Slotsteeg 18, Halfweg -Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen:

     

     

    ORA 0217-891

    (transcripties J.D. Lettink en S. Postma)

     

    1789

    Bekenne wij ondergeschreven Joh: Hendrik Wurtzenbach, en mijn huijsvrouw Fenneken Jimmink eheluijden, dat wij overgeven aen Arent Roelofs en zijn huijsvrouw Cornelia Bischop eheluijden de halfscheid van onze plaatsjen den Halfweg genaampt, in ’t Cerspel Hengelo en Vorden zeer kennelijk gelegen. Bestaande in alle gerede en ongerede goederen, alsmede zaat in en op ’t land, mest en mestregt, levendige haven, inboedel des huijzes, en al het gene onder het gerede en ongerede kan en mag gerekent worden, en na dode van beide oude luij met namen Joh: Hendrik Wurtzenbach en zijn huijsvrouw Fenneken Jimmink eheluijden, zal ook de andere halfscheid van dit bovengenoemde plaatsjen voor Arent Roelofs en zijn huijsvrouw Cornelia Bischop wesen, met dat beding om de oude luij een ordentelijke begraffenisse aen te doen, en daar en boven aen de andere kinderen uijt te keren twe jaaren na dode van de oude luij, ijder voor haar hooft met namen aen Bernardus Walgemoet, en zijn huijsvrouw Janna Wurtzenbach [*1758] een somma van vijftien gulden en aen Berent Donkeman en zijn huijsvrouw Maria Wurtzenbach [*1762] een somma van vijftien gulden, Jan Evers en (m)zijn huijsvrouw Aleida Wurtzenbag een somma van 15 gulden, en aan Aleida Bischop een somma van zeven gulden tien stuijver. Zoo zijn overgevers en aennemers en kinderen ten vollen met malkanderen vergenoegt en tevreden.

    Dit dan sonder enig arg of list en onder verband van alle heeren, hoven, rigteren en gerigten, als mede ter judicature van den WelEd: Hove van Gelderland. In waarheidsoirkonde is dit accoort van overgevers en aennemers en kinderen na duijdelijke voorlezinge nevens getuijgen eijgenhandig getekent binnen Hengelo den 6 november 1789.

    [wg]

    Jo(ho)han Wutsenbag als overgever eijgenhandig getekent.

    Fenneken Jimmink als overgeverse met aenhoudende der penne getekent.

    Arent Roelofs als aennemer met aenhoudende der penne getekent.

    Cornelija Bischop als aennemerse met aenhoudende der penne getekent.

    Beernades Walgemoet eijgenhandig getekent.

    Janna Wurtzenbach met aenhoudende der penne getekent.

    Jan Everts [en] Aleida Wurzenbag eijgenhandig getekent

    Berent Donkeman [en] Marija Wurtzenbach met aenhoudende der penne getekent.

    Aleida Bischop met aenhoudende der penne getekent.

    Als getuijgen Grades Westenberg [en] Willem Sieverenk.

    1. J. van Vugt, schoolm[eeste]r.  

     

    1797

    Op den 10 november 1797 des avonds om half seven uur

    coram jud[ici] D.W. Becking

    Garret Jan Onstenk

     

    Compareerde Arent Roelofs weduwnaar wijlen Cornelia Bisschop te kennen gevende dat voornemens was wederom te trouwen versogte dierhalven dat over zijne drie minderjarige kinderen bij gemelte zijne ehevrouw verwekt met namen Jan oud 7 jaar, Hendrika oud 4 jaar en Hendrik oud agt weken tot momberen mogten worden aangestelt Garrit Memelink en Willem Sieverink voorts gelast die momberschap op zig te neemen.

    ‘t Gerigte stelt met en neffens de bloedmomberen tot onpartijdige momberen over opgemelte onmondigen aan de persoonen van Garrit Memelink en Willem Sieverink. Welke daarop in judicio zijn erschenen en hebben deese haare momberschap bij handtastinge aangenoomen en daarbij aanbelooft zig als momberen na Landrechten te zullen gedragen en voorts verburget met haare persoonen en goederen als na rechten stipulatus facta est.

    Eodem dato et Coram eijsdem

    Compareerde Arent Roelofs weduwnaar wijlen Cornelia Bisschop ter eenre voorts Garrit Memelink en Willem Sieverink en g[eme]lt[e] als gerigtelijk aangestelde momberen over de minderjarige kinderen van den eersten comparant bij wijlen zijne ehevrouw in ehe verwekt en bekenden ten overstaan van deesen gerichte te hebben ingegaan en gecelebreert dit erfmagescheijd en acte van divisie, om te strekken tot scheijdinge tusschen den eersten comp[aran]t en gemelte zijne minderjarige kinderen volgenderwijse:

    dat uijt exhibitie van staat en inventaris voorts onpartijdige taxatie van de boedels gerede goederen gebleken is,

    dat deselve zig bedragen eene somma van                                            f 175-15-0

    daarentegen de schulden tot lasten des boedels                                       115-13-0

    Schiet zuijver over                                                                                  60- 2 -0

    Zo is daaromtrent geconditioneert dat in de eerste plaats de ongerede goederen zijnde het plaatsjen den Halfweg genaamt tusschen Hengelo en Vorden op de scheijdinge gelegen tusschen den eersten comparant en zijne kinderen half en half onverdeelt en in gemeenschap zal blijven zijnde hier mede onder begreepen het huijs en den ovent daarop getimmert staande, welke onder den gerede boedel getaxeert is en dewijl deese grond uijt de markten van Vorden en Hengelo is aangegraven zo is wel expresselijk geconditioneert dat al hetgeen aan de markten daar van moet betaalt worden de onmondigen daar mede in zullen moeten dragen.

    Vervolgens is geconditioneert dat de gerede goederen bij den eersten comp[arant] in eijgendom zullen behouden worden, zo als die aan hem toegedeelt worden bij deesen, dat hij daar van zal betaalen alle de lastige boedelschulden op den inventaris geexponeert, en aan zijne onmondige kinderen ten opsigte van deese gerede goederen als haar mondige jaaren bereijkt hebben voor haar moeders versterf uijtkeeren en betaalen eene somma van 30 gulden dus voor ieder van deselve eene somma [van] tien gulden.

    En terwijl tusschen den eersten comparant en wijlen desselfs ehevrouw met haar bestevader en bestemoeder Johan Fredrik Wurtsbag en Fenneken Jimmink in dato den 6 november 1789 zeker contract van alimentatie is ingegaan waarbij gemelte Joh. Fred. Wurtsbag en Fenneken Jimmink aan hun tegens verpleging hebben overgegeven alle haare goederen bij dat contract gespecificeert en onder zodane conditiën als daarbij breder gemeld en aan dit contract nog niet geheel voldaan zijnde dewijl hun lieden bestemoeder Fenneken Jimmink nog in leven zijnde en tot het eijnde haares levens moet gealimenteert worden, zo is nader tusschen hun lieden geaccordeert, dat wanneer het onverhoopt mogt gebeuren dat zij Fenneken Jimmink met den eersten comparant of met zijn aanstaande huijsvrouw niet kon leven of zig verstaan dat het haar dan zal vrijstaan om van hun af te gaan haar bed, klederen, linnen en wollen tot haar lijf behoorende mede te neemen en in dien cas aan haar moeten worden uijtgekeert eene somma van negentig gulden in vier termijnen van half jaar tot half jaar te betaalen zullende dan de verdere uijtkeeringe aan de kinderen van meergenoemde Fenneken Jimmink bij dat contract bepaalt niet verder als voor de halfscheijd behoeven te geschieden en den eersten comp[arant] ook niet verder tot derselver alimentatie of begravenis kosten verpligt weesen.

     

    15 november 1797                                        

    Conditien en voorwaarden waarna de momberen van de minderjarige kinderen van Arent Roelofs bij Cornelia Bisschop in ehe verwekt voornemens zijn te verkopen allerhande soort van vrouwenkleeren zo als ter tavele zal worden voorgebrag[t]. De verkopinge geschied bij insathe en hoginge. De coopspen[ningen] zijn guldens van 22 st[uiver] het stuk welke zullen betaalt worden aan handen van de richter L.A. Willink, op of voor den 1 jan[uarij] 1798 die op die tijd bet[aalt] zal den gulden met 21st[uiver] kunnen voldoen. Kooperen moeten stellen twee borgen ten genoegen rechtens.

    x Een blauw bont jak Bernard Walgemoet                  0-12-0

    x Een blauw gestreepte rok                                                

    Willem Sieverink                                                     1-14-0

    X Een root bont jak Berend Donkeman                      0-12-0

    x Een sargien dito Hendrica Kruijsweg                       3-14-0

       Een blauw gedrukt dito Leijda Bisschop                  1-11-0

    x Een grijnen dito Bernard Walgemoet                       1- 0-0                  

    x Een grijnen rok Berend Donkeman                          2- 6-0                  

       Een swart jak                                                                           

    x Een blauw geruijte schorteldoek

       Willem Sieverink                                                    1- 2-0

       Een mutze Leijde Bisschop                                      1- 0-0

       Een dito    dito                                                       0- 9-0         

       Een dito     dito                                                     0-16-0

    x Een dito Berend Donkeman                                     0- 1-0

    x Een paar schoenen Arent Roelofs                             0- 1-0

    x Een paar silveren gespen

       Bernard Walgemoet                                               1-14-0

                                                                                 16-12--

       Publicatien bet[aald] met                   0-4-0

       Borden voor het afslaan                     0-6-0             _____

                                                                                   16-2-0

                                                                                    5 -7-8

                                                                                 10-14-8

    Deese 10 gulden 14 st[uiver] aan de momberen Garrit Memelink en Willem Sieverink overgetelt welke dit bij meerderjarigheijd aan de kinderen zullen verrekenen.

     

    1797 

    Op huijden dato onderget[ekend] is een vast en onverbrekelijk huwelijkscontract opgerigt gededingt en gesloten tusschen Arent Roelofs weduwnaar wijlen Cornelia Bisschop, bruijdegom ter eenre en Alberdina Broekman, eersame jongedogter bruijd ter anderen zijden, en sulx op volgende conditiën en huwelijksche voorwaarden dat aanvankelijk dit huwelijk na land en kerkenorder als gebruijkelijk ten eersten zal voltrokken worden, niet van malkanderen als door de dood te scheijden.

    Bruijdegom en bruijd zullen tot hunner en welstand van dit huwelijk aanbrengen alle zodane goederen als van weerskanten zijn besittende of in het vervolg zullen koomen aan te erven.

    De landrechtelijke gemeenschap van goederen samenwooninge en onverhoopt verlos zal in dit huwelijk in allen deelen plaats hebben en stand grijpen.

    Tusschen komstige egtgenoten is geconvenieert inval dit huwelijksbedde gescheurt word zonder kinderen dat de langstlevende uijt des eerststervendens goederen voor een morgengave zal profiteeren eene somma van eenhondert gulden.

    Eijndelijk houden bruijdegom en bruijd zig expresselijk gereserveert de magt om zig ten allen tijde nader te begiftigen en betugtigen welke voor zo bondig zal worden gehouden of woordelijk in deesen geinsereert stond:

    tot nakominge van het gunt voors[chrev]en, verbinden bruijdegom en bruijd ten wederzijden haare persoonen en goederen ter submissie en judicature als na rechten.

    In oirconde van waarheijd is deeses door bruijdegom en bruijd neffens aanwesende vrinden en daar toe versogte dedingsluijden eijgenhandig ondertekent.

    Actum Hengelo den 10 november 1797

    Dese AR letteren zijn door Arent Roelofs als bruijdegom eijgenhandig getekent.

    Dit ® mark is door Alberdina Broekman als bruijd na duijdelijke voorlesinge van den inhoud deeses eijgenhandig getekent.

    Jan Egberts

    Bartelt Kleijenbekker

    Bernades Walgemoet         )

    Garret Memelink                )         Dedingsluij en getuijgen

    Willem Sieverenck             )


     

    1799

    Wij onderget[ekenden] Bernardus Walgemoet en mijn huijsvrouw Janna Wurtsbag, Berent Donk en zijn huijsvrouw Maria Wurtsbag, Jan Evers en zijn huijsvrouw Aleijda Wurtsbag, voorts Aleijda Bisschop, bekennen ontvangen te hebben uijt handen van Arent Roelofs, ieder van ons namentlijk de drie eersten eene somma van seven gulden tien st[uiver] en de laasten eene somma van drie gulden vijftien st[uiver] waarmede voldaan is aan den inhoud van dit binnenstaande contract, en dus te renuntieeren van al ons regt van aanspraak dat wij uijt hoofde van ons vaders versterf op deesen boedel waaren hebbende; deselve aan opgemelten Arent Roelofs overgevende bij en kragt deeses Actum Hengelo den 23 julij 1799.

    Bernades Walgemoet         Johanna Wortsebach

    Berent Donkeman              Marya Wussebach

    Dese + + twee marken zijn door Jan Evers en zijn huijsvrouw Aleyda Wurtsbag eijgenhandig getekent.

    Dit + mark is door Aleyda Bisschop eijgenhandig getekent.

    Dat bovenstaande marken door de persoonen daar bij benoemt na duijdelijke voorleesinge van den inhoud deeses eijgenhandig getekent zijn, sulx attesteere ik onderget[eekende]

    L.A. Willink


     

    1828 ECAL 3011-inv. 3

     

    Testament van Arend Roelofs dat twee uur voor zijn overlijden nog werd opgemaakt:

    Voor Lodewijk August Ghijm openbaer notaris des kantons Vorden, residerende te Hengelo in het kwartier van Zutphen Provincie van Gelderland en in tegenwoordigheid van de vier nagenoemde en mede onder geteekende getuigen compareerden.

    Arend Roelofs timmerman woonachtig op de katerstede Halfweg genaamd in het huis nummero twee honderd negenentachtig in de buurschap Noordik in de gemeente Hengelo voornoemd eheman van Alberdina Broekman, en welken comparant door den ondergeteekenden notaris en getuigen is gevonden ziek te bed liggende in de keuken van het opgemelde huis, doch hebbende zijn volkomen verstand oordeel en geheugen, gelijk uit de redeneringen en gesprekken door hem zoo met den notaris als met de ondergeteekende getuigen gehouden ten vollen is gebleken.

    Dewelke comparant Arend Roelofs zeide het voornemen te hebben om een testament te maken en dienvolgens aan den notaris in bijzijn der getuigen heeft opgegeven en voorgezegd zijn uiterste wil hetwelk door denzelfden notaris in tegenwoordigheid der getuigen eigenhandig is geschreven zoodanig als hetzelve door den comparant is opgegeven voorgezegd en hierna volgt.

    “Ik geef en legateer aan mijnen zoon Hendrik Roelofs bij gezegde mijne vrouw in huwelijk verwekt, en bij mij in wonende het een vierde gedeelte van mijne geheele nalatenschap, zoo van roerende als onroerende goederen, inschulden, actien en crediten niets daarvan uitgezonderd terwijl het mijne uitdrukkelijke bedoeling is dat hij van den dag (in de marge: “dit renvooij geappr[obeerd’]” daarna volgen de initialen van de getuigen en de notaris) van mijn overlijden af aan, mij daarin zal opvolgen en daarmede in volle eigendom zal kunnen doen en handelen als naer welgevallen voorts begeer ik dat dit gelegateerde voor het geheel door voornoemden mijnen zoon Hendrik Roelofs genote worde onder den titel van vooruitgenieting en buiten het aandeel hetwelk hem uit eigen hoofde in mijne nalatenschap zal aankomen.

    Ik herroep en casseer alle testamenten welke ik soms voor dit mijn testament mogte hebben gemaakt dewelke kracht dezes zijn vernietigd daar dit mijn testament alleen mijn laatste uiterste wil bevat”;

    Aldus is het geen voorschreven staat door den comparant opgegeven aan den notaris, door dezen vervolgens eigenhandig geschreven en geschreven zijnde voorgelezen aan den comparant, welke verklaerde alhetzelve wel te hebben verstaan en daarbij te volharden, als volkomen overeenstemmende met zijne bedoelingen, welke alzoo opgeven door –voorlezen aan- en opgevolgd verklaren van den comparant met al wat verder deze handeling betreft is geschied in bijzijn en ten aanhore der straks te noemene en mede ondergeteekende getuigen.

    Waarvan acte gedaan en gepasseerd in de gemeente Hengelo ten huize van den comparant voornoemd op heden, den tienden mei achttien honderd achttien honderd (in de marge: ‘het doorslaan van twee woorden in de eenentwintigste regel van boven op deze bladzijde geappr[obeerd]’ met daarna de initialen van de getuigen en notaris) acht en twintig des nademiddags om acht uur alles in tegenwoordigheid van Gerrit Lieferink eigenwerk doende, Michiel Jentink ook eigen werk doende, Hendrik Kelholt landbouwer en Jan Willem Veenhuis mede alle woonende in den Noordik onder Hengelo en alle vier als getuigen hiertoe opzettelijk verzocht, dewelke getuigen met den notaris, nadat den comparant testateur daartoe aangezocht uitdrukkelijk verklaerde van niet te kunnen schrijven noch zijn naam te kunnen teekenen, uit hoofde bij zulks nooit geleerd had, de tegenwoordige door genoemdden notaris met eigen hand geschrevene en bij denselven in bezit en bewaring gebleven minute na gemelde gedane geheele voorlezing hebben geteekend.

    (wg.)

    1. G. Lieferink
    2. M. Jentink
    3. H. Kelholt

    Jan W. Veenhues

    Ghijm, notaris

     

    (in de marge: Geregistreerd te Zutphen den achtsten augustus achttien honderd acht en twintig deel zeventien, folio honderd twaalf verso, art[ikel] zeven, ontvangen twee gulden veertig cents regt, een en dertig en een halvecent opcenten en een en dertig en een halvecent verhoogingen van het syndicaat; namelijk:

    voorregt                                     f 2,40

    voorregt 13 opcenten                  0,31½

    voorregt 13 opcenten syndicaat    0,31½

    De ontvanger Win?tamer??          f 3,03


     

    1867 Mvs

    1828 Uitsnede uit de memorie van successie van Arend Roelofsen. Bron: Gelders Achief.

    ‘Dat in gemelde nalatenschap geene onroerende goederen gevonden worden anders dan 1o De halfscheid van een daghuurdershuisjen gem. no 289, met (een) de halfscheid van een stuk bouwland daarvoor gelegen, groot voor het geheel ongeveer vierentachtig roeden negenenvijftig ellen en 2o De halfscheid van een weidjen voor het geheel groot circa zestien roeden, vier ellen welke perceelen alle zijn gelegen in de buurschap Noordink, onder de gemeente Hengelo in het Kanton Vorden.’

     

     

    1867 Mvs

    1867 uitsnede uit de memorie van successie van Henrik Roelofsen. Bron: Gelders Archief.

    ‘Dat tot de nalatenschap van de erflater aan vaste goederen behoord: de onverdeelde helft van het plaatsjen Halfweg gedeeltelijk onder Hengelo overigens onder Vorden gelegen voorkomende op de kadastrale leggers: van Hengelo sectie B no 889 tot en met 896, groot 2 bunders 90 ellen. En van Vorden sectie G no 143, 144, 145, 146 en 699 groot 67 roeden 90 ellen.’

     

     

     

     

Laatst aangepast op vrijdag 30 maart 2018 00:14