De Heurne 66, Heurne - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen:

     

     

    1823 mvs Snethlage Rutger Tobias e

    1712 Overdracht van 'Mennink Heurne'. Bron ECAL 3021-644. 

    'Ende bekanden voor haer, haren principalen en derselver erven in eenen steden vasten en euwigduijrenden
    erfcoop tegens genoegsame voldoeninge des coopspenninks verkoft, gecedeert, op- en overgedragen te hebben
    sulx doende kragt deses aen Henric Mennink en Geertjen Seessink sijn huijsvrouw en erven, haer comp[aran]t[e]n
    geregte quota aen het caetersteedjen de Mennink Heurne g[e]n[aam]t, met alle desselfs regt en geregtigheden, 
    soo en als tselve onder desen landdrosten ampte kerspel Hengelo bij het dorp in kennelike bepaelinge is gelegen ...'


     

     

    1823 mvs Snethlage Rutger Tobias e

    1712 Bron ECAL 3021-644. 

    'Erschenen Gerrit Janssen en Berendjen Memelink eheluijden sij met hem als haren man en momber, 
    en bekanden voor haer en haren erven in eenen steden, vasten en euwigduijrenden erfcoop tegens

    genoegsame voldoeninge des cooopspenninks verkoft, gecedeert, op- en overgedragen te hebben, sulx
    doende kragt deses aen Berend Memelink en sijnen erven hun comp[aran]t[en] aendeel aen seeker
    stuck bouland groot een schepel gesaeijs ruijm, beneffens haer aendeel aen huijs en hoff de Heurne
    g[e]n[aam]t, onder desen landdrost ampte kerspel Hengeloo in en omtrent 't dorp kennelik gelegen,
    sijnde allodiael vrij en guijt, sonder beswaer off uijtgank...'


     

    (transcriptie door Sikke Postma)

    ECAL
    Toegangsnummer: 3021
    Inventarisnummer: 902

    Op den 25 augustus 1762
    Coram L.A. Willinck, righter
    Gerigtsl[uid]en Derk Wassink en Bernardus Maelderink

    Compareerde Derk Stapelkamp op de Huurne, weduwnaer wijlen Teunisken Eggink, te kennen gevende dat voornemens was wederom te trouwen, so versogte dat over zijne vier onmundige kinderen bij opgemelte zijne ehevrouw geprocreert tot momberen mogte worden aengestelt de persoonen van Otto Mennink en Arent Kleijn Regelink, en teffens gelast de momberschap op sig te nemen

    Decretum:
    ‘t Gerigte gesien en geëxamineert hebbende bovenstaende acte en het versoek daerbij gedaen, heeft goet gevonden tot momberen over opgemelte onmundigen aen te stellen de personen van Otto Mennink en Arent Kleijn Regelink.

    Waerop erschenen die momberen voornoemt en hebben dese hare momberschap bij handtastinge in edesplaetse aengenomen en daerbij aenbelooft sig als momberen na landregte te sullen gedragen. 

    Eodem et coram eijsdem

    Compareerde Derk Stapelkamp, weduwnaer wijlen Teunisken Eggink, voorts Otto Mennink en Arent Kleijn Regelink in qualiteit als gerigtelijke aengestelde momberen van en over de minderjarige kinderen van den eersten comparant, en exhibeerden bij deesen staet en inventaris, voorts mede het magescheid ingevolge voorszeide inventaris opgerigt en gesloten, verklarende de beijde laesten comparanten q.q., dat die bij magescheijd ervintelijken erfnisuijtkoop tot voordeel der onmundigen is strekkende, versoekende dat hetselve door desen gerigte mag worden geapprobeert en geprotocolleert om te kunnen strekken als na regten.

    Decretum:
    Het gerigte approbeert voorszeide magescheijd en zal hetselve hier ter prothocolle worden gestrekt.

    Luijdende van woort tot woort als volgt:
    Op dag en dato ondergeszeit is tusschen Derk Stapelkamp, weduwnaer wijlen Teunisken Eggink, ter eenre, en Otto Mennink en Arent Jansen op Klein Regelink in qualiteit als gerigtelijk aengestelde momberen, van en over de minderjarige kinderen van den eersten condivident, ter andere zijde, opgerigt, gededingt en gesloten een vast en onverbrekelijk magescheijd, en sulx volgende gestalte en manieren:
    Dat aenvankelijk deesen boedel alleen in gerede goederen bestaende bij den eersten condivident Derk Stapelkamp sal blijven en door denselven in eijgendom behouden worden, met alle actien en crediten, so als die op geciteerden inventaris getaxeert en gespecificeert zijn, mits op sig nemende te betaelen, alle lastige boedelschulden so als op gemelten inventaris te vinden zijn, voorts aen zijn onmundige kinderen wanneer mundig zijn betaelen de somma van 18 gulden, 7 stuiver.
    Vervolgens is geaccordeert dat de onmundige ten haeren laste zullen neemen de doodschult, mits daervoor profiterende de moeders kleeren, eijndelijk zo neemt de vader aen deese zijne onmundige kinderen behoorlijk te alimenteeren, met deselven in des Heeren vreese op te brengen en verders handelen als een goet ouder omtrent zijne kinderen verpligt is.
    In teeken van waerheijd is deese door partijen condividenten neffens getuijgen eijgenhandig ondertekent.
    Actum Hengelo den 23 augustus 1762.
    Was getekent:
    Dit ꓱꟷ mark is door Derk Stapelkamp eijenhandig getekent
    Otto Menninck als momber
    Arent IJansen als momber
    Derk Eggink als getuijge
    Derik Waessenck als getuijge
    Bernardus Maelderink als getuijge

    Onderstond:
    Dat bovenstaende mark door Derk Stapelkamp naer voorgaende duijdelijke voorlesinge eijgenhandig getekent is, verklaere ik ondergeszeide rigter deses ampts.
    Actum in dato ut supra.
    Was getekent:
    L.A.Willinck 


     

    Lijst boedelinventaris zoals deze werd opgesteld in verband met het tweede huwelijk van Derk Stapelkamp: 

    pdfPdf 1762 Boedelinventaris na het overlijden van Teunisken Eggink op De Heurne 

    (transcriptie Sikke Postma)


     

    1823 mvs Snethlage Rutger Tobias e

    1823 mvs Snethlage Rutger Tobias e

    1823 Uitsneden uit de memorie van successie van Rutger Tobias, predikant te Hengelo. Bron Gelders Archief.

    'Memorie van aangifte betreffende de nalatenschap van wijlen den heer Rutger Tobias Snethlage, in leven
    predikant der Hervormde Gemeente van Hengelo, daar ter plaatse gewoond hebbende en overleden den
    achttienden julij achttienhondert drie en twintig, opgemaakt door deszelfs nagelaten weduwe vrouwe
    Anna Elisabeth Plegher te Hengelo woonachtig, in hoedanigheid van moeder en wettige voogdesse over
    hare vier bij gedachten haren echtgenoot verwekt en alnog  minderjarige kinderen, kiezende zij ten dezen
    domicilie ter woonstede van den heer mr. Samuel Johan Snethlage, griffier bij de regtbank van eersten aanleg
    van en wonende te Zutphen.
    (...)
    en 16. de katerstede de Heurne, gelegen in de buurschap Noordink gemeente Hengelo ongeveer groot
    drie bunders.'


     

     Heurne Regelinklaan

    1999 Bron Graafschapbode.


     

     

     

     

     

Laatst aangepast op dinsdag 02 juni 2020 10:56