1701 ‘Den 3 art. sprekende van de questieuse hutte op den Kreijl, is verstaan dat de Heeren Markenrigteren nevens de Heeren Gecommitteerden door over de rekeninge van verpondinge met de Heer Cremer een mondelinge conferentie binnen corten gelieven te houden om te sien of men die saak in der minne soude kunnen afgedaan worden, soo niet is geresolveert dat een extraordinaire convocatie angestelt sal worden tot removeringe van geseijde en andere meer nieuw getimmerde hutten.’

1703 ‘Over ’t different van de hutte op den Kreijl wort nogmaals met inhasie van de vorige resolutien verstaan om bij d’eerste bijeenkomste van het afhoren van des ontvangers rekening of andersints dit different met de interesserenden partiën in der minne te soeken in te schicken soo veel doenlijk en daar van te rapporteeren.’

1704 ‘Den 3 art. des vorigen Jaar Holtink wort gehouden in staat om inmiddels te sien of parthiën interesenten het different over de Kreijls-Hutte souden kunnen vinden en mondeling in schicken.’

1705 ‘Den 3 art. des voorigen jaars Holtink wort alnog gehouden in staat om te sien of parthien haar different over Kreijls Hutte inmiddels souden cunnen vinden. ‘

1706 ‘D’naast bij gelegen Erfgen. an de Kreijls hutte inhaereren haar vorig versoek tot remotie van voors. hutte gedaan.’

1743 ‘Kreijls Hof – arm’

1834 ‘Heeft de Commissie ingevolge de door ulieden ter laatste vergadering op haar verstrekte autorisatie om alnog eenige heidegrond toe te kennen aan de armen der Hervormde en Roomsch Catholijke gezindheden te Hengelo, aan elk derzelven zoodanig grondstuk aangewezen als haar het meest gepast voorkwam: en wel aan gene de hoek liggende aan het armengoed de Kreil, te voren tot eene begraafplaats bestemd geweest, aan deze den hoek aan den zoogenaamden Roessinks drijfweg schietende, die nog wegens deszelfs meerdere nabijheid aan de Commissie het verkieslijkst is voorgekomen.’

1875 ‘Deze 8 singels liggend bij het armengoed Kreyel.’