Geleidelijk terug naar normaal.

Dit verhaal in het kader van 75 bevrijding is reeds eerder gepubliceerd op 7 juli 2020, in het Contact Bronckhorst.

Door Willy Hermans

HENGELO - Op 1 april 1945 is Hengelo bevrijd, maar wat gebeurde er in die maanden erna? Wekelijks volgen we met behulp van krantenknipsels en archiefstukken de loop van de gebeurtenissen in de zomer na de bevrijding waarin de oorlogstijd nog zijn sporen naliet.
kleppermanG. Bretveld in wintertenue voor de torendeur van de NH-kerk: duffelse pet met oorkleppen en stormband, das, ulster en klompen. In zijn rechterhand de klepper. Foto archief W. Hermans Foto: Picasa.

Hengelo, 2-8 juli 1945
Allerlei uit:  De Oranje Bode – Radiosurrogaat:


Redacteur Tjalling Sixma van Heemstra schrijft in een artikel van alles over het dagelijks leven van 1945: “De oorlog is alweer ver achter den rug. Scholen zijn weer aan de gang, al zijn in de meeste schoolgebouwen een groot gedeelte gevorderd voor andere doeleinden. In de winkels is nog niet veel te koopen. Behalve op levensmiddelengebied is er verder niet veel verbetering ingetreden.

Wat de voeding betreft is het ook nog maar sinds kort dat er verbetering in is gekomen. Het brood dat men op de bonnen krijgt is melkwit, voedzaam en zoo goed als ‘vooroorlogs’. Vleesch is veel vleesch uit blik, zoo zelfs dat men spottenderwijs de slager ‘blikslager’ is gaan noemen! Geregeld krijgt men ook zeer goede jam en verder huishoudzeep van Engelsch fabricaat, kinderen chocolade en mannen eens per week 20 cigaretten, merk Rhodesia. Dit is het enige merk dat verkrijgbaar is, een betere uitgave dan de vroegere Consi. In de zwarte handel kost 1 Engelse cigaret 50 cent, en de meeste rookliefhebbers zijn weer teruggevallen op de eigenbouw of Belgische shag.

Gebeurtenissen in de zomer na de bevrijding waarin de oorlogstijd nog zijn sporen naliet

Het reizen is nog steeds een moeilijkheid, maar er rijden nog maar weinig treinen die stampvol zitten en uren vertraging hebben. Een veel meer gebezigde wijze van reizen is het z.g. liften. Er komen zooveel burgerauto’s langs dat men meestal niet lang behoeft te wachten. Vrouwelijke passagiers hebben echter onmiskenbaar een streepje voor! Deze methode van reizen is gebruik geworden; wie in de auto nog een plaatsje over heeft stopt bijna automatisch wanneer hij een opgeheven vinger ziet.

Ook op ander gebied keeren we weer terug tot normale verhoudingen. Er wordt weer gezellig veel gekankerd, dikwijls met reden, dikwijls onredelijk. Ja, de Hollander is zijn eigenschappen nog niet kwijtgeraakt!”

Kermis
Zondag en Maandag werd te Keijenborg weder kermis gehouden, nadat deze in de afgeloopen 5-jarige periode niet was gevierd. ’t Moet worden erkend dat de bevolking aldaar dit aloude jaarfeest op St. Jan waardig heeft ingezet. Beide dagen was ’t er geweldig druk. De vermakelijkheden als auto-scooter, golfbaan en draaimolen hadden het zoo druk, vooral des Zondags, dat de liefhebbers voor een autoritje à ƒ 1,- soms een half uur moesten wachten alvorens aan de beurt te komen. Kramen waren er slechts een paar. Zooals te begrijpen is, was er niet veel bijzonders te koop.

Op den eerste dag speelden Keijenborgsche Boys en Pax een vriendschappelijke wedstrijd, welke door Pax met 1-8 werd gewonnen. Om 4 uur werd het oude koningspaar van de laatstgehouden kermis door de fanfare St. Jan en een ruiterstoet te paard afgehaald. Den geheelen avond was er daarna concert en kon het publiek zich op het kermisterrein vermaken.

’s Maandagsmorgens werd na het houden van een H. Mis de kermis voortgezet met een optocht, waarbij op verschillende plaatsen het vaandel werd geslagen door B. Melgers. Bij het vogelschieten dat hierna plaatsvond, werd het koningsschot gelost door Ant. Mullink. De bovenste vogel – want er waren er twee – viel van zijn verheven plaats door een schot van Bertus Goossens.

Het nieuwe koningspaar werd door pastoor Thuis plechtig geïnstalleerd. Deze reikte ook de prijzen uit, welke voor ’t afschieten van den ondersten vogel bestonden uit een bedrag van ƒ 60,- en voor de koningin een gouden ring.De vermakelijkheden en ’t dansen in ’t Patronaatsgebouw en verschillende cafés duurden tot ’s avonds 10 uur.

Nachtwacht
Op 1 juli hoopt Gerard Bretveld den dag te herdenken, waarop hij voor 35 jaar als nachtwacht in gemeentedienst kwam. Bretveld (1881-1958) kwam in 1910 in dienst als nachtwacht, klepperman en lantaarnopsteker.

De functie als lantaarnopsteker verviel in 1923 door de komst van de elektrische nachtverlichting. In 1946 ging hij met pensioen. Het beroep als nachtwacht raakte uit de tijd, Toon Kroesen bleef nog tot 1949 en was tot dan nog een van de weinige nachtwachten in Nederland.