Bruinderinkweg 3 en 5, Klein Bruinderink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen:

     

    (transcripties door Sikke Postma)
     

    ECAL
    Toegangsnummer           : 3021

    Inventarisnummer          : 860

    Op den 22 julij 1683
    Coram Adam Cremer, richter
    Coergenoten Harmen Frericks en Theod. Overstege

    Erschenen Jasper op Duijcklenborgh ende bekande bij desen voor hem ende sijnen erven, wegens verstreckte en bij hem toe dancke ontfangene penn[ingen], an die naegelatene kinderen van wijlen Hendrick op Bruijnderinck Camp, met naemen Gerrit, Greetjen en Hendersken, schuldigh te wesen een som[ma] van 100, segge hondert, g[u]ld[en] hollants, belovende dieselve jaerlijcx en alle jaer te verrenthen met vijff der selver g[u]ld[en] vrij gelt, waervan het eerste jaer sal verschijnen op den 31e off laesten maij des toecomenden jaers 1684, en soo vervolgens tot den dagh van aflosse toe, die ten beijden sijden een halff jaer van tevooren sal moeten angekondight worden, daervoor verbindende sijn persoon en goederen, geene daervan uijtgesondert, dieselve submitterende alle heeren, hoven, richteren ende gerighten.Ende in specie hebben sich Aeltjen Duijcklenborgh, geassisteert met haer soon Jasper Duijcklenborgh voorsc[hreven], als in desen haeren gerichtelijcken gecoren momboir, en Berent Mentinck, hier in de gerighte praesent sijnde, voor all het voorsc[hrevene] met den intr[esse] vandien elck in solidum als borge ingelaten, om in cas van misbetalonge onder renuntiatie van alle exceptien ordinis, divisionis et excussionis, sich an haer cost en schadeloos te konnen verhalen, die welcke, ’t selve alsoo te willen naecomen, met handtastonge hebben anbelooft. S.A.L.


     

    ECAL
    Toegangsnummer           : 3021

    Inventarisnummer           : 860

    Op den 12e 8br [okto ber] 1686
    Coram Ad[am] Cremer, richter
    Coergenoten Hendrick van Hessen en Theod[orus] Overstege

    [Diversen akten]

    [folio:] 131

    Erschenen dr. Ilsinck in q[ualiteit] als volm[agtige]r van Jasper Horstinck, die het reght van cessie heeft van sodaene actie als Ephrahim Godtschalck op de kinderen off erfgenamen van Jannes Berendts en desselfs huijsvrouwe is hebbende, en doet mits desen omni meliori modo ac forma landtr[echtens] anpeindonge op een vierde part van de verschenen pachten en garvensaedt van het goedt Clein Bruijnderinck en Maetsbongert, die voorss[eide] kinderen in q[ualiteit] als erfgenamen van haer moeder voor een vierde part competerende, ende sulcx om daer uijt te consequeren betalonge van een halve somma van 90 g[u]l[den] met den interesse van dien a die mores, alles nochtans salvo calculo, en bij sententie van de magistraet van Doesborgh op den 1e 10br [december] 1674 toe erkent en geadjudiceert, in cas van oppositie naerder te deduceren, ofte peindet voor soo veel min off meer als een ed[el] gerichte nae verhoor van parthien sall bevinden te behoren, peindet mede voor alle costen en schade alreedts geleden en nogh te lijden, met versoeck van wete an die voorss[eide] kinderen, en verbot an den bouman om geen vruchten off pachten uijt te keren voor en alleer den pandteischer voldaen sij.


     

    ECAL
    Toegangsnummer           : 3021

    Inventarisnummer           : 861

    [in de marge:]
    Op den 26e jan[uari] 1708, Roeloff betaelt uijt consideratie dese met vier g[u]l[den]

    [-?-] f. 4-0-0

    Op den 19e jan[uari] 1707
    Coram Aaron Exalto d’Almaras, rigter
    Ceurnoten Derck Banninck en Arent Jansen

    Erschenen Roeloff Hendericx op Bruijderinck Camp, wedunaer van wijlen Jenneken Oolbrincks, te kennen gevende hoe dat hij voornemens is weder te trouwen met Geertjen Hendericx, geboortig van ’t kerspel van Vreden, soo versogte comp[ara]nt dat desen welede[len] gerigte een paer onpartidige mombaers over sijn onmundige twe kinderen met naeme Henders en Harmen Roeloffs, ehelijck bij wijlen sijn vrouw zalig[er] voorn[oemt] geprocureert, moge worden angestelt, om die twe onmundige voorgemelte kinderen te helpen besorgen wat haer van haer moeder zalig[ers] versterff competeert, en voorts te doen wat getrouwe mombaren gehouden en schuldig sijn te doen.

    ’t Gerigte stelt tot mombaers Reijnd Bruijderinck en Gosen op ’t Acker Camp, welcke



    ‘Onterecht beschuldigd van diefstal’

    ECAL 3012-976

    Uit ‘Schatten uit het Historisch Verleden van Hengelo (Gld)’ door Marian Kruijt.

    Hengelo, den 23. Maart 1773

    Garritjen Kleijn Bruijnderink, keukenmeid van mevrouw de weduwe Van Essen op Averenk, en haar zuster Maria, vrouw van Garrit Derksen op Kleijn Bruinderink, verschenen voor de rechtbank. Garritje werd geassisteerd door Peter Donk en Maria door haar man. Zij gaven aan dat zij onlangs tot hun grote verbijstering hadden vernomen dat een zekere Jan Fedrik Pauls, soldaat van het garnizoen in Zutphen, en zijn concubine of bijzit, Maria Voorst, weduwe van Wessel Geursen, achter hun rug om, zowel mondeling als schriftelijk ‘gedivulgeert’[1] en bij herhaling met de grootste zekerheid en ‘temeriteijt’[2] hebben volgehouden dat Garritje gedurende haar dienstijd op Averenk zich regelmatig heeft schuldig gemaakt aan diefstal van allerlei soorten etenswaren, zoals vlees, spek, vet, meel, bonen en o.a. ook een wollen deken, die door Garritjen heimelijk zouden zijn weggebracht naar erve Kleijn Bruijnderink, of dat Maria ’s nachts of ’s morgens vroeg de goederen van het Averenk zou hebben gehaald. De goederen zouden dus in onderling overleg ‘op een diefagtige manier van daar vervoert geworden zijn’. De zusters waren zeer aangeslagen door de aantijgingen en zij deelden de rechtbank dan ook mede dat zij ‘niemant, wie hij weezen mag hun met eenigen grond van waarheijd iets dat na(ar) oneerlijkheijd zweemt vuijlen laster met stilswijgen zouden hebben kunnen passeeren’. Garritjen meldde verder dat zij ‘in den tijd van twee en twintig jaaren met wedersijds volkoomen genoegen mevrouw de weduwe Van Essen op Averenk had gedient en welkers zaken en belangen zij in al dien tijd met alle getrouwheijd en een van domestiquen[3] ongewoone discretie behandelt heeft. Mevrouw Van Essen zal moeten avoueren[4] dat sij nooijt eenige kwade suspicies[5] op  Garritjen heeft gehad en ook al nog in die volkoomen persuasie[6] blijft, dat geen van beijden iets, hetzij van eetwaren als andersints zal verbragt of van het Averenk gehaalt hebben, dan met haare volkoomen permissie en goetvinden’. De zusters wilden zich door middel van het gerecht verzetten tegen de hiervoor genoemde ‘gespargeerde[7] lasteringen, om de zuiverheijd van hun geweeten voor den wereld open te leggen en om door stilswijgen aan niemant eenige nadeelige vermoedens te geeven’. Garritjen en Maria vonden het daarom gerechtvaardigd, tot ‘conservatie[8] van hunne eer en goede naem’, om zich aan ‘deesen WelEdelen Gericht te adresseeren en te versoeken dat aan deze calumniateurs[9] den geseiden soldaat Jan Fredrik Pauls en desselfs bijsit, den selven op sijn vertrek van hier staat, van gerigtsweegen onder destincte voorleesinge van deese acte’.

    [1] divulgeren/divulgatie: bekendmaken

    [2] overmoedigheid

    [3] van huis uit

    [4] bekennen

    [5] verdenkingen

    [6] overtuiging

    [7] verspreiden

    [8] bescherming

    [9] kwaadsprekers


     
    ECAL
    Toegangsnummer           : 3021

    Inventarisnummer          : 890

    Ik, ondergeschreven, Jan Warnsink, tans bouman op Kleijn Bnijrderink [verschrijving?],bekenne z[u]ijver schuldig te zijn an L.A. Joosten de somma van sevenensestig guld[en]s 15 st[uive]rs, herkomstig wegens verschenen middelen en paerdegelt, waeraf ’t laeste jaer middelen is verschenen geweest den laasten junij 1785, en ’t laeste jaer paerdegelt verschenen geweest den laesten april 1786.

    Voor welke penninge ik verbinde mijn persoon en goederen als na reghten, alles sonder A[rg] of List, Hengelo den 2 aug[ustu]s 1786.

    [w.g.]
    Jan Waernssinck, bouman op Kleijn Bruiderinck


     

    ECAL
    Toegangsnummer           : 3021

    Inventarisnummer          : 890

    Op den 21 febru[ari] 1787, voor de middag om half twaalf
    Coram L.A. Willinck, richter
    Gerigtsl[uijden] A. Kopijn en G.J. Praesterink

    Compareerden Derk Willem Becking, alhier in deesen Ampte woonachtig, en genoegsaam geërft en gegoed, en verklaarde sig in te laten en te verbinden als borge voor alsodane pretensien ter somma van 90 guld[en], 1 st[uiver] b[rabants], als waarvoor de heer B. L. Wilbrennink, in q[ua]l[itei]t als ontfanger der verpondinge, op de gerede goederen van Jan Wansink op Kleijn Bruijnderink met peindinge geprocedeert heeft.

    Dan mede voor sodane pretensie ter somma van 90 guld[en], 3 st. b. als waarvoor L.A. Joosten, in q[ua]l[tei]t als pagter van de Generale Middelen, tot bekominge van agterstandige middelen, hoofd- en paardegeld, insgelijks met peindinge op de gerede goederen van genoemden Jan Wansink geprocedeert heeft.

    Aannemende om die beijde pretensien met de daarom aangewende kosten, als zijn eijgen propre schuld te sullen betalen, sig oversulx daartoe verbindende als na rechten.

    Zijnde mede erschenen Jan Wansink, en versogte een verklaringe van het gerichte, dat de door hem in judicis gesisteerde cautie sufficient was, en dat diensvolgens zijn gerede goederen van de daarop gedane peijndinge moge worden gelibereert en ontslagen, daarop stipulerende ten effecte rechtens.

    Het gerichte verklaart de gestelde cautie sufficient genoeg is, en heeft diensvolgens de goederen van den gepeijndete gerelaxeert en ontslagen.

    [w.g.]
    L.A. Willinck, richter
    Gerigtsl[uijden] Alexander Kopijn
    Garrit J. Praasterink


     

    ECAL
    Toegangsnummer           : 3021
    Inventarisnummer          : 890

    Op den 21 febr[uari] 1787, voor de middag quartier voor 12 uur
    Coram L.A. Willinck, richter
    Gerigtsl[uijden] A. Kopijn en Garrit Jan Praesterink

    Compareerde Jan Wansink en desselfs ehevrouw Grada Hammink, marite tutore, en bekenden verkogt te hebben aan Derk Willem Becking voor eene somma van tweehondert gulden het bouwmans gedeelte van het zaatgewas met het stroo, op het erve Kleijn Bruijnderink op nagenoemde stukken bouwland staande: het roggengewas op den kamp bij het huijs staande, het gehele gewas op het Spithold staande, het bouwmans gedeelte van een half molders gesaaij op Strootskamp, van een half molders gesaaij op Banninkkamp, het gesaaij en mestregt van een stuk land het Banninkblek, het bouwmans gedeelte van drie stukken land op den Veldekes Enk, van ses schepels gesaaij aen Honnekink Kamp, van het molders saet daer bij, dan nog van een half molders gesaaij bij de meule de Meulenroeden genaamt, en eijndelijk nog het bouwmans gedeelte van 5½ schep[el] gesaaij bij den Lindeboom, om deese parceelen alle als zijn eijgendommelijk goed te hebben en te behouden, en sulx tot schadeloosstellinge van sodane borgstellinge als genoemden D.W. Becking voor de comparantie ingegaan heeft, en om uijt die coopspenn[ingen] te betaalen de pretensien van de heer ontfanger Wilbrennink en L.A. Joosten wegens agterstendige verpondinge en middelen, verklarende de comp[aran]ten geen de minste eijgendom meer aan het saatgewas van de hiervorens gespecificeerde stukken bouwlant te behouden, maar dit in volkomen eijgendom aan meergenoemden koper Derk W. Becking cederende en overgevende bij en kragt deeses, versoekende hiervan prothocollatie wijders ut juris ac stijli.

    [w.g.]
    L.A. Willinck, richter
    Gerigtsl[uijden] Alexander Kopijn
    Garrit J. Praesterink


     

    ECAL
    Toegangsnummer           : 3021
    Inventarisnummer          : 890

    Op den 20 februarij [1787], agtermiddag om vier uur
    Coram L.A. Willinck, richter
    Gerigtsl[uijden] Derk Willem Becking en [niet ingevuld]

    Compareerde Louis Aberson Joosten in q[ua]l[itei]t als pagter van de Generale Middelen van Hengelo, te kennen gevende, hoe dat van Jan Waernsink op Kleijn Bruijnderink wegens middelen, hoofd- en paardegeld, waarvan het laaste jaar middelen verscheenen geweest is den laasten junij 1785, te pretendeeren heeft eene somma van sevenensestig guld[en], 15 st[uiver] B[rabants], ingevolge des debiteurs eijgenhandige schultbekentenisse hierbij in copiam authenticam sub. A.

    Dan nog dit lopende jaar middelen, hoofd- en paardegeld, waarvan het hoofd- en paardegeld met den laasten april, en de middelen met den laasten junij eerstkomende zal komen te verschijnen, ter somma van 22 guld[en], 8 st.B., uijtmakende dus te samen eene somma van 90 guld[en], 3 st.B.

    En terwijl den comparant daarvan in der minne geen betalinge siet te krijgen, en gemelte debiteur op het punt staat om deesen Ampte te verlaten, is denselven genootsaakt tot de middelen van rechten zijn toevlugt te neemen, en te versoeken bester gestalte rechtens, peijndinge en affectatie op en aan alle de gerede goederen, levendige have en vhee, gedorst en ongedorst koorn, gesaaij in en op het land, mest en mestregt, en al wat verder onder het gerede kan of mag gerekent worden, gemelten Jan Wansink op Kleijn Bruijnderink en desselfs huijsvrouwe toestendig, ten eijnde en effecte om daaraan te verhalen betalinge van boven gelibelleerde somma van 67 guld[en], 15 st.B., en securiteijt tot betalinge van de middelen en hoofdgeld van het lopende jaar ter somma van 22 guld[en], 8 st.B.

    Pandeijscher peijndet mede voor alle kosten en schaden met regt, versoekende hiervan insinuatie met extraditie van de copije hierbij sub. A., voorts relatio ut juris ac stijli. Salvis.


     

     1787 Bruinderink Camp of Klein Bruinderink

    1787 Uitsnede uit een akte waaruit blijkt dat Klein Bruinderink eerder 'Bruinderink Camp' genoemd werd. 
    Bron ECAL 3021-890. 



    In onderstaande akte komt de naam Klein Bruinderink verschillende malen voor: 

    pdfPdf 1829 'Taxatie van het goed Averenk met zijn onderhorige boerderijen' (bron Gelders Archief toeg.nr. 0456-inv.nr. 376)   (transcriptie Sikke Postma)

     


     

    1877 06 18 ZC Bekveld1877-6-18 Bron Zutphensche Courant.  


     

    1787 Bruinderink Camp of Klein Bruinderink

    1787 Bruinderink Camp of Klein Bruinderink

    1787 Bruinderink Camp of Klein Bruinderink

    1787 Bruinderink Camp of Klein Bruinderink

    1911 Veilingcatalogus. Bron ECAL, kopie I. Kroesen-Engelen. 


     

    1971 Foto Contact

     0001   kopie

    Bron Contact 5-8-1971.

     

     

Laatst aangepast op vrijdag 10 december 2021 19:49