Lankhorsterstraat 6, Broekman -Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen:

     

     

    ORA 0217-892

    (transcriptie door S. Postma en J.D. Lettink)
     

    Op den 18 februarij 1803
    Coram L. Willinck, richter

    Compareerde Garrit Kleijn Mentinck, woonagtig aan den Riefelderdijk, zijnde van competenten ouderdom, hiertoe van ’s Heeren wegen tot stuur van justitie geciteert, verklaarde dat na zijn gezag een week drie a vier geleden, zonder daar van eens nette bepalinge te kunnen doen, ook niet meer weet te herinneren den dag wanneer het gebeurt is, midden in den agtermiddag aan zijn huijs gekomen is een vreemd persoon die er niet bestig in de plunje uijt zag, hebbende na zijn beste weeten een linnen kiel aan gehad, een pak op de rug, waar bovenop gebonden was een koperen koffi ketel, voorgevende een ketellapper te zijn, vragende of ook iets te repareren had, en wijders aan hem te koop presenterende dien koperen ketel die hij bij zig hadde, den comp[aran]t aan hem vragende waar of hij aan dien ketel gekomen was, hij daar op antwoorde die heb ik van den Broekman geruijld, dit kan navragens lijden, waar op zij met malkanderen in accoord gegaan zijn en den comp[aran]t dien koperen ketel van hem geruijlt heeft tegen een oud blikken keteltjen en daar op toegegeven een daalder en twee soopjes, dat toen hij de genever opgedronken had, het blikken keteltjen na zig genomen [in de marge:] hem verder vragende of hij dien nagt bij hem konde blijven in het hooij te slapen, dat het gene hij verteerde betalen zou, hetgeen den comp[aran]t hem accordeerde, en hij ook dien nagt daar gebleven en zijn verteringe betaalt, den volgenden morgen van zijn huijs en weggegaan is zonder dat den comp[aran]t wijders van hem gehoord of vernomen heeft, verklarende den comp[aran]t dit gunt voors[chreven] opregt en na waarheijd te hebben opgegeven, hebbende ten dien eijnde deese zijne verklaringe werkelijk met solemnelen eede tot God Almagtig gesterkt.

    ORA 0217-893
    Compareerde Garrit Broekman woonagtig op het p[l]aatsjen den Broekman of het Eekgoor genaamt onder deesen Ampte gelegen, oud midden in de 60 jaar hier toe van ’s Heeren wegen tot stuur van justitie geciteert verklaarde dat op een sondagavond om streek van 6 uur ½ seven of daaromtrent sonder dat hij dat net kan bepalen na zijn beste onthoud drie of vier weeken geleden aan zijn huijs gekoomen is een vreemd manspersoon schraal in de plunjes zijnde aan hebbende een grijse kiel of rok dat hij ook niet zeker kan bepaalen of dit linnen, dan woldoek of iets anders was hebbende een kleijn pakjen op de rug, met een koperen ketel daarboven opgebonden voorgevende een ketellapper te zijn en te Doesborg woonagtig, vragende of dien nagt daar konde blijven om in de hilde in het hooij te slapen dat hem zulx geaccordeert zijnde, hij bij het vuur is gaan sitten, dien avond met haar gegeten zig heel wel gehouden en hij des avonds in het hooij is gaan liggen, dat hun lieder huysgesin des morgens opgestaan en gedorst hebbende dien persoon uijt de hilde gekomen en mede heeft helpen dorsen, dat toen het dorsen gedaan was zij samen koffie gedronken hebben door den comp[arant] gevraagt werde of hij die ketel welke hij bij sig hadde van welke hij al vooraf gesegt hadde van iemands gekogt te hebben die het aan brood manqueerde met hun wilde verruijlen tegen haar ketel die voor hun huijsgesin wat te kleijn was hetgeen door hem met ja beantwoord werde zij daarop het accoort gemaakt hebben dat op hun ketel moesten toegeven 16 st[uivers] dat hij nog een kleijnigheijd voor den comp[arant] aan zijn tondeldoos gemaakt hebbende nog zo lange daar gebleven is dat dien middag nog met haar gegeten heeft toen kort na den eeten weggegaan is, zeggende dat dien ketel welke hij van den comp[arant] geruijlt hadde Riefelerdijk weer zoude hebben zijnde met een ketel zo als hem diende hij daar op weg gegaan is, zonder dat den comp[arant] verder iets van hem vernomen heeft verklarende den comp[arant] dit gunt voors[chreven].

    Den eed in forma gepresteert.


     

    1870 05 07 ZC
    1870-5-7 Bron Zutphensche Courant.  


     

    pdfPdf 1885 Transport 'Broekman' door H.J. Norde aan J.Knoef.pdf    (kopie G. Rossel)

    pdfPdf 1888 Transport 'Broekman' door J. Knoef aan B. Tjoonk    (kopie G. Rossel)


     

     

     

Laatst aangepast op maandag 24 mei 2021 07:59