Varsselseweg 35aa, Klein Stapelbroek - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen:

     

     

    1762 uitsnede akte

    Uitsnede uit akte waarin 'Kleijn Stapelbroek' ook wel 'Jan Schops Huijs' genoemd wordt. 'Den 
    eersten comp[aran]t' in deze akte was Jan Wopereijs, weduwnaar van Maria Nijhof, tevens 
    eigenaar van het huis. Bron ECAL 3021-902. 


     

    (transcriptie door Sikke Postma)

    ECAL
    Toegangsnummer          : 3021

    Inventarisnummer         :  902

    Op den 19 julij 1762
    Coram L.A. Willinck, righter
    Gerigtsluijden Jan Luijkink en Derk Waessinck

    Compareerde Jan Woopreijs, weduwnaer wijlen Maria Nijhof, te kennen gevende dat voorneemens was, sig te verandersaeten, dog eer dat sulx konde geschieden het de nootsakelijkheijd vereijschte dat over zijne nog 4 onmundige kinderen, met naemen Lammert oud 18 jaer, Jan oud 13 jaer, Diene oud 10 jaer, en Janna Woopreijse oud 7 jaer, twee onpartijdige momberen waeren aengestelt, weshalven den comparant versogt dat Hendrik Onstenk en Jan Piper tot momberen mogte worden aengestelt en teffens gelast de momberschap op sig te neemen.

    Decretum
    ’t Gerigte, gesien en geexamineert hebbende bovenstaende acte en het versoek daerbij gedaen, heeft goetgevonden tot momberen over opgemelte onmundigen aen te stellen de persoonen van Hendrik Onstenk en Jan Piper op de Haar.

    Welke daerop in judicio zijn erscheenen en hebben stipulata manus deese momberschap aengenoomen en daerbij aenbelooft sig als momberen na landregte te sullen gedragen.

    pdfPdf 1762 Boedelinventaris    (transcriptie door Sikke Postma)

    Op den 19 julij 1762
    Coram L.A. Willinck, righter
    Gerigtsluijden Jan Luijkink en Derk Wassink

    Compareerde Jan Wopereijs, weduwnaer wijlen Maria Nijhof, voorts Hendrik Onstenk en Jan Piper op de Haer, in qualiteit als gerigtelijke aengestelde momberen van en over de minderjarige kinderen van den eersten comparant bij wijlen zijne ehevrouw geprocreert, en bekenden op heden ten overstaen van desen edelen landgerigte, nae voorgaende exhibitie van inventaris, voorts vlijtige examinatie van dien, te hebben ingegaen en gecelebreert dit magescheijd en acte van divisie, en sulx volgende gestalte en manieren:

    Dat aenvankelijk de ongerede goederen, bestaende in huijs hoff Kleijn Stapelbroek, of Jan Schops huijs genaemt, en door den eersten comparant bewoont en gebruijkt, tusschen de vader en kinderen half en half onverdeelt en in gemeenschap tot de mundigheijd van deselven sullen verblijven.

    Vervolgens is geaccordeert dat de vader den eersten comparant in deesen voor sig in eijgendom sal blijven behouden alle de gerede goederen, bestaende in levendige have en vhee, ingedoemte des huijses, voorts al wat daer onder gerekent kan worden, mits op sig nemende te betalen alle de lastige boedelschulden so op den inventaris geexprimeert staen, als uijt wat hoofde die nog provenieeren konde.

    Eijndelijk is mede geconditioneert dat de vader dese sijne onmundige kinderen behoorlijk sal alimenteren en verplegen en wanneer mundig geworden zijn aen deselven uitkeren en betaelen eene somma van 24 gulden 17 stuiver en verders handelen als een goet ouder omtrent zijne kinderen verpligt is, alles ten fine en effecte als na regten, en hebben comparanten hier op gestipuleert. 


      

     pdfPdf 1851 Verkoop Klein Stapelbroek en Schopshutte 
    door G.J. Kremer & T. Teunissen aan resp. J.W. Kremer (vanaf 1855 bewoner Meulenkamp) en R. Kremer.pdf
             


    (Bron D.J. ten Have)

     


     

Laatst aangepast op woensdag 13 mei 2020 16:48