De familie Samuel Jacobs Spalstraat 7-9 in Hengelo.
Door Edith Jacobs
Samuel Jacobs (meestal Broer genoemd) en oom Max (Emanuel) begonnen in de jaren '20 een manufacturenzaak (tegenwoordig Spalstraat 7-9 na Lentferink nu Frederiks by Jessi). Ook zwager Lex (Alexander) Cohen, getrouwd met zus Sarah Jacobs (Ruurloseweg 18) was werkzaam in de zaak.
De drie gingen meestal de boer op met hun handelswaren. Ze handelden naast manufacturen in stoffen, bedovertrekken, dekens, gordijnen, kinderwagens, petten, ondergoed. Kortom van alles, zoals dat in die tijd in bijna elke winkel gewoon was.
De winkel zelf was alleen open op marktdagen. Dat waren drukke dagen in Hengelo. Dan waren er ook veel koffiedrinkers en mensen die er hun fiets stalden. De drie echtgenotes naaiden kleren en zorgden voor kussen- en bedvullingen.
Spalstraat 7 en 9 winkel van de fam. Samuel Jacobs en Lex Cohen. Daarvoor L. Windmuller en Zn.
Foto; uitsnede coll. H. Schuppers-Demming.
De twee joodse gezinnen woonden weliswaar in één pand, maar wel gescheiden. Aan de kant van Langeler op nummer 7 woonden Max met zijn vrouw Kitty Jacobs-Hillesum en hun kinderen Hetty en Philip. Philip was al voor de oorlog het huis uit. Op Spalstraat 9 leefde Samuel met zijn vrouw Lena Jacobs-Frankenhuis en hun kinderen Edith en Karel. Bij hen had oma Etje Jacobs-de Groot een slaapkamer beneden, zij kon geen trappen lopen.
Aan het vredige leventje in Hengelo kwam een einde tijdens de bezetting, toen de oorlog uitbrak. Een grote klap voor de familie kwam op woensdag 8 oktober 1941. In diverse plaatsen in de Achterhoek en Twente werden jonge Joodse mannen meegenomen door de Duitsers. Zo ook in Hengelo, waar vijf mannen door de 'Grüne Polizei' werden gearresteerd, waaronder Samuel Jacobs. Neef Philip werd in Hummelo opgehaald, waardoor Max Jacobs thuis mocht blijven.
Kitty Jacobs-Hillesum ging naar mevrouw Van Hoogstraten, de burgemeestersvrouw. Deze had eerder haar hulp aangeboden. Zij zorgde ervoor dat de families konden onderduiken op Het Kervel. Dus slopen na spertijd in het donker Max, Kitty, Hetty, Lena, Edith en Karel door de Hengelose straten. Helaas hadden ze hun 84-jarige oma met haar zus moeten achterlaten zonder maar iets tegen hen te kunnen zeggen. Edith: "Dat was een vreselijk moment, maar ze konden echt niet mee. Ze waren slecht ter been. We konden ook niet naar anderen gaan, ieder moest voor zich zorgen."
Johan Kreunen, Kitty Jacobs, Derk Janssen, Edith Jacobs en Lena Jacobs in hun schuilplaats.
Foto: Vorden tijdens de bezetting.
Onder het landhuis Het Kervel was een schuilplaats in de kelder ingericht. Daar zaten zij met 15 personen. Van het Kervel vertrokken we naar een jagershut bij kasteel Wildenborg tussen Vorden en Lochem.
Daar werden zij ontdekt door jagers en op 19 november 1944 werden zij opgehaald door landwachters. Via het politie bureau in Vorden zijn de leden overgebracht naar de gevangenis in Zutphen om eind november naar Westerbork te vertrekken . Daar werden zij ondergebracht in kleine barakken.
Later kwam er meer mensen, vooral joden. We zaten daar in een barak naast Duitse joden, die er de leiding hadden. We werkten in de aardappelkeuken. Iemand hoorde dat we Jacobs heetten. Hij zei dat we maar een pannetje met onze naam erop moesten klaarzetten, dan kregen we extra eten. Later gaven we dat aan een jongen uit Zutphen, die het wel kon gebruiken.
Kamp Westerbork werd op 12 april 1945 bevrijd. Ongeveer 800 mensen maakten dit mee. Edith Jacobs was die dag ziek maar hoorde plotseling roepen: 'De Canadezen zijn er!'
We moesten daar blijven, de oorlog was nog niet afgelopen. Eind april konden we naar huis.
Terug in Hengelo konden we niet in onze eigen woning, want dat was een grote zwijnenstal. Tante Kitty en Hetty Jacobs werden ondergebracht bij overbuur Berendsen, de kruidenier. Mijn moeder en ik waren welkom bij Wansink, een andere kruidenier. |
|
Edith Jacobs |
Veel over de oorlog gepraat
De overgebleven vier vrouwen moesten toch doorgaan. Lena en Kitty zetten de winkel voort. In 1953 werd de zaak verkocht aan Lentferink. Edith ging naar Hilversum voor opleidingen in kinderverzorging. In januari 1953 is ze in Hengelo getrouwd met Martin Jakobs en verhuisde naar Nijmegen. Martin en Edith kregen drie kinderen: twee dochters en een zoon. Kitty en Hetty Jacobs emigreerden in 1953 naar Californië. Hetty was inmiddels in Nijkerk getrouwd met Jaap Nihom.
Ondanks alles heeft Edith geen oorlogstrauma opgelopen: "Uiteraard hebben we na de oorlog wel veel over de oorlog gepraat. Ook met onze kinderen. Dat is de beste manier om het te verwerken. Vergeten kun je het toch nooit, daarvoor zijn teveel verschrikkelijke dingen gebeurd."
De op 8 oktober 1941 opgepakte mannen werden naar het afschuwelijke steengroevekamp Mauthausen gebracht. Samuel Jacobs vond op 27 oktober de dood, Philip Jacobs vier dagen later. Begin november kregen de families hier bericht van. Ze zouden zijn overleden aan een 'hartkwaal'.
Hieronder Spalstraat 7-9 veranderd in de afgelopen 100 jaar.
Spalstraat ca. 1920 |
Spalstraat ca. 1950 | Spalstraat ca. 1970 foto; ECAL | Spalstraat 2018 foto: Google. |
Lees ook de verhalen uit de oorlog, Edith Jacobs overleefde de oorlog in kelder en bos.
Lees ook bij Joodse gemeenschap, het verhaal van de fam. Cohen -Jacobs Ruurloseweg 18
Aan dit artikel van Oud Hengelo werkten mee: | www.oudhengelo.nl |
E. Somsen -Lieverdink: | Onderzoek Hengelose Joodse geschiedenis. |
H.M. Somsen: | Website opmaak en foto's |