Ruurloseweg 70, Stenderink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen:

     

     

    pdfPdf 'Pelskamp op boerderij Stenderink' (dl.I) en 'Het vertrek van Roelof uit Hengelo' (dl. II) 

      (uit 'De Olde Kaste' jaargang 30 nr. 1 en 2, door H. Schuppers-Demming)

     


    Uit 'De Gelderse Achterhoek in de negentiende eeuw' door G.J. van Roekel (kopie H. Schuppers-Demming)

     

    image022

    image023

    image024

    image025

    image026


    Transcripties akten door S. Postma

     

    ECAL toegangsnummer 3021 (ORA)/ inv. 859

    Den 26 febr. 1681

    Coram

    Ad: Cremer Rgt Coernoten

    Cornelis te Ventenhorst

    en Jan Tonnissen

    Erschenen Harman Stenderinck ende Jenneken sijn huijsvroue sij met hem als haeren man ende momboir, belovende geen holt nog willigen tegenwoordig meer te houen op het goet Stenderinck noch aff te voeren dan 7 vijme schanssen[1] waervan hij belooft an die heer Sloot tot Zutphen te sullen leveren 4 vijmen waer voor Harman an sijn pacht sal corten voor ijeder vijme 55 str. beloven mede geen schaepen van het gemelte goedt afte drijven off te laten gaen dan tegens pinxteren deses jaers 1681: ende belooft dat alle sijne eigene schaepen in minderonge van sijn pachtschult die Hr. Sloot sal genieten mits dat hij maer alleen daer van mach behouden acht schaepen den prijs deser schaepen te reeckenen soo als die marckt dan is, beloven die oude beddestede niet te sullen uijtbreecken en het huijs wel te laten decken, te tuijnen ende te vrochten belooven die achterstendige verpondinge te sullen betalen, en om die Hr. Landrost het achterstendige paerdeverholt, ende blijft an die Heer Sloot schuldig 150 gl an pacht sullende daer van die verpondinge voor soo veel die landtheer toecomt an den ontfanger hebben te betalen en 't selve an die pacht bij overleveronge van quitantien corten, off andersins dieselve pacht betalen en dan die verpondinge laten staen, soo die Heer Sloot selven dan sal afmaecken blijven verder noch schuldig twe pacht varckens 3 paer hoenders een lam en dije welcke voorgemelte schult sij comparanten beloven te sullen voldoen en te betalen tegens anstaende St: Jacob deses jaers 1681 waervoor sijn comparanten verbinden haere personen en goederen gerede en ongerede en haer anstaende saet gewas onder parate en reele exec[utie] om sig daer an cost en schaedeloos te konnen verhalen sonder exceptie, A[rg] off L[ist]

     

    Den 26 febr 1681

    Coram

    Adam Cremer Rigter, Coernoten

    Hendrick Hiddinck ende

    Jan Tonnissen

    Erschenen Harman Stenderinck en Jenneken sijn huijsvroue ende bekanden wegens verdient loon schuldig te sijn an haeren knegt Willem Aelberts een somma van 23 gl hollants ende van gemelten Willem Aelberts opgenomen te hebben in eene onverdeilde somma an goede gepermitteerde munte tot 77 carolus gl maeckende samen hondert  carolus gl belovende die selve jaerlijcx te sullen verhandtgelden tegens rent[2] ten hondert voor welcke voorgeroerde hondert gl sij comparanten verbinden haere personen en goederen gene uijtgesondert om in vall van noodt sich daer an cost en schaedeloos te konnen verhalen met renuntiatie aller exceptien ofte 


     

    ECAL toegangsnummer 3021 (ORA)/ inv. 861

    Op 13 januari 1707 verschijnt Harmen Beijerinck als gemachtigde van zijn schoonzuster Willemken Beijerink voor de rechter. Hij geeft te kennen dat zij de nacht er voor is bevallen van een zoon en heeft bekend dat Tunnis Stenderinck de vader is. Hij vraagt de rechter toestemming om het kind door de gerechtsbode naar het huis van de vader te laten brengen.

    De hierna verschenen Jan Stenderinck, vader van Tunnis, geeft te kennen dat hij op generlei wijze dit kind in zijn huis wil opnemen. Bovendien is zijn zoon 14 dagen eerder vertrokken en weet hij niet weet waar hij is. Daarom vraagt hij toestemming het kind weer terug te brengen naar de moeder.

    Op den 13den jan[uaris] 1707

    Coram

    Aaron Exalto d’Almeras Rigter

    Ceurnoten

    Derck Banninck en Peter Willems

    Erschenen Harmen Beijerinck, als magt hebbende vor sijn vrouwen suster Willemken Beijerinck. En geeft te kennen hoe dat sij desen voorleden nagt van een jonge soon in de kraem is gelegen, en sij als nog koompte te bekennen, dat Tunnis Stenderinck den vaeder aff is. Soo versogte Comp[aran]t dat sulxken kindt met consent van desen Ed[elen] Gerichte door den gerichts dienaer voorgestelten Tunnis Stenderinck an de vaeders Huijs moge worden gebragt.

    Conce[ntier]t  pp*

    Harmen Beijerinck

    de gerichte sulx

    verspraeken

    Erschenen Jan Stenderinck, geeft te kennen hoe dat hij in geenderleij wijse sig sulxken kindt wilde bekreudigen also sijn soon wel voor 14 daegen is weggegaen, en hij Comp[aran]t niet en weet waer dat hij is. Soo versogte dat met consent van desen Ed[elen] Gerigte ’t gesondene kindt de moeder weder worde toegebragt.

    Conce[ntier]t  pp*

    * [praemissis praemittendis –vooropgesteld wat vooropgesteld moet worden?]


     

    ECAL toeg.nr. 3021 (ORA)/ inv. 861

    Zeven jaar later, in 1714, wordt er alsnog getrouwd en wordt hun zoon Sander geëcht.

    Op den 4. Junij 1714

    Coram

    Aaron Exalto D. Almeras Rigter

    Gerigtsluijden de Heer Leutenant

    Adriaen van Overstege, en Berent

    Dercksen

    *Erschenen Teunis Stenderinck en Willemken Beijerincks toekomstige Eheluijden, sij Willemken Beijerincks geassisteert met Berent Dercksen als haeren gekoren en toegelaeten momber, te kennen gevende hoe dat hij comp[a]r[a]nt Teunis Stenderinck voorn[oem]t stont nae Seelant te vertrecken om te wercken, en also hij comparant omtrent acht jaeren geleden bij comparante Willemken voornoemt hadde verweckt een jonge soon Sander gen[aam]t so verklaren sij beijde comparanten dit kint egt te sijn, en inval het mogte gebeuren, dat sij beijden of eene van haer selven comparanten geduirende haer afsijn mogte komen deser werelt te overlijden, dat het kint voornoemt en langtslevende van haer beijden in het geheel haere nalatenschap sulle hebben, en beholden eeuwiglick en erfflick, sonder dat haer ander erffgenamen daer eenen st[uiver] van sullen konnen, off mogen trecken, verder verklaren comparanten voornoemt, sodra als hij Teunis Stenderinck uijt Zelant wederom te rugge komt, sij te samen haer houwelick sonder verder uijtstel te sullen, en te willen voltrecken, so en als het behoort, en hebben hier op gestipuleert als regtens.

     *Teunis heeft dit geaccordeert voor 2 gulden debet.

     

    [1] takkenbossen

    [2] in de marge: diergelijke middelen ----?


     

    1850 mvs Harmanus Pelskamp a 11850 mvs Harmanus Pelskamp a 21850 Successieaangifte van Harmanus Pelskamp. Bron Gelders Archief. 

     

     

     

     

Laatst aangepast op woensdag 16 februari 2022 22:36