Hengelosestraat 65, Lansink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen
-
Akten, verhalen en gebeurtenissen:
'31 mei 1675 Berent op Lansinck cediert aen sijn schoonsoon Gerrit tegens alementatie sijn goederen' (transcriptie door Sikke Postma):
ECAL Toegangsnummer 3021: Oud Rechterlijk Archief Landdrostambt Zutphen Inventarisnummer 639: "Prothocoll van opdrachten, kentenissen, pandschappen, alsmede renteverschrijvingen:, 1671-1679.
S[olvit] folio 97verso, 98 en 98 verso
48 st[uivers] Op den 31 meij 1675
en kleijn zegell Coram Johan van Essen, pro tempore
stadtholder, gerichtsluijden Philips
Extr[act] van Essen ende Hier[onimus] Heeckel
Compareerde Berent op Lansinck ende caverende voer Grietjen sijn huijsfr[ouw] althans op het goet Lansinck in Hengeloe woenende. Ende becande voer hem, sijn huijsfr[ouw] ende erven, op den 24 junij 1673 vercofft te hebben an Gerrit op Lansinck, haerder eheluijder respective schoensoen ende soen, de rechte helffte van haerluijder gedeelte int gesaij, soe well als in alle andere vruchten. Vorders in alle rechten ende vordeelen, soe ende als haer eheluijden competeren, te genieten. Gelijckfals oeck de rechte helffte van haerluijder bestialen ende vee, jonck ende out, van peerden, soe well als van coebeesten ende verckens, mitsgaeders oeck de halffscheijt des imboedels, bougereetschap ende rackheijt des huises, niets daer van uijtgesondert, soe ende als sij ge[me]lte eheluijden het selvige op het goet Lansinck besittende, ende dat voer de summa van hondert daelders, te rechte getelt ende te dancke ontfangen van haer eheluijden. Desisterende ende renuntieerende well expresselick sij eheluijden van den eijgendom van de boven gemelte vererffte goederen voers[creven] alle haer recht ende gerechticheijt daer an hebbende. Al hier doende last ende opdracht tot confirmatie van deselve coep an gemelte Gerrit Lansinck, ten eijnde dieselve die ge-erffte deelen tot sijnen schoensten mochte profijteren. Ende alsoe voers[creven] Berent Lansinck veelvoudige diensten van ge[me]lte Gerrit, sijn schoensoen, hadde genoeten, soe dede deselve ex liberali donatione inter vivos cessie tot believinge van dien an sijnen schoensoens bezit van resterende gedeelte der bestialen, vee, imboedele, bougereetschap, rackheijt des huijses ende vorders aller sijner gereede goederen mitsgaeders des gesaij, der vruchten ende genot, met naeme het selve mochte hebben, toe weeten die rechte helffte van die boven resterende onvercoffte helffte, offte het // vierde gedeelte der heelen imboedels met die boven vercoffte helffte geconsidereert ende sijn gedeelte, toe weeten de helffte van een stuckjen landes, hem meerge[me]lte Berent gecofft hefft uijt Frederinck in Zelhem gelegen, willende ende begerende dat deselve van nu voertaen an de gespecificeerde goederen ende deelen tot sijns behoeve ende schoenste, euwighlick en erfflick sall profijteren onder gelijcke renuntiatie als tevoren, alleenlijck dat hier voer deselve Gerrit sijn schoenvaeder van’t opdraegen sijner vierdepart sall gehouden sijn voer sijn levenlanck in eeten en drincken, cledinge en redinge, soe well in gesontheijt als kranckheijt, te versorgen ende te onderholden, allet voerverhaelde tusschen dese eheluijden ende haren soen ende off schoensoen, ende respectivelick wederom ’t voerverhaelde onderhout bij hantastinge angenoemen ende angelavet te achtervolgen. Ende indien hett geboerde dat Gerrit Lansinck voer sijn schoenvaeder mochte comen te sterven, dat althans soude Gerrits successeuten offte erffgenaemen sullen geholden sijn den voern[oemde] Berent op Lansinck te verplegen ende onderholden als met meer[heijt] in dit accoert is uijtgedruct, verclarende vorders, hij Berent, sijnen uijtersten wille te sijn, dat in alle het genige post dato deses hem mochte comen an te sterven offte erven, offte sunsten doer andere middel bij hem angewonnen, sijnen g[eme]lten schoensoen Gerrit als een eensich erffgenaem sall succederen, om het selve nae sijnen dode te profijteren, ende dat daer van alle sijnen andere erff-genaemen ab intestate, voer soe vele het landtrecht deser Graeffschap toelaet, sullen onterfft sijn, willende ende begerende dat dese sijne depositie over die hem in’t toecoemende angewonnen end offte ange-erffde goederen naer sijnen doede plaetse // en cracht gewinne, ’t sij als een testament, codecill, legaet, giffte ter cause van doet, offte soe als het selve ten bundichsten nae rechte soude coemen off moegen bestaen.
S.A.L. [Sonder Arg of List]
Pdf 1771 enkele pagina's uit een akte m.b.t. o.a. Lansink (uit privécollectie, kopie H. Schuppers-Demming)
1788 detail uit 'request en decreet' met daarin de naam 'Zweer Maalderink van het Erve Lansink'.
Bron: ORA toeg.nr. 0217/ inv.nr. 671.Bron Graafschapbode 20-7-1895
Bron Graafschapbode 1-4-1896