1473 dat goet geheiten Menninck met sijnen tobehoren, in den kerspel van Hengelo gelegen, daer naest gelant is Henrick Hesselinck an d'een sjjde ende dat goet te Banninck an d'ander, tot Zutphenschen rechten.

Henrick van der Lew, erve sijner moder Gertrud, entfengt dat goet Banninck,in den kerspel van Hengel gelegen, in der buyrschap Nortwyck, tot Zutphenschen rechten met eenen ponde, 1 Nov. 1542.

1545, 4 december
Gegeven int jaer duesent vyffhundert vyff ind veirtych des Vrydaeges nae sunte Andreasdach. Otto Keije de Jonge, richter in het ambt en kerspel Hengeloe op de Goij, oorkondt, dat Warner Bannynck en zijn vrouw Lambrecht van Johan Bueckhoeren en zijn vrouw Gertken 82 gouden Rijderguldens ontvangen hebben, waarvoor zij tot onderpand stellen een stuk zaailand, gelegen in het kerspel Hengeloe in de buurschap van de Noerderwyck.

Met het zegel van Otto Keije de Jonge in groene was. Zie voor Bannynck ook nr 40, 63 en 194.
Bron: Regesten van de collectie particuliere charters Zutphen 1297-1809/archiefnummer 191/ nr 919 (Otto Keije de Jonge). Datum: 19-11-2012. N.B. Door deze brief is gestoken de brief van 9 mei 1559 (reg.nr. 1132).

(zie voor overzicht 'Eigenaren en Bewoners' onder tabblad 'Adres en Bewoning')