Bruinderinkweg 7

Bruinderinkweg 7, landhuis Averenk - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen

     

     

    pdfPdf 1800 'Opkomsten van 't Averenk bij Hengelo' (bron Gelders Archief toeg.nr. 0456-inv. 376)  (transcriptie Sikke Postma) 


    pdfPdf 1828 Boedelveiling op het Averenck  (transcriptie J.D. Lettink en S. Postma) 


    pdfPdf 1829 'Nota van de revenuen van het Averenk' (bron Gelders Archief toeg.nr. 0456-inv. 376)   (transcriptie Sikke Postma)


    pdfPdf 1829 'Taxatie van het goed Averenk met zijn onderhorige boerderijen' (bron Gelders Archief toeg.nr. 0456-inv.nr. 376)   (transcriptie Sikke Postma)


    pdfPdf 1911 Titelblad veilingcatalogus landgoed Averenk met bijbehorende kaart  (bron ECAL)


    pdfPdf 2013 Verslag veldlopen archeologiegroep  (door archeologische werkgroep Zelhem)


    ‘Varkensexpress’ in de periode 1726-1731

    ECAL 3021-867

    Uit ‘Schatten uit het Historisch Verleden van Hengelo (Gld)’ door Marian Kruijt.    Boekenlijst

    Bij het exporteren van vleesproducten moesten de kooplui zich bij de rechter melden, ongetwijfeld vanwege accijns, voordat de koopwaar buiten de Achterhoek mocht worden gebracht. Opmerkelijk is dat er vanuit Hengelo hoofdzakelijk transporten plaatsvonden naar Rotterdam.

    Hengelo, den 17. April 1732

    ‘Also Michiel Daris, inwoonder deses Ampts Hengelo in ’t Graafschap Zutphen voornemens is van hier over Arnhem nae Rotterdam te transporteren 300 stuck hammen, 20 stuck roockvleijs, een pakje metworst en 12 coetongen’. Omdat de heer Aaron Exalto d’Almaras, rechter van Hengelo, enkele dagen van huis is en het onzeker is wanneer hij terugkomt en omdat ‘inmiddels voorschreven Michiel Daris sijne saken niet toelaten daernae te waghten off met ’t versenden van sijn coopmanschap sigh op te houden’, zodat ondergetekende doctor Jan van Essen, burgemeester van de stad Groenlo en griffier van het Hof van Gelderland, ‘zich bevindende op zijn buitenhuis ’t Averenck’, namens en op verzoek van voornoemde Michiel Daris zijn verzoek niet heeft kunnen weigeren aan hem zijn verklaring te geven dat ‘voor mij gecompareert zijn Garrit Jan Carseboom en Jan Tilborgh, beijde alhier binnen Hengelo woonachtigh, en hebben getuijgt en verklaert ook met haere ondertekeininge behouden, met aennaminge om desnoots sulk nader eedelijk te bevestigen, dat dese voorgemelte 200 stukken hammen, 20 stuck roockvleijsch, ’t pakje metworst en 12 coetongen te saemen in en omtrent desen Ampte Hengelo gemest, geslaght, gesouten en gerookt sijn’. Het geheel wordt door Dr. Van Essen getekend en ‘met mijn cachet gesegelt’. 

     

    1732 Vergunning vlees Rdam kopie


     

    ‘Onterecht beschuldigd van diefstal’

    ECAL 3012-976

    Uit ‘Schatten uit het Historisch Verleden van Hengelo (Gld)’ door Marian Kruijt.

    Hengelo, den 23. Maart 1773

    Garritjen Kleijn Bruijnderink, keukenmeid van mevrouw de weduwe Van Essen op Averenk, en haar zuster Maria, vrouw van Garrit Derksen op Kleijn Bruinderink, verschenen voor de rechtbank. Garritje werd geassisteerd door Peter Donk en Maria door haar man. Zij gaven aan dat zij onlangs tot hun grote verbijstering hadden vernomen dat een zekere Jan Fedrik Pauls, soldaat van het garnizoen in Zutphen, en zijn concubine of bijzit, Maria Voorst, weduwe van Wessel Geursen, achter hun rug om, zowel mondeling als schriftelijk ‘gedivulgeert’[1] en bij herhaling met de grootste zekerheid en ‘temeriteijt’[2] hebben volgehouden dat Garritje gedurende haar dienstijd op Averenk zich regelmatig heeft schuldig gemaakt aan diefstal van allerlei soorten etenswaren, zoals vlees, spek, vet, meel, bonen en o.a. ook een wollen deken, die door Garritjen heimelijk zouden zijn weggebracht naar erve Kleijn Bruijnderink, of dat Maria ’s nachts of ’s morgens vroeg de goederen van het Averenk zou hebben gehaald. De goederen zouden dus in onderling overleg ‘op een diefagtige manier van daar vervoert geworden zijn’. De zusters waren zeer aangeslagen door de aantijgingen en zij deelden de rechtbank dan ook mede dat zij ‘niemant, wie hij weezen mag hun met eenigen grond van waarheijd iets dat na(ar) oneerlijkheijd zweemt vuijlen laster met stilswijgen zouden hebben kunnen passeeren’. Garritjen meldde verder dat zij ‘in den tijd van twee en twintig jaaren met wedersijds volkoomen genoegen mevrouw de weduwe Van Essen op Averenk had gedient en welkers zaken en belangen zij in al dien tijd met alle getrouwheijd en een van domestiquen[3] ongewoone discretie behandelt heeft. Mevrouw Van Essen zal moeten avoueren[4] dat sij nooijt eenige kwade suspicies[5] op  Garritjen heeft gehad en ook al nog in die volkoomen persuasie[6] blijft, dat geen van beijden iets, hetzij van eetwaren als andersints zal verbragt of van het Averenk gehaalt hebben, dan met haare volkoomen permissie en goetvinden’. De zusters wilden zich door middel van het gerecht verzetten tegen de hiervoor genoemde ‘gespargeerde[7] lasteringen, om de zuiverheijd van hun geweeten voor den wereld open te leggen en om door stilswijgen aan niemant eenige nadeelige vermoedens te geeven’. Garritjen en Maria vonden het daarom gerechtvaardigd, tot ‘conservatie[8] van hunne eer en goede naem’, om zich aan ‘deesen WelEdelen Gericht te adresseeren en te versoeken dat aan deze calumniateurs[9] den geseiden soldaat Jan Fredrik Pauls en desselfs bijsit, den selven op sijn vertrek van hier staat, van gerigtsweegen onder destincte voorleesinge van deese acte’.

     

    [1] divulgeren/divulgatie: bekendmaken

    [2] overmoedigheid

    [3] van huis uit

    [4] bekennen

    [5] verdenkingen

    [6] overtuiging

    [7] verspreiden

    [8] bescherming

    [9] kwaadsprekers

    4039201053 3943e73b77 o kopie


     

    'Diefstal van een heg'

    ECAL 3021-894

    Uit ‘Schatten uit het Historisch Verleden van Hengelo (Gld)’ door Marian Kruijt.

    Hengelo, den 16. Junij 1808

    Jan Oldenkamp, oud 23 jaar, was als knecht werkzaam bij de heer Bögel op het Averenk, en verklaarde dat zijn heer hem opdracht had gegeven om enkele gaten, die in een ‘sore’ beukenheg waren gemaakt, met dorens weer dicht te maken. ‘Dat hij gepasseerde week donderdag of vrijdag op den agtermiddag om de streek van vier uuren of daar omtrent, daar na(ar) toe gaande om die gaten wederom digt te maken, daar komende, bevonden heeft dat de vrouw van Berent Weetink, wonende in het dorp, besig zijnde met het losbreken van die hegge, die met geweld forcerende om eruijt te trekken. Zij hebbende een kruijwagen bij zig waar op zij reeds een partij soor eijkenhout op hadde leggen. Dat hij comparant haar dit belette, en door gemelde vrouw Weetink braaf uijtgescholden wierd en gedrijgt om haar man hem op het lijf te zenden, verklarende den comparant dat dit genoemde voorschreven de opregte waarheijd is, bij voorlesinge daar bij persisterende heeft het selve met handtastinge in plaatse van eede gesterkt’. 


     

    Kasteel 't Averenck

    door W. Hermans,  bron www.oldhengel.nl

    Hengelo kende in vroeger tijden meer landhuizen. Enkele namen waren Het Langeler, Het Stapelbroek, De Dunsborg, Heisterboom, Leemkuil, Mokkink en ’t Averenck. Net als in Vorden dikwijls aangeduid als kasteel, maar meestal ten onrechte. ’t Averenck, onder buurtschap Bekveld, kwam dicht bij de kwalificatie kasteel, maar desondanks was het meer een groot landhuis of havesathe. Het werd omgeven door een gracht. Het gebouw werd gesierd door een klokkentoren en het geheel had een regelmatige aanleg (zie tekening). Aan de voorzijde van het landhuis was het zgn. voorplein met links en rechts een bouwhuis. In 1825 werd deze regelmaat verstoord, doordat het rechter bouwhuis werd afgebroken.

    Vanaf de huidige Banninkstraat tot het landhuis liep een oprijlaan met aan weerszijden drie eiken. Deze oprijlaan liep ongeveer parallel aan de tegenwoordige Bruinderinkweg. Rechts van het kasteel stond een boerderij Brunderinck.

    Al in geschriften uit 1378 kwam de naam Berent ’t Averenge voor als eigenaar van het huis. In 1484 kwam het in bezit van Steven van Kervenheim. Tot 1727 is het bezit daarna ongewis, maar in dat jaar werd Johan Van Essen eigenaar. Van 1841 – 1852 woonde er burgemeester Wilt Adriaan Wilbrenninck. Toen in 1874 de laatste bewoner jhr. Steengracht d’Oosterland overleed, werd de havesathe voor afbraak geveild. Enkele veilingstukken: een torenuurwerk met wijzerbord en inrijpoorten. 

    Ook het Brunderinck kwam vermoedelijk gelijktijdig onder de slopershamer. Het verwijderen is zeer grondig gedaan, van de fundamenten is niets meer terug te vinden. Wel zijn door de bewoners van het huidige Bruinderink, de familie Luesink, enkele stukken steen en aardewerk in het land gevonden, waarvan aan te nemen is dat deze afkomstig zijn van ’t Averenck. Ook zijn er nog sporen van een weg terug te vinden die naar boerderij Doekelenborg liepen.

    Het landgoed, waarvan 120 ha. in de gemeente Hengelo en 32 ha. in de gemeente Zelhem lag, werd pas in 1911 samen met enkele boerderijen geveild. Dit geschiedde door een nazaat jhr. mr. Hendricus Adolphus Steengracht, heer van Duivenvoorde, Voorschoten en Veur. Van hem is bekend dat hij is geboren op 25 april 1836 te ’s Gravenhage en zijn loopbaan begon als kamerjonker van koning Willem III. Later werd hij kamerheer van de koning en kamerheer in buitengewone dienst van koningin Wilhelmina. Ook was hij lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Hendrik Steengracht stierf op 12 mei 1912 in Parijs.

    Enkele Hengelose namen van kopers op de veiling: 
    Bernhard Luesink, landbouwer - Johannes Klem, manufacturier - Derk Jan Jansen, koopman - Bernhard Agterkamp, landbouwer - Johannes Rondeel, metselaar en landbouwer - Hendrikus Albertus Bosman, landbouwer - Derk Jan Harmsen, landbouwer - Hermanus Onstenk, rietdekker - Jan Onstenk, rietdekker - Reinierus Johannes Lubbers, timmerman en winkelier - Hendrik Wansink, koopman - Derk Jan Maalderink, landbouwer - Jan Maalderink, landbouwer - Gerrit Jan Klein Gotink, landbouwer.

    De naam ’t Averenck leefde in de 20e eeuw voort in het in 1920 gebouwde hotel/restaurant/café van de familie Michels aan de Spalstraat, inmiddels weer afgebroken in de negentiger jaren. Ook is een huis, nabij de plek waar het landhuis vroeger stond, zo genoemd.


     

     

Pagina 5 van 6