1824 Uitsnede uit de successieaangifte van Berendina Priesterink. Bron Gelders Archief. 

'3e Dat in gemelde nalatenschap geene onroerende goederen gevonden worden dan de halfscheid van een huis en hof in de gemeente Hengelo buurschap Bekveld aan het Holterveld gelegen'. 

(transcriptie door Sikke Postma)

Memorie van aangifte betreffende de nalatenschap van wijlen Harmina Harmsen in leven huisvrouw van Willem Weijenbarg, wever, wonende te Hengelo, overleden te Hengelo den 6^den julij 1837, opgemaakt en ten kantore van successie te Zutphen overgegeven door gezegden Willem Weijenbarg, wever, wonende te Hengelo, voor zich zelve en tevens in hoedanigheid van vader en legitime voogd over zijne drie minderjarige kinderen uit zijn huwelijk met de overledene, met namen Antoon, Willemina en Bernardus Weijenbarg, kiezende de aangever ten deze domicilie ten zijnen woonhuize in de gemeente van Hengelo.
En wordt mitsdien aangegeven:

1^e Dat alhier geërfd wordende in de regte nedergaande linië geen belasting is verschuld.

2^e Dat de overledene tot haar erfgenamen bij versterf heeft nagelaten hare drie in het hoofd gemelde minderjarige kinderen.

3^e Dat in deze nalatenschap wordt gevonden de onverdeelde helft in de navolgende vaste goederen, gelegen in de gemeente van Hengelo als:

1^e Een uitweg als bouwland, groot 3 roeden, sectie H no. 240, dit perceel staat bij het kadaster bekend ter grootte van tien roeden, maar vóór het overlijden is daarvan een gedeelte ter grootte van circa 7 roeden verkocht aan Hendrik Bruggink te Hengelo.

2^e Een stuk bouwland, groot 38 roeden, sectie H no. 1092, dit perceel staat bij het kadaster bekend ter grootte van 88 roeden, doch vóór het overlijden zijn hiervan mede ongeveer 50 roeden verkocht aan gemelde H. Bruggink.

[In de marge:] De verkoop waarvan hier gesproken wordt is gereg[istreer]d den 14 junij 1837 deel 27.

3^e Een stuk bouwland, groot 36 roeden 90 ellen, sectie H no. 25[6]

4^e Een huis en erf, groot 2 roeden 90 ellen, sectie H no. 1093

5^e Een boomgaard, groot 10 roeden 50 ellen, sectie H no. 1094 [en] van alle welke vaste goederen de wederhelft aan den aangever toebehoord.

4^e Dat door dit overlijden geen fidei commis is gedevolvee[rd,] noch vruchtgebruik afgestorven, noch eigendom van lijftuch[te]lijk capitaal of goed overgegaan is.

In waarheids kennis is deze geteekend en overgege[ven] ten kantore van successie te Zutphen den 3 augustus 1[837]
Willem Weijenbarg heeft verklaard niet te kunnen schrij[ven,] noch te weten zijnen naam te teekenen bij mij burgemeester van Hengelo,

[w.g.] L van Westerholt

1857 Successieaangifte van Hendrik Bruggink, landbouwer op 'Kapelle' tevens eigenaar van
'Broekkamp/Den Devert' (geel gearceerd). Bron Gelders Archief. 

1869 Uitsnede uit de successieaangifte van Berend Bruggink, zoon van Hendrik.
Bron Gelders Archief.