Lankhorsterstraat 12, Straatman -Akten,Verhalen en Gebeurtenissen
-
Akten, verhalen en gebeurtenissen:
Uit het doopregister:21.11.1706 item - Is wijlen Arent Straatman sijn s. ARENT gedoopt. Get. - Jan Broekman alias Langen Jan.Transcripties door Sikke Postma.
ECAL, toegangsnummer 3021, inventarisnummer 863
Op den 21en julio 1722
Coram Aaron Exalto d’Almaras, rigter
Gerigtsluijden Berent op Cleijne Bruijderink en Derk Derk op Luijkens plaas
Compareerde Wolterken Gerritsen, wedue van wijlen Reijnd Engberts op Straetmans plaese, geassisteert met Derk Roeloffsen als haerer gecoren mombaer en compstigen eheman als regtens, te kennen gevende, hoe dat zij van desen weled[elen] gerigte vercregen hadde, tot mombaers over haere onmundige kind Anna Gerteruijt genaemt, ehelijk bij Reijnd Engberts geprocreert, Henrik Rerink en Jan Engberts, welke in den gerigte praesent sulx hebben angenomen trouwelijk te administreren en verburget met haere personen en goederen. En legt over ten dien fine haeren inventaris, waer dat men bevind den boedel wardig te sijn f. 110-3-0, boedels schulden f. 55-0-0, afgetrocken van voors[chreven] 110 g[u]l[den] 3 st[uiver] blieft 55-3-0, blieft halff voor die wedue erftuijttersche, en andere ½ scheijd voor ’t kind ad f. 27-11-8, met een kieveren hoet, twe laekensche rocken, een cammisool, een lakensche broek, een bonten hemtrock, een paer cousen, agt hemden, drij dassen, 2 keurdoeken voor [‘t] kind van die overleden vaeder alleen. Verder beloven sij comper[an]t[en] ’t kind in die vrese des Heren op te trecken, en ’t selve laeten leren, lesen, en schrijven etc., met, wanneer ’t tot sijn 18 jaeren gecomen is, voorn[oemde] summa over te tellen, immiddels op gesinnen van die mombaers cautie daer voor te stellen, s[onder] a[rg] en l[ist], en verband, en bedwank als na regten hierop gestipuleert.
ECAL, toegangsnummer 3021, inventarisnummer 889
Exhibitie van een magescheid, quoad clausulas concernentes, met opdracht tot ¼ van een stuk bouwland op den Gotinkkamp onder Ruerlo, in Broijl, en halve katerstede, Straatmans plaatsjen, onder Hengelo, in Noordijk.
Op den 10 mei 1785, des voormiddags te elf uuren
Coram mr. H.W. Toe Water, p.t. stadholder
Gerichtsluiden Hendrikus Willemsen en Harmanus LeetinkErschenen mr. Philip Jacob Snethlage als bediende advocaat en lasthebbende van Harmen Jebbink, voorts Hendrik Mentink en deszelfs huisvrouw Gerritjen Janssen, mitsgaders Hendrik Nijsink en deszelfs huisvrouw Anna Maria Mentink, en exhibeerde zoodaanig magescheid, als gezeide zijne principalen, in dato 9 april jongstleeden, met Berend Heuvelink, als weduwenaar, boedelhouder en tuchtenaar van wijlen hunne respective zuster en moei Maria Jebbink hebben opgericht en geteekend, verzoekende dat hetzelve per clausulas concernantes, voor zoo verre het daarbij aan zijne principalen toegedeelde vierde part van een stuk bouwland, mitsgaders de halve katerstede, respectivelijk onder Roderlo en Hengelo gelegen betreft, ter gehoorender plaatze moge worden geregistreerd.
Volgt nu ’t geëxhibeerde magescheid per clausulas concernantes.
Magescheid geprotocolleerd
Op dato ondergeschreven is tussen Berent Heuveling voor hem zelfs, en als weduwenaar boedelhouder en tuchtenaar van den boedel en nalatenschap van wijlen zijne huisvrouw, Maria Jebbink, ter eenre, en Harmen Jebbink, voorts Hendrik Mentink en deszelfs huisvrou Garritjen Janssen, mitsgaders Hendrik Nijsink en deszelfs huisvrouw Anna Maria Mentink, als eenige en universele erfgenamen van opgemelte Maria Jebbink ter anderen zijde, onder inhaesie en conformatie van de conventie op den 15 december 1783 tussen de respective condividenten tot ontruiminge van eene geëntameerde procedure en praeventie van verdere differenten ingegaan, mitsgaders na voorgaande examinatie en approbatie van den staat en inventaris, voorts supplement van dien, door den eersten condivident over opgemelten boedel en nalatenschap opgericht, en op den 22 december 1783 en 8 october 1784 respectivelijk getekend, en aan de tweede condividenten g’extradeert, dit provisionele magescheid beraamd en gesloten volgender gestalte
1e Dat den eersten enz.
Paucis omissis
Vooreerst het vierde part van een stuk zaaij- of bouwland op den Gotinkkamp, kerspel Roderlo, buurschap Broijl, kennelijk gelegen, op den enz.iterum post pauca
Mitsgaders ten tweeden de gerechte halfscheid van een caterstede Straatmansplaatsjen genaamd, onder het kerspel Hengelo, buurschap Noordijk aan den Wijnstroet kennelijk gesitueert, mede op den inventaris pagina 3 te vinden.2e Dat de gezamentlijke tweede condividenten Harmen Jebbink, voorts Hendrik Mentink en deszelfs huisvrouw Garritjen Janssen, mitsgaders Hendrik Nijsink en deszelfs huisvrouw Anna Maria Mentink, daarentegen mede in vollen eigendom eeuwig en erflijk zullen hebben en behouden, gelijk aan dezelve bij dezen toegedeeld word.
Vooreerst het andere vierde part van het voorgemelte stuk zaaij- of bouwland op den Gotinkkamp.
Voorts ten tweden de gerechte wederhelfte van opgemelte caterstede, Straatmansplaatsjen genaamd, waarvan de halfscheid aan den eersten condivident is toegedeeld geworden, zodanig echter, dat gezeiden eersten condivident levenslang zal behouden de tucht en vruchtgebruik van gemelte ongerede goederen, aan hem competerende en toegekend.Interjectis plurimis
Waarmede de condividenten ten opzichte van de hierin gemelte ongerede goederen gescheiden zullen zijn en blijven ten eeuwigen dage als erfmagescheids recht is, onder belofte om malkanderen, en den een den anderen zijne toegedeelde goederen te zullen staan, wagten en wharen jaar en dag, daarvoor verbindende hunne respective persoonen en goederen, ter submissie als rechtens.
Dies ten oirconde zijn hiervan twee eensluidende gemaakt, en door de gezamentlijke condividenten, en daartoe verzochte dedingslieden, eigenhandig getekend te Hengelo den 9den april 1700 vijf en tachtig, S.A.L.Was met onderscheiden handen geteekend
Berend Huevelijnk
Hendrik Mentink mede namens mijn vrouw Gerien IJansen
Dit is het ‘HI’ mark van Harmen Jebbink getrokken.
Dit is’t mark van ‘Ꚛ’ Maria Mentink, mede namens haar man Hendrik Nijsink getrokken.Dat dese marken door Harmen Jebbink, en Maria Mentink in onze praesentie, naar duijdelijke voorlesing van den inhoud deses, getrokken zijn, getuijgen
[was geteekend]
Samuel Johan Snethlage
Gaert D. GijenSamuel Johan Snethlage als dedingsman
1826 Uitsnede uit de memorie van successie van Geertruij Meijerink-Straatman. Bron Gelders Archief."De halfscheid van een huis en hof, den Straatman genaamd, gelegen in de buurschap Noordink, Gemeente Hengelo, groot voor het geheel 2 schepels gezaaij of 22 roeden 70 Ellen. De halfscheid van een kampje bouwland, gelegen als voren, groot voor het geheel ongeveer zes schepels gezaaij of 68 roeden 13 ellen. De halfscheid van een weidje, gelegen als voren, groot voor het geheel ongeveer 3/4 morgen of 63 roeden 87 ellen."