Venneweg 7, Reukers - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen
- Huidige benaming: 'Zonnedauw' (bron topografische kaarten uit 1976 en 1988)
- Huidig adres: Broekweg 6
- Oudste vermelding: 1838 (bevolkingsregister)
- Oude benaming boerderij: 'De Broekboer' (bron Veldnamenboek)
- Staat in wijk: Bekveld
-
Bouw/Verbouwing(en):
Ca. 1838 nieuw gebouwd (bron bevolkingsregister) en ca. 1847 wat meer zuidwest herbouwd.
Zie ook bouwvergunningen onder 'Bijlagen' en 'Kadaster'.
-
Akten, verhalen en gebeurtenissen:
1820 Uitsnede uit de memorie van successie van Joanna Reukers-Ensink. Bron Gelders Archief.
"3e Dat in gemelde nalatenschap geene onroerende goederen gevonden worden als de helft van een huis, en een kampjen bouwland groot ongeveer 1½ morgen in de gemeente Hengelo, kanton Vorden gelegen".
(transcripties door Sikke Postma)
Gelders Archief
Toegangsnummer : 0222
Inventarisnummer : 5-0112[In de marge:]
Geb. in het dagregister
D. / E. /21 N. 942
den 17 november 1820
106
Memorie van aangifte, betreffende de nalatenschap van wijlen Janna Ensing, gewoond hebbende en overleden te Hengelo den 28 meij 1820, opgemaakt door (door) deszelver kinderen Berend Jan Reukers, boerenknegt te Zelhem, Berendjen Reukers, landbouwster te Vorden, en Mechtelina en Jenneken Reukers, dienstmeiden, wonende beiden te Hengelo, dewelke domicilie verkiest ter woonstede van de overledene binnen de gemeente Hengelo.En wordt mitsdien aangegeven:
1e Dat deze nalatenschap geheel aan eigen kinderen vervallende, er geen regt van successie wordt verschuldigd.
2e Dat de overledene tot zijne erfgenamen bij versterf heeft nagelaten hare vier kinderen Berend Jan, Berendjen, Jenneken en Mechtelina Reukers allen boven genoemd.
3e Dat in gemelde nalatenschap geene onroerende goederen gevonden worden, als de helft van een huis, en een kampjen bouwland, groot ongeveer 1½ morgen, in de gemeente Hengelo, kanton Vorden gelegen.
4e Dat door het overlijden van gemelde Janna Ensing geen fidei commis gedevolveert, noch vruchtgebruik afgestorven, noch eigendom van lijftuchtelijk kapitaal of goed overgegaan is.
Uit al het welk komt te blijken dat van de onderhavige nalatenschap geene belasting is verschuld.
In waarheids kennis is deze geteekend, en overgegeven ten kantore van registratie enz.
Te Zutphen op heden den 17 november 1820.Berend Jan, Berendjen, Jenneken, en Mechtelina Reukers hebben verklaard niet te kunnen schrijven.
Bij mij
[w.g.] L. van WesterholtDeel 3 F. 36 N. 6 van de tafel der sterfgevallen
Deel 3 N. 90 van het register van overschrijving
Overgeschreven den 30 december 1820
Gelders Archief
Toegangsnummer : 0222
Inventarisnummer : 46-0135[In de marge:]
Tafel nr. 1, deel 4, f[oli]o 139, nr. 6
Tafel nr. 2, deel 1, f[oli]o 63 r[ecto], nr. 8
Renvooi kadaster nr. 1134
Memorie van aangifte betreffende de nalatenschap van wijlen Berend Reukers, gewoond hebbende en overleden te Hengelo den 7 junij 1835, opgemaakt door des overledens echtgenote Hendrina Ringenberg, van beroep daghuurster, woonachtig te Hengelo, in kwaliteit als moeder en voogdesse over hare drie minderjarige kinderen, hierna vermeld, de welke domicilie verkiest ter woonstede van haar zelven binnen de gemeente Hengelo.En wordt mitsdien aangegeven:
1e Dat deze nalatenschap, in de regte nederdalende lijn vervallende, geen actief of passief wordt opgegeven.
2e Dat de overledene tot zijne erfgenamen bij versterf heeft nagelaten zijne minderjarige kinderen Johanna, Hendrika Johanna en Maria Reukers, allen buiten beroep en te Hengelo woonachtig.
3e Dat in gemelde nalatenschap geene andere onroerende goederen gevonden worden dan:
Alle de opgenoemde percelen gelegen in de gemeente Hengelo, en waarvan de overige helft behoort aan de aangeefster Hendrina Ringenberg.
4e Dat door het overlijden van gemelde Berend Reukers geen fidei commis gedevolveert, noch vruchtgebruik afgestorven, noch eigendom van lijftuchtelijk kapitaal of goed overgegaan is.
In waarheids kennis is deze geteekend en overgegeven ten kantore van registratie enz.
Te Zutphen op heden den 30 julij 1835.Hendrina Ringenberg heeft verklaard niet te kunnen schrijven noch te weten haren naam te teekenen, bij mij burgem[eeste]r van Hengelo.
[w.g.] L. van Westerholt