Ruurloseweg 92, Het Zelle
Ruurloseweg 92, Het Zelle - Overige Vermeldingen en Bijlagen
-
Vermelding in het Boerderij- en Veldnamenboek Hengelo
Kaartje 9A2 uit het Veldnamenboek.
Kaartje 9B2 uit het Veldnamenboek.
- Mens en land in de Middeleeuwen (1200-1488) (door B.H. Slicher van Bath) ‘het Zelle, erf (Zelloibe?) 1277 (OGZ. no. 991).’
-
Leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen (vanaf 1326)
‘t Goet te Zelle te Hengele te dienstmansrechte erkent bij Pelgrim van Zelle, anno 1326.
Grietken van Selle heeft ontfangen Selle ende Hederick tot eenen Zutphenschen leen ende daeraff heeft huldinge gedaen Johan van Buren als een momber Evertssoon, a°. 1403.
Eadem, huysfrou Steven Kervenhems des jongen, entfinck dat goet te Zellen ende dat goet te Hederinck met heuren tobehoren, gelegen in den kerspel van Hengel oppen Goye, a°. 1412.
Eadem, anno 1424.
Agnese Bentings, huysfrou Dircks van Bare, bij transport Margrieten voorn, entfengt dat erve ende goet te Zelle, hoge ende syde, met torve, met twijge, water, weyde ende allen sijnen tobehoren, gelegen in der buyrschap van Versle, in den kerspel van Hengel op den Goye, tot Zutphenschen recht, in voegen dat sij, Margriet, ende heure erven sulx altijt lossen mogen met 576 overl. Rijnsche gulden binnen 10 jaren, a°. 1427.
Margriet, huysfrou Stevens van Kervenhem, entfinck dat goet te Zelle, gelegen in den kerspel van Hengloe, in der buyrschap van Versle, a°. 1439. Haer soon Gerrit van Kervenem is haer hulder.
Steven van Kervenhem die jonge beleent, a°. 1447.
Idem entfinck ende belaste dit leen met 35 molder roggen, te lossen in 8 jaren bij verlies des leens, a°. 1465.
Gerrit van Kervenhem bij transport sijnes broeders Stevens, a°. 1467, hebbende Steven denselven sijnen broder voor geleende 275 Churf. gulden verset dat halve erve ende goet te Zelle, groot ende cleyn, hoge ende syde, to water, weyde, torve, twijge, met al sijnen tobehoringen, te lossen op terminen. Als sij 25 derselver gulden betalen, sullen 2½ molder roggen sjaers weder entfangen; voor 50 g.gulden 5 molder roggen te pacht ende voor 100 g.gulden 10 molder; die resterende 75 gulden teffens af te leggen.
Idem bij transport sijnes broders Stevens entfengt die helft van den goede te Zelle, in den kerspel van Hengel, in der buyrschap van Verssel gelegen, so dat vaneen gegraven ende bepaelt is; daertoe eenen camp in der heyden, geheiten dat Gelhair, met den slegen ende meden, die die bouman in bruyckweer heeft, 14 Oct. 1473.
Idem vernijt eedt van den halven goede tot Zelle, gelegen tot Hengel in der buyrschap van Versel, tot Zutphenschen rechten, 23 Aug. 1484.
Henrick van Kervenhem, erve sijnes vaders Gerrits, 24 Julii 1491.
Idem vernijt eedt, anno 1495.
Jutta van Kervenhem, huysfrou Christoffels van Munster, erve hares vaders Henrix, 12 Martii 1551.
Eadem vernijt eedt, 28 Maii 1556, 9 Maii 1562.
Eadem vernijt eedt deur haren soon Johan van Munster, 9 Julii 1563.
Vijth van Munster crigt 3 maenden uutstel, 2 Aprilis 1580.
Idem noch 3 maenden uutstel, 9 Julii 1580.
Idem, Christoffels soon, bij broderdeylinge, 4 Oct. 1581. Sijn broder Henrick vertijt op sijn recht.
Idem maeckt dit sijnen nakinderen, also dat sijne voorkinder tselve ende goet t' Overenck met 1500 gulden altijt lossen mogen, 7 Aug. 1596.
Idem, wederroeponde die voors. makinge na dode sijnes eenigen voorsoons Bernts van Munster, tucht sijn vrou Agnes Meyers ende maeckt dit sijnen tweeden nasoon, 9 Sept. 1608.
Christoffel van Munster, erve sijnnes vaders Vijts, beleent, 7 Febr. 1634.
Sondach van Munster, erve sijnner moeder Agnis Meyers, die het geërft van haer soon Christoffel, beleent, 10 Oct. 1636.
Idem maeckt dit goet sijn heele suster Catarina van Munster, 10 Oct. 1636.
Idem revoceert voorgaende dispositie van 10 Oct. 1636, tucht sijn vrou Cristina van Hardenberch ende maeckt naerder dispositie, 31 Aug. 1643.
Emerentiana ende Agnis Margreta van Hardenberch uuyt cracht van dispositie van Sondach van Munster ende Cristina van Hardenberch beleent, 30 Aprill 1649. Jan van Hardenberch, haer vader, is hulder.
Anna van Munster, oudtste suster van Sondach, beleent met 1/6, 9 Oct. 1650.
Eadem den eedt vernieuwt, 25 Aug. 1653.
Emerentiana van Hardenberch belast door haer man Hendrick de Wolff veendrich, haer gedeelte aen dit leen met 1500 gld. ten behoeve van Jan Engelbert van Westerholt, 26 Mey 1663.
Hermannus Leussinck, predikant tot Olst, getrout aen Emerentiana van Hardenberch, en Reinder Christoffel de Wolff als man en momber van Agnes Margareta van Hardenberch, op het nieuw beleent sijnde, draegen 5/6 van dit leen op aen Dr. Engelbert Tilman Grothe, gerichtschrijver des schultampts Zutphen, die daermede beleent is, 15 Dec. 1671.
Johanna Meyers, weduwe van Jan Wicherts van Tongeren, eenige dochter en leenvolgersche van Anna van Munster, caverende de rato, voor sooveel nodich, voor haer dochters Driesjen en Agnes van Tongeren, beleent sijnde met 1/6, haer van haer moeder aengeerft, draegt hetselve op aen Dr. Engelbert Tilman Grothe, die daermede beleent is, 22 Martii 1672.
Jacob Grothe, erfgenaem sijns vaders Engelbert Tileman, beleent, 6 Dec.1699.
Engelbert Tieleman Grothe, erfgenaam sijns vaders Jacob, beleend, 18 Jan. 1752.
Jan Grothe, erfgenaam sijns broeders Engelbert Tieleman, beleend, 2 Febr. 1773.
Jacob Engelbert Tieleman Grothe, erfgenaam van sijn vader Johan, beleend, 5 Nov. 1776.
Afgespleten
Dat goet to Zelle, in den kerspel van Hengel, in der buyrschap van Versel gelegen, daer naest gelant is dat goet te Goetinck an d'een ende an der heyde an d'ander sijde; tot eenen Zutphenschen leen opgedragen bij Steven van Kervenhem tot behoef van Derich Mennynck, 12 Oct. 1473.Reiner Menninck, Dirx soon, tot behoef sijns altsten broders Goossen Menninck, uutlendich wesende, beleent, 21 Aug. 1484.
Idem, noch uutlendich, laet eedt vernijen deur Bernt Meyerinck, a°. 1495.
Idem deet selver eedt, anno 1506.
Derck Menninck, erve sijnes vaders Goossens, a°. 1512.
Evert Meyerinck als erve Dirx voorn, beleent, 4 Dec. 1542.
Idem vernijt eedt, 20 Junii 1544.
Evert Meyerinck, erve sijnes vaders Everts, 29 Julii 1548. Ende sijn oltste broder Bernt vertijt op sijn recht.
Idem vernijt eedt, 27 Aprilis 1556.
Johan Meyerinck, erve sijnes vaders Everts, 13 Nov. 1573.
Eiusdem onmundige kinder beleent, 21 Dec. 1580. Haer moder Marritgen ten Kolcke stelt Adolph Meyerinck tot hulder.
Evert ende Johan Meyerinck, uutlendigh, laten eedt vernijen Herman van Aemstel, dien haer moder Maria ten Kolcke met haren gecoren momber Arnt van der Heyden daertoe volmacht gegeven, 8 Oct. 1599.
Gerritjen van der Heyden, weduwe van Jorden Kanis, bij opdracht Johan Meierinx beleent mitz haren oom ende hulder Daniel van der Heyden, 6 Maii 1617.
Eadem tuchtigt haren man Henrick Everwijn met verclaringe, so sij beyde kinderen crigen, dat dieselve beyde leenen to Zelle beërven, op malcanderen sterven ende die leenen ter lester doot op den naesten van den stam, daervan die gecommen, vallen sullen, 9 Oct. 1618.
Gijsbert van der Heyden ende sijne medeërven als erven harer halven suster Gerritjen voorn, beleent, 29 Januarii 1625.
Mechtelt Everwijns, erve harer moder Gerritjen van der Heyden, erft op Everhard van der, Heyden, haren oom, 6 Oct. 1625.
Arnoldt van der Heyden, erve sijnes vaders Everhardts, beleent, 7 Feb. 1652.
Catryna Krebbers, weduwe van Evert van der Heiden, heeft laeten approberen een maechgescheit, 13 April 1654 binnen Cuyck opgericht, 11 Junii 1656.
Johan van der Heiden, drost des ampts Montfoorts, beleent sijnde uyt cracht van het voorn, maechgescheit, draegt dit leen op aen Dr. Engelbert Tilman Grothe, die daermede beleent is, 30 Oct. 1669.
Afgespleten
Die gerechte helft van dat goet to Zelle, in der graefschap Zutphen, in den kerspel van Hengel, in der buyrschap van Versel gelegen, daer naest gelant is dat goet Gietinck an d'een ende die heyde an de ander sijde, tot Zutphenschen rechten opgedragen bij Johan Meyerinck tot behoeff van sijn suster Engel Meyerincks, 22 Junii 1574.
- Rekening v. ontvangst van Pondschatting 1499 1499: 'Bartelt op die Celle 0,5, Bernt Stemferts op die ander Celle 0,5'/ 1500: 'Zello, Meierincks guet 2-1 1/2'
-
Verpondingsregisters in 't Rigterambt Hengelo (tussen 1576-1656)
1576: ‘Grote Celle v g:’
‘Grotte Celle iiii g:’1612: ‘Grote Selle 8 — 0’
1616: ‘Groete Selle 8─’
1629: ‘14─19─ Groote Cell 13─0─’
‘Groothe Cel 2─8─’1650: 'Groot Celle, Guert Verheijden (eigenaar), Herman (bouwman) 94-19-4’
1656: ‘Grote Celle, Evert van der Heijden 23-2-‘
-
Verbalen uitzetting capitale- of hoofdschatting 1654
‘Herman op Groete Celle, Fenneken sijn huesfre:, Die soene Derck, Die dochter Engele, Die scheper Wolter’
- Monsterrollen 1665 ‘Groote Celle’
-
Inwonerslijsten per buurtschap 1795
‘ [J.S.] Grooth op Cels, L.C. Grooth, B. van der Laak, d. knegt, J.C. Woerts, d. knegt, Teuntjen, K. Cels, d. meid, Aaltjen Bruggink, d. meid’
-
Hengelose Markenboeken (1612-1881)
1655 ‘Nota bij Groote Zelle twers over die gemeijnte aan Zelle op te macken ende dat langs Groote Zellen landt tott Kleijne Zellen weijde. Nota twers door Kleine Zellen weijde tott aen Cleijne Zellen Camp weder in die Laecke ende den olden graven weder op te maecken, van Kleine Zelle aen Herman Egging lantt all waer langes henen well watt te graven ware. Van Herman Egginck lant aen Stapelbroeck tweers door die wegh langes Ringenberghs hoff in Stapelbroeck horende, en de voorts langes den Doorn camp ende Lebbincksweijde.’
1695: ‘Angaende de aengravinge bij Langele door de Heere Moleson gedaen sal nader in ogenschijn genomen worden. Gelijck mede van de heer d’Ghrote die aengravinge bij Celle.’
1802: ‘De veldgrond door de Heeren Grothe tusschen het Zelle en Gotink kampje aangegraven is groot bevonden 4262 roeden, de veldgrond door de Heer van Hasselt bij het Stapelbroek aangegraven bedraagt 975 roeden.’
1818: ‘Voorts zijn de cingels langs den nieuwen dijk naar het Zelle gedeeltelijk met dennen bepoot, dewelke na vruchtelijke poging tot openbare aanbesteding door den heer Steenlack tegen 5 gulden het duizend zijn geleverd. Zullende de te laag bevondene cingels opgehoogd en insgelijks bepoot worden. Voorts is gebleken dat in dien dijk nog twee duikers zullen moeten gelegd worden.’
-
Overige Foto's
Lees ook: 'De kerkelijke patronage van de familie Van Dorth tot Medler'
'Heersen of Weldoen?' door M.J.F. Lindeijer S.J.Lees ook: 'Het Zelle tussen Hengelo en Ruurlo'
Over de eigenaren van het Zelle. Door J. Harenberg, verschenen in 'De Olde Kaste' van OVHG.
Lees ook: 'Historie van landgoed Zelle'
Een virtueel bezoek aan Landgoed Zelle.Lees ook: 'Oude adel anno nu'
'Buitenplaats ’t Zelle oogt statig in de middagzon, op de eerste Woningsdag ooit. "De luiken zijn naar de schilder", vertelt Mechteld Feilzer- barones van Dorth tot Medler, die het huis bewoont.'
Lees ook: 'Stichting Open Monumentendag Bronckhorst'
Uit het Rijksmonumentenregister.
Lees ook: 'De bestemmingen van landgoed het Zelle'
'In 1838 wordt het landgoed door de erven van A.J. Grothe verkocht aan R.E. baron van Dorth tot Medler. Nog steeds wordt Huize Zelle door zijn familie bewoond en het landgoed door hen geëxploiteerd.'
Lees ook: 'Rijksmonument Huis het Zelle, Hengelo Gld.'
'Wegwijs in Monumentenland'
Lees ook: Wikipedia
'Het landgoed van ongeveer 350 hectare bestaat uit een buitenplaats, het Huis ’t Zelle met bijgebouwen, historische boerderijen, bos en landbouwgrond.'
Lees ook: 'Huize het Zelle - Hengelo'
'Bij buurtschap Varssel bevindt zich het Landgoed Zelle al waar u Huize 't Zelle aantreft.'
Kijk ook: Beeldbank: Foto's van het Zelle
Bron Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL)
Kijk ook: Beeldbank: Foto's van het Zelle
Bron Gelders Archief.
Kijk ook: Beeldbank: Foto's van het Zelle
Bron Gelderland in Beeld.
Kijk ook: 'Verbouw landgoed Zelle'
'Op het landgoed is naast de restauratie van het koetshuis met schuur ook onderhoud aan het hoofdgebouw uitgevoerd.'
-
Bijlagen
Bouwvergunningen. Bron ECAL.
1907 'Bouwen koetshuis'. Bron ECAL.
1978 'Oprichten werktuigenloods'.
1981 'Verbouwen kippenstal tot berging'. Bron ECAL.