Herinneringen aan het Joodse leven.
Door mw. A. van Hoogstraten-Wigman.
Gedurende de oorlogsjaren woonde mw. van Hoogstraten in Hengelo Gld. waar haar man, F. van Hoogstraten burgemeester was.
De eerste Joden, die uit Hengelo Gld. gevangen werden genomen waren Samuel Jacobs met zijn zoon Philip Uri Jacobs, dat was op 8 oktober 1941. Een paar weken later kreeg de familie bericht dat ze aan ”Herzschlag” overleden waren. Samuel Jacobs, 42 jaar* 1897, vergast in Mauthausen op 27-10-1941, zijn zoon Philip Uri Jacobs,18 jaar op 31-10- 1941 vergast in Mauthausen.
De andere Joden die in 1941 werden opgepakt waren; Louis (Lowieke) Meijers, * 1894, 46 jaar, Ruurloseweg op 14-10-1941 in Mauthausen vergast, Jacob Philips, 47 jaar, op 17-10-1941 vergast in Mauthausen, Simon Philips, 41 jaar, op 17-10-1941 vergast in Mauthausen, Philip Philips, 31 jaar, op 25-10-1941 vergast in Mauthausen. Drie zonen uit het gezin Philips-Baer, de ouders, Louis Philips, 77 jaar, en Bertha Philips-Baer, 77 jaar, werden later ook opgepakt en beiden op 14-5- 1943 in Sobibor vergast.
Indertijd haalde ik bij verscheidende ingezeten van Hengelo Gld. geld op voor de Joden, die geen handel meer mochten drijven, en bracht dat geld aan Max (Emanuel) Jacobs, hij zorgde ervoor dat het eerlijk verdeeld werd. Als ik bij hem kwam drong ik er steeds op aan, dat hij met zijn familie onder zou duiken, maar dat weigerde hij steeds. Ik meen in 1943 kregen ze bericht, dat ze, evenals alle Joden in Hengelo Gld. zich naar Vught moesten begeven en toen zijn Max (Emanuel)Jacobs met vrouw, zoon en dochter, ook de weduwe van Samuel Jacobs en zoon en dochter ondergedoken. Met veel moeite had ik plaats voor hen gevonden in “Het Kervel” waar nog meer Joden in de kelder zaten. De oude moeder van Max en Samuel Jacobs, mw. Etje Jacobs- de Groot, * 1858, Spalstraat, 84 jaar is meegevoerd naar Vught en op 30-4-1943 vergast in Sobibor.
Het hoofdgebouw van kamp Vucht.
Foto: website kamp Vucht.
’s Nachts werden de Joden in ”Het Kervel” gelucht en mochten ze bij groepjes even naar buiten. ’t Ging lang goed, maar waarschijnlijk door verraad, werd de eerste groep die op een avond buiten kwam, gevangen genomen door de Duitsers. Dat waren Max (Emanuel) Jacobs, 56 jaar, op 22-5-1944 vergast in Auschwitz, zijn zoon, en Kareltje Jacobs, 13 jaar, op 6-9-1944 vergast in Auschwitz, de zoon van de reeds in 1941 omgekomen Samuel Jacobs.
Max Jacobs
Foto: Adres Kervel-kelder
De eigenaar van “Het Kervel”, Ben de Graaf, had de tegenwoordigheid van geest om de toegang tot de kelder dicht te gooien, de overige Joden zijn toen niet gevonden en de volgende dag naar elders gebracht. De beide weduwen Jacobs hebben een tijd met hun beide dochters in een hol in ’t Vordense bos gezeten, maar toen twee Duitse officieren aan het jagen waren, werden ze ontdekt en naar Westerbork vervoerd. Het liep toen al tegen het eind van de oorlog, de vijand had weinig treinen meer tot hun beschikking en zo kwamen de vier dames vrij, toen de bevrijding kwam. De familie Löwenhardt is de oorlog goed doorgekomen, de heer Löwenhardt kwam in 1914, toen het in Duitsland economisch moeilijk ging, naar Hengelo Gld, zie verhaal Löwenhardt.
Slager Philips van de Ruurloseweg is met zijn gezin ook slachtoffer geworden van de Duitse terreur. Bij de ” Bleek”, woonde drie dames Philips, Rachel (Rika), 68 jaar, op 14-5-1943 vergast in Sobibor, Bertha, 70 jaar, op 14-3-1943 in Sobibor vergast, en Jans,72 jaar, op 26-4-1943 vergast, een van hen had een zoon die huisschilder was. Ze hadden alle drie rood haar en in alle ellende maakt de oudste van hen daar een grapje over. Ze zei, wijzend op haar hoofd; “We zijn nog familie van de gloeilampenfabriek”.
Ben en Alie de Graaf , beheerders echtpaar op pension 't Kervel.
foto: Adres Kervel-kelder
Er woonden verschillende mensen in Hengelo Gld. met de naam Philips. In de Spalstraat o.a. Bram Philips, zijn vrouw overleed voor de oorlog. Hij hield op sabbat onze kinderen aan, als ze naar de bus gingen, en vroeg hun zijn lamp aan te steken, dat mocht hij niet doen op sabbat. Dan was er aan de Ruurloseweg nog een slager Philips en ook aan dezelfde weg op nr. 18 de familie Alex Cohen. Hij was reiziger voor de gebroeders Jacobs, in textiel en was getrouwd met de zuster van Max Jacobs, Sara Jacobs. Slager Louis Philips van de Ruurloseweg, Dorp 36, heeft nog een briefje uit de trein gegooid, waarmee de Joden naar Duitsland gebracht werden. Er stond het adres van Mej. Ruesink, op en deze heeft het, wonder boven wonder, ontvangen.
Toen de Joden naar Vught moesten, kwam Meijers uit de Polsbroek bij mijn man met het verzoek de trouwringen van hem en zijn vrouw te bewaren en deze als zij niet terugkeerden, aan een van zijn kinderen te geven als die de ellende overleefden. De beide oude mensen, Levi Meijers, 78 jaar, op 16-7-1943 in Sobibor vergast en Jetta Meijers- Bamberg, 80 jaar, op 16-7-1943 in Sobibor vergast, maar hun kinderen, op een na, zijn teruggekomen, Jaap (Jacob) * 1883, Roza en Nanny Meijers. Zij hadden nog een broer, Leo Meijers, * 1905, die voor een grote som geld zou proberen naar Zwitserland te vluchten. In Limburg, te Voerendaal, werd hij beroofd en samen met zijn verloofde op 25 april 1943 vermoord. Jaap (Jacob) Meijers* 1883 is ontvlucht toen hij in Enschede met een groep Joden klaar stond om per trein naar Duitsland getransporteerd te worden. Er werd dadelijk op hem geschoten, maar hoewel gewond, is het hem gelukt te ontvluchten en onder te duiken.
De weduwe Klara Fortuin-Engbers, 81 jaar, die achter de kerk een winkeltje had, is ook op 27-4-1943 vergast.
Bron: De Joodse Gemeente te Hengelo Gelderland, S. Laansma,
Aangevuld door E. Somsen-Lieverdink, november 2018.
Artikel geplaatst op 29 nov.2018 door H.M. Somsen