrik Justus Matthes JCzn, Mr. Jacobus Thooft, Gerrit Jan Wijers AGzn, Frederik Hendrik Umbgrove, Mr. Felix Robert Pennink, Coenraad Mispelblom Beyer en Ludolf Anne Frederik Hendrik baron van Heeckeren, allen wonende te Zutphen in hunne hoedanigheden, de eerste van president, de tweede van secretaris en de vijf laatsten van leden van en als zoodanig te zamen uitmakende het kollege van kerkvoogden der Hervormde gemeente te Zutphen; heb ik ondergeteekende Coenraad Arnoldus van der Stroom deurwaarder bij de Arrondissements Rechtbank van en wonende te Zutphen onder overgave van afschrift
opzage gedaan
aan Hendrikus Ensink, landbouwer wonende in de buurtschap Gooi onder de gemeente Hengelo, ten zijnen woonkeuze aldaar, exploit doende en sprekende met hem in persoon –
van de pacht welke hij van mijne rekwiranten in hunne bovenvermelde hoedanigheden is hebbende aan het boerenerve Klein Jebbink genaamd, gelegen in de gemeente Hengelo, bestaande in huis en erf, schuur, berg en bakoven met daarbij behoorende boomgaard, hof, bouw- en weideland en heidegronden, zooals zulks in het breede is omschreeven bij het daarvan den vierentwintigsten february 1800 vijfenzestig opgemaakte en geteekende pachtcontract, waarvan de registratie luid: ‘Geregistreerd te Zutphen den zevenentwintigsten february 1800 vijfenzestig, deel 31, folio 13 recto, vak 5, twee bladen zonder renvooi. De ontvanger ./. geteekend J. Herwey’.
Ten einde genoemd boerenerve met daarbij behoorende gronden, zooals zulks in genoemd pacht contract is omschreven, met het regt van toezaaijing van drie vierde gedeelte van het bouwland, mits zulks voor het einde der pacht geschied zij, en om daarvan door den nieuwen pachter te doen trekken de zware garve, of van de vijf gast twee met het stroo, nadat het door de vertrekkende pachter zal zijn aan de gast gebragt, met zijn persoon gezin en goederen te verlaten te ontruimen en ter vrije beschikking van mijne rekwiranten in hunne bovengenoemde hoedanigheden te stellen voor of uiterlijk op Petri of den tweeentwintigsten february des jaars 1800 eenenzeventig.
Afschrift van dit exploit heb ik deurwaarder aan die persoon met welke ik zeide te spreken voor den opgezegden gelaten. De kosten zijn zeven gulden drieëntachtig cent.
[get.] C.A. Van der Stroom
Deurwaarder
Red. f ,,75
Expl. ,,75
Schrijfl. ,,60
Zeg. prep. ,,62 5/
Registr. 1.10 5/
Afstand 4.00
7.83
Geregistreerd te Zutphen den zevenentwintigsten juny 1800 zeventig, deel 27, folio 54 recto, vak 8, een blad zonder renvoijen. Ontvangen voor regt f ,,80, voor 38 opcenten f ,, 30½ te zamen een gulden tien en een halve cent. De Ontvanger
f 1.10 ½ [get.] JHerweij