Gebruiken

 

Dit artikel is reeds eerder verschenen in het artikel Jodendom op Wikipedia                                                           www.oudhengelo.nl


Joodse plichten en gebruiken.

Joden die volgens de tradities leven, volgen een groot aantal plichten en gebruiken die ook voor buitenstaanders zichtbaar zijn. Deze zijn onder meer:

  • Sjabbat: de vrijdagavond en zaterdag, wanneer joden naar de synagoge gaan en niet werken.
  • Kasjroet: een stelsel van spijswetten, waaruit onder andere volgt dat joden geen varkensvlees mogen eten, en dat melkproducten en vlees niet gelijktijdig gebruikt mogen worden.
  • Mezoeza: aan de deurpost van een woning is een houder bevestigd met daarin een rolletje perkament met de tekst van een belangrijk gebed, het Sjema.
  • Tefilien: gebedsriemen die gedragen worden tijdens het bidden, ook met houders voor heilige teksten.
  • Keppel: joodse mannen lopen met bedekt hoofd. Ze dragen bijvoorbeeld een hoed, maar vaak ook een keppel.
  • Talliet (gebedskleed) met tsietsiet, symbolische franjedraden, al dan niet permanent gedragen of alleen tijdens de ochtenddienst.
  • Briet mila: joodse jongetjes worden op de achtste dag na hun geboorte besneden.
  • Bar en bat mitswa: joodse kinderen worden vanaf hun bar mitswa (voor jongens: 13 jaar) of bat mitswa (voor meisjes: 12 jaar) als volwassen gezien in de ogen van de joodse wetgeving. Zij zijn dan ook vanaf dat ogenblik zelf verantwoordelijk voor het naleven van de geboden en verboden (mitswot).
  • Choepaeen soort afdak gebruikt tijdens het joodse huwelijk.
  • Matzes: ongerezen brood eten tijdens Pesach, het herdenkingsfeest voor de uittocht uit Egypte.