Bruinderinkweg 7, landhuis Averenk - Overige vermeldingen en Bijlagen

  • Vermelding in het Boerderij- en Veldnamenboek Hengelo:

    Kaart 13 A5

  • Mens en land in de Middeleeuwen (1200-1488) (door B.H. Slicher van Bath): 1378 'Averinge, erf te'
  • Leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen (vanaf 1326):

     

     

     

    tGoet t'Averenge,  gelegen in den kerspel van  Hengel, tot eenen Zutphenschen leen ontflnck

    Bernt  t'A v e r e n g e,  anno 1378.

    Bernt Oeverencke van Bronchorst  ontflnck dat goet  Overeick met sijnen tohehoren,  anno 1403.

    Idem, anno 1414, 1424, 1465.

    Idem  )  vernijt eedt van den goede tot  Oeverinck  met sijn tobehoren, in den kerspel van Hengel gelegen, daer naest gelant is dat goet tot Haykinck  an d'een ende dat goet to  Broenrinck  an d'ander sijde, 14 Oct. 1473.

    Wische van Overinck,  huysfrou  Lubberts  v a n  d e r  V e c h t e n,  erve hares vaders  Bernts,  26 Aprilis 1476,  transporteert dit solve goet op Steven  v a n  K e r v e n h e m,  27 Aug. 1484.

    Gerrit van Kervenhem  erft op sijnen soon Henrick van Kervenhem,  24 Julii 1491.

    Idem vernijt eedt,  anno 1495.

    Jutta van Kervenhem,  huysfrou  Christophers  v a n  M u n s t e r ,  erve hares vaders  Henrix,  beleent,  12 Martii 1551.

    Eadem eedt vernijt,  28 Maii 1556.

    Eadem eedt vernijt deur  Johan ter Inden,  9 Maii 1562.

    Elisabet van Munster  bij transport harer moder  Jutte,  voorbeholden een tuchte,  9 Maii 1562.

    Vijth van Munster  crigt 3 maenden uutstel,  9 Julii 1580.

    Idem,  Christophers  ende  Jutten  soon, bij deylinge,  4 Oct. 1581.

    Ende sijn broder  Henrick  renuncieert hierop.

    Idem maeckt dit sijnen nakinderen so, dat sijne voorkinder tselve met

    't goet to Selle  )  met 1500 gulden altijt lossen mogen,  7 Aug. 1596.

    Idem, wederroeponde die voors. makinge na dode sijnes eenigen voorsoons

    Bernts van Munster,  tucht sijn vrou  Agnes  M e y e r s  ende maeckt dit sijnen oltsten nasoon,  

    9 Sept. 1608.

    Roeloff Hendric van Munster,  erve sijnes vaders  Roeloffs,  die het geërft van sijnen vader  Vijt,  beleent,  16 Julii 1633.

    Idem deet selver eet,  19 Dec. 1651.

    Idem vercrijght  bevridenghe van de  lheenplicht voor eenige parceeltjes, mits dat een  huys,  hoff ende peerdeweyde in de  Coevick  ) to leen gemaeckt ende hiernae met een dubbelt heergewaet sal verheft worden,  4 Aug. 1655.

    Idem draecht op de peertsweide in den  Coevick  aen Peter  G r e v e n,  8 Mey 1666.

    __________

    ) Vermoedelijk hebben wij hier te doen met meer dan één persoon van denzelfden voornaam.  Waarschijnlijk is  1414  het jaar van overgang.

    ) Zie 118.

    ) Vgl. hierover het op blz. 303, noot  '),  gezegde.

    __________

    Idem draecht die peertsweide op aen Peter  D i n a n t  ende  Anneken  P r i n s,  die daermede beleent sijn, 21 Julii 1674.

    Mechteld  d e  W o l f s,  weduwe,  Anna Elisahet,  Geertruid Angenees, Anna Catharina,  Andries  en Hendrick van Munster,  mede de rato caverende voor Jan van Munster, erfgenamen van haer respective man, vader en schoonvader  Roeloff Hendrick,  beleent,  29 Maert 1708.

    Deselven dragen dit leen op aen Hendrick  v a n  E s s e n  en  Helena Catharina  v a n  D i e m e n, egteluyden, die daer weder mede beleent sijn, eodem die.

    Johan van Essen,  erfgenaam sijns vaders en moeders  Hendrik  en  Helena Catharina,  beleent,  18 Oct. 1727.

    Verder zijn de beleeningen gelijk aan die sub 98, behalve dat hier als laatste post nog het volgende wordt aangetroffen: 

    Johan van Essen  laat registreren een convenant  d.d. 15 Sept. 1804, met desselfs vader  Mr. T. H. van Essen  over de nalatenschap van wijlen Mr. Jan van Essen  ingegaan en gesloten,  3 Oct. 1804. 

    (Gedigitaliseerd door Rob Weetink)


     

  • Verpondingsregisters in 't Rigterambt Hengelo (tussen 1576-1656):

    vermeldingen in 1629 en 1650

  • Inv. lijst Sint Antonia Grote Broederschap (1451-1934):

     

     

    1461, 10 maart
    Henrick van Avereynck, richter te Heyngloe op den Goy, oorkondt, dat Beernt van Avereynck,zijn vader, en Zweder Regenynck en Beernt Mockynck als zaakwaarnemers en borgen van de oorkonder, wegens een schuld van 50 gouden rijnsguldens een stuk land in Veltkens Eynck gelegen, begrensd door Bruenrynx hanck, Avereyncker Brynck en het Veltken, verpanden aan Johan ten Broyll Reyntkenszoon en diens moeder en belooft de voorwaarden te zullen
    nakomen.In den jaeren ons heren duesent vierhondert een ende tsestich des dynxdages nae Oculi in der vasten ende nae den heiligen joncfrouwendach Perpetue et Felicitatis.

    1480, 24 november
    Johan van Seyst, richter toe Hengell opten Goy vanwege de hertog van Ghelre en van Gulick,graaf van Zutphen, oorkondt, dat Henrick ten Broyll en Engele, zijn vrouw, een stuk land,gelegen in het kerspel Hengell op Veltkens Enghe, tussen Bruenrincks dam en de Avereyncks Brynck en het Veldeken, zoals dit omschreven is in de akte van 10 maart 1461 (reg.nr. 61),waardoor deze akte is gestoken, hebben verkocht aan Derick van Raesvelde onder behoud van het recht van lossing.Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert tachtentich op sunte Katherinenavent
    virginis.

  • Hengelose Markenboeken (1612-1881):

      

    Hengelosche Markenboek 1691-1748:    verm. vanaf 1692                       

    Hengelosche Markenboek 1800-1830:    verm. vanaf 1800

    Hengelosche Markenboek 1873-1881:    verm. vanaf 1873

     

  • ORA Richterambt Hengelo: zie tabblad 'Akten, verhalen en gebeurtenissen'.
  • Bijlagen:

    1800 04 22 Oprechte Haarlemse Courant

    1800-4-22 Bron Oprechte Haarlemse Courant. 

     

    Knipsel 2

    1828 Bron Arnhemsche Courant

     

    B2   1828 uit Arnhemsche Courant

    1828 Bron Arnhemsche Courant.

     

    Knipsel

    1856 Bron Opregte Haarlemsche Courant. 

     

    1911 Publieke verkoop van het landgoed Averenk bron Graafschapbode
    1911 Kopie E. Luesink, bron Graafschapbode.

     

     

     

     

Laatst aangepast op woensdag 24 november 2021 10:46