Wiendelsweg 1, Groot Jebbink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen
-
Akten, verhalen en gebeurtenissen:
Pdf 1837 Memorie van successie van T.P. Slicher, wed. Hesselberg en bewoonster van het 'huis Groot Jebbink'. (Bron Gelders Archief)
Pdf 1922 Pachtcontract Klein Jebbink (verpachter was bewoner van Groot Jebbink) (bron RAZ 0062-167, kopie I. Kroesen-Engelen)
1768 ORA 0217-653
(transcriptie door J.D. Lettink en S. Postma)
Op den 19den augustus 1768
(in de marge: ‘Exhibitie eener magescheidinge, ten fine van protocoll[atie] en registrature per claus[ulas] concern[entes] onder Hengelo. Geregistreert’)
Coram de heer Gijsbert van Hasselt, stadholder.
Gerigtsluiden Warnerius van Ouwerkerk en Gerrit Geerligs.
Compareerde mr. Jan Hendrik van Hasselt, in qualiteit als volmagtiger van de heer en mr. Jan Barthold Wentholt ontfanger der convoijen en licenten binnen Arnhem, en vrouwe Reinira Adriana Wilbrenninck, kragt volmacht voor burgemeesteren, schepenen en raeden der stad Arnhem, op den 10den augustus deeses jaars 1768 ad hunc actum[1] meede specialiter gepasseert, alhier vertoont en geleesen; en extradeerde sodaane finale magescheid, als op den 17den junij 1768 tusschen voorschr[even] mr. Jan Barthold Wentholt, en desselfs susters en broeder, over de moederlijke nalaatenschap is ingegaan en geslooten, met versoek, dat het selve met relatie tot de goederen, daarbij aan voors[egde] mr. J.B. Wentholt toegedeelt, en bestaande booven en behalven de lheengoederen, het erve en goed Groot Jebbink en de weijde Vogelenslag, beide ten Zutphensen rechten releverende van den huijse Hemmekink, en drie scheepels gesaaij de Heikenkoelen genaamt, een weijde het Geurken en twee stukken bouwland den Flierbos en het Jufferen Stuk genaamt, dan nog de Kaeterstede Klein Jebbink, mitsgaders Gelinks akkermaete, en eindelijk het erve en goed de Mettemaete, alle in deesen landdrosten ampte, kerspel Hengelo kennelijk geleegen, per clausulas concernentes mooge worden geregistreert en geprotocolleert, om te strekken als nae regten. S.A.L.
Volgt de g’exhibeerde magescheidinge per claus[ulas] concern[entes]
(in de marge: ‘magescheidinge geregistreert’)
Kennelijk en openbaer sij hier mede, hoe dat op heeden dato ondergeschreven tussen mr. Jan Bartholt Ten Behm Wentholt ontfanger der convoijen en licenten binnen Arnhem pro se, en so veel nodig of dienstig, als volmagtiger van sijn ehevrouwe Reijnira Adriana Wilbrennink, luid acte voor de magistraet der stad Arnhem op den 26 meij 1768 gepasseert, mr. Pieter Wentholt burgemeester der stad Groenlo, en commies van de Finantie der graefschap Zutphen, beneffens sijn ehevrouwe Helena Cornelia Verspijk, vrouwe Arnoldina Lucretia Wentholt beneffens haer eheheer mr. Johan Conraedt van Hasselt burge-meester der stad Zutphen .
Voorts vrouwe Helena Catharina Wentholt douariere Knuth geadsisteert in desen met de heer en mr. J. R.
Wentholt, en laestelijk mr. Jan Hendrick van Hasselt in qualiteijt als volmagtiger van de heer Sebastiaen Cornelis Meijers luitenant onder de cavallerie ten dienste deser landen, en sijn ehevrouwe Wilhelmina Grada Geertruit Wentholt, vermogens acte gepasseert op den 11 julij 1767 voor den auditeur militair des guarnisoens van Zutphen en twee officieren.
Te saemen respectivelijk kinderen, schoonkinderen en ergenaemen van wijlen de heer en mr. J.L. ten Behm Wentholt in leven burgemeester der stad Groenlo en secretaris van die edele mogende heeren Gedeputeerde Staeten ‘s graefschaps Zutphen, en vrouwe Henrica Reinira van Essen, in leven ehelieden, over den boedel en nalatenschap van de laestgemelte, soo sij met de dood heeft koomen te ontruimen, so leen als allodiael, niets daer van uitgesondert, ten overstaen van onderbenoemde en daer toe versogte magescheidsvrienden, is ingegaen en gesloten volgens finael magescheid.
Art. 1
Waerbij aenvankelijk de condividenten verklaeren den inventaris, etc.
Post multa alia[2]: clausula concernens
Art. 3
Dat voorts bij desen euwig en erfelijk aen den heer eersten condivident boven en behalven de lheengoederen het erve en goed Groot Jebbink en de weijde Vogelinkslag gelegen onder Hengel beijde ten Zutphensen regten releverende van den huise Hemmekink cum appertinentus, t’sij van getimmer op genoemde goed Groot Jebbink staende, ’t sij andersints van wat aert of natuur hetselve soude mogen wesen welk een en ander bij hem heer eersten condivident als oudste soon der familie en dus successeur feudal sijns vaeders verblijft, genoten en gepossideert wordt, worden toegedeelt
1o drie schepels gesaij gelegen dwars voor de allee van gedagte erve en goed Jebbink bekent onder de naam van de Heijkenkoele mitsgaeders een weijde het Geurken genaamt met de boomen daer inne en op staende, en twee stukken bouwlands genaemt den Flierbos en ’t Jufferen Stuk sijnde te saemen allodiael goed en gehoorende onder Groot Jebbink meergemelt
2o de katerstede Klein Jebbink gelegen in ’t kerspel Hengelo, buurschap Gooij met sijne onderhorige hof, weij en bouwlandt voorts opgaende bomen en akkermaels gewassen, mitsgaeders Gelinks Akkermaete so als ’t selve door Derk Jansen bouwman op Klein Jebbink wordt gebruikt, door den heer en vrouw eerste condividenten uit den boedel aengekogt op den 29 sten october 1767 en waarvan de betaelinge reets is geschiet.
3tio het erve en goed Mettemate, in den Kerspel Hengelo buurschap Noordijk gelegen, met alle sijne ap en dependentiën, regten en geregtigheden, sonder eenige de minste uitsondering en sulks mede als een vrij en allodiael goed, ook onbeswaert en niet belast dan met ordinaire heeren lasten en schattingen ook gesuivert van verpondinge tot over den jaere 1767 incluis, etc.
Post alia[3]
Aldus dese waer van vijf eensluidende gemaekt sijn gededingt en gesloten ten overstaen van mr. Joh. Schrassert[4] en Christoffel Huisman, als magescheids vrienden in Zutphen den seventienden junij 1700/agt en sestig.
Was nevens neegen in rood, en een in swart lack opgedrukte cachetten, geteekent.
J.B. ten Behm Wentholt
P: Wentholt, H.C. Wentholt geboren Verspijk
J.C. van Hasselt
A.L van Hasselt geboren Wentholt
H.C. Wentholt douariere van Knuth
J.R. Wentholt
J.H. van Hasselt q:q:
Joh: Schrassert )
C. Huijsmans ) als magescheidsvrienden
------------------------
[1] Voor het opmaken van deze akte
[2] Na verschillende andere dingen
[3] Na andere dingen
[4] Johan Schrassert (Arnhem 14 juli 1687 – Harderwijk, 1 september 1756) was een Nederlandse jurist en schrijver.