1866 Successieaangifte van Zweer Hoebink met de perceelnummers zoals die bij de boerderij
behoorden. Bron Gelders Archief. 

(transcriptie Judith Lettink)

'Memorie van aangifte der nalatenschap van wijlen Zweer Hoebink, overleden te Hengelo den 23 Februarij 1866.

De ondergeteekende Jan Nijenhuis klompenmaker wonende te Hengelo, zoo voor zich en tevens als man ten dezen uit oefenende de regten zijner vrouw Elisabeth Hoebink, ter zake dezer aangifte woonplaats kiezende ten kantore van den gemeenteontvanger te Hengelo.

Verklare:
dat op den 23 februarij 1866 onder Hengelo is overleden Zweer Hoebink tot zijne eenige erfgename bij versterf nalatende zijne dochter de vrouw des aangevers in deze, bovengenoemd. Dat tot de nalatenschap des erflaters behooren de volgende vaste goederen:
Een huisje, erf met annexe en onderhoorige gronden gelegen onder Hengelo aldaar kadastraal bekend in sectie G nos. 947, 948, 187, 222 en 713, groot 84 roeden 90 ellen.
Dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat, en door zijn overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen.
Eindelijk dat door niemand dan door de aangevers, iets uit de  nalatenschap van voornoemden erflater wordt geerfd of verkregen.

Gedaan en geteekend te Hengelo den 22 december 1866.
[w.g.]
J. Nieuwenhuis'