Varsselseweg 43, Tjooitink - Overige Vermeldingen en Bijlagen
-
Vermelding in het Boerderij- en Veldnamenboek Hengelo:
Kaart 15A4 uit het Veldnamenboek.
- Mens en land in de Middeleeuwen (1200-1488) (door B.H. Slicher van Bath): ‘Thodekinch, erf 1382/83 (Rek. Geld. f. 35)’ (het is niet zeker of het hier om 'Tjooitink' gaat!)
- Rekening van ontvangst 1382: ‘Item vanden halven guet Thodekinch 0-11-6’ (niet zeker of het hier om Tjooitink gaat!)
- Rekening v. ontvangst van Pondschatting 1499: 1499: 'Aelbert op Tjoickinck 0,5' / 1500: 'Tjoekinck'
-
Verpondingsregisters in 't Rigterambt Hengelo (tussen 1576-1656):
1576: ‘Toickinck iiii g:’1612: ‘TJoijckinck 8—0’
1616: ‘Tjoijckinck 8─0’
1629: ‘14─19─0 Toijckinck overmits weijdelant in Vorden gesath 12─0─’
1650: ‘Joockinck, Coopes, den majoor binnen Wesell (eigenaar), Henrick (bouwman) 156-4-0’
1656: ‘’t Joikink, Copes, major binnen Wesel 25-4-0’
- Monsterrollen 1665: 'Groote T'Joijckinck'
-
Inwonerslijsten per buurtschap 1795:
‘IJan Tijotijng, Gerte Tijotijng, Stijne Elsenbroek an Tiotijeng, Baatel [lan] in Berg Wantijng, Berent Lijevestro w. an Tijong’
-
Inv. lijst Sint Antonia Grote Broederschap (1451-1934):
208 1504, 7 juni
Bernt van Holthuessen, scholt van Zutphen binnen en buiten, oorkondt, dat Wolter Stienmetzeler en Harmen ther Noirtwick hebben verklaard Bernt toe Moelenbrugge en Wilhem Addinck schadeloos te zullen houden voor de jaarrente, welke dezen 7 juni 1504 (reg.nr. 207) hebben gevestigd ten behoeve van Sint Anthoenis Grote Gilde in Sint Wolburg Kerk te Zutphen, en dat Wolter Stienmetzeler zijn helft van het goed Tjoecckinck, gelegen in het kerspel Hengelle in de buurschap Varsselle en Harmen ther Noirtwick zijn aandeel in het goed ther Noirtwick, gelegen in het kerspel Vorden in de buurschap Lynde hiervoor ten onderpand hebben gesteld.
Gegeven in den jaere onses heren duesent vijffhondert ende viere opthen vridach nae sunte Bonefaciusdaeghe.
Oorspr. (inv.nr. 806), met het zegel van de oorkonder.
-
Dunsborger en Hattemer Markenboeken (1553-1847):
1553: ’T Joikink’
1623: ‘Op ’t versoek van den Lantschr. Caldenbag nomine piatris van een witte en waar te kopen in ’t goet Joijtink. Is bij Markenrigter en anwesen Geerfden is geresolveert wanneer requirant het consent van de Erfgen. der drien guederen Roessink, Antink en Wassink in Varsele gelegen kan gewinnen, dat die geerfden ter naester holtinge die voor versogte witte en waar als dan entweder willen verkopen of in erfpagt over te laten.’
1628: ‘Die Markenrigters en Geerfden hebben uijt sonderlinge gunst en genegentheijt den Raatsheer Caldenbag een witte en waar op desen jaarholting tot den guede ’t Joijkink in Varssel gelegen toegelaten ende verkoft voor die summa van een hondert Rijxdaald. eens, met noch 25 gulden tot verteringe, voorts een vereringe an den armen, ende voor die schaeters eenen Rijxdaelder, mits dat coper sodane waar tot minste schade der naestgelegen guederen Roessink, Antink en Wassink discretelijk sal gebruijken, daar van brieven, brieven in forma gemaakt bij den Markenrigteren onderschreven en besegelt sullen worden daar toe dieselve bij desen Geauthoriseert worden.’
1638: ‘Op ’t klagen van die Vorsters clagende dat an ’t Joijtinks hof ietwes van de Gemeijnte afgegraven is, en dat onbehoorlijk op de Gemeijnte gemaeijt wort, is goet gevonden dat bij den Markenrigteren oculaire inspectie sal genoemen worden, nevens mede Dr. Staverden en Teben.’
1820: ’t Jooitink 1 stem, Mejuffr. Weduwe Tomanssen (eigenaar)’
1829: ’t Jooitink, de Heer Gallée qq. (eigenaar)’
1831: ’t Jooitink, J.H. Gallée qq.’
-
Bijlagen:
Bouwvergunningen. Bron ECAL.