Banninkstraat 41aa, Klein Mentink - Akten, Verhalen en Gebeurtenissen

  • Akten, verhalen en gebeurtenissen:

     

     

    (transcriptie Sikke Postma)

    ECAL
    Nummer toegang            : 3021
    Inventarisnummer           :   671

    [in de marge:] regist[riert] den 5e apr[il] 1699.
    Peindinge an sodanig anpart als Johannes Dempkes tot ‘s Heerenberge an het erve en leengoed Groot en Klein Mentink g[e]n[aam]t iss hebbende voor 2 jaeren rente van een capitael van 800, van 1 jaer rente van 900, en van 2 jaeren rente van 700 Caroli guldens sampt costen en schade, door dr. G. Altetes als volm[agtige]r van d[omi]nus Everh. Mathei, praedicant tot ‘s Heerenberge, geoblineert den 5e april 1699.

    [in de marge:] regist[riert] den 7 apr[il] 1699.
    Peindinge met consent des leenheeren op en an sodaene anpart bestaende in drie twaelfde parten als Johannes Dempkes en Webberijn Abelen, eheluijden, an het erve ende goet Groot en Klein Mentink sijn hebbende, voor een capitaal van 1000 g[u]l[den] sampt den intre[ss]e sedert den 25e febr[uari] 1697 ad 5 per cento darop verloopen, en tot de effective betaling toe te lopen, de door licent[iaat] v[an] Hummel als volm[agtige]r van Henric Abelen en Johan te Water in q[ua]l[i]té als ohmen en mombaren van de onmundige kinderen van Cornelis Abelen bij wijl[en] Cathar[ina] te Water verwekt, geobtineert den 7e apr[il] 1699.

    [in de marge:] regist[riert] den 19 apr[il] 1699
    Overgifte in vrijwillig verwin tot stuijting van proceduijre van aanpeijndinge op en an sodane anpart als Jan Dempkes en Webberijne Abelen an’t erve en leengoed Groot en Klein Mentink zijn hebbende, zijnde een achte part in het derde part, en noch drie vierde parten van de rest van’t g[eme]lte derde part, door Jan Dempkes en Webberine Abelen, eheluijden voors[chreven] an d[omi]nus Everh. Mettheij, praedicant tot ‘s Heerenberg, den 19 april 1699.

    [in de marge:] regist[riert] den 19 apr[il] 1699.
    Cessie van sodanig regt van verwin als d[omi]nus Everh. Mettheij op 1/8 part in het 3de part, en nog 3/4de parten in de rest van’t 3de part an het erve en leengoedt Groot en Klein Mentink verkregen heeft, van d[omi]nus Everh. Mettheij voorss[eijd] an Lubbertus Noortwijk, sijn huijsvraw en erven, op den 19 april 1699.


     

    (transcriptie Sikke Postma)

    ECAL
    Nummer toegang            : 3021
    Inventarisnummer           :   861

    Op den 19e maert 1708
    Coram
    Aaron Exalto d’Almaras, rigter
    Gerigtsmannen Derck Banninck en Tunnis Cosstede

    Erschenen Aelbert de soon van Cleijne Mentinck en versogte dat den trouwpennink die Geurt op’t Berentschot (zijnde 2 g[oud] g[u]l[den] stucken), soo gemelte Geurt an comp[ara]nts suster Berentjen genae[mt] op trouw gegeven heeft, door den gerigtsbode wederom moge worden gesonden, ten oorsaeck dat comp[aran]ten vaeder Berent op Cleijne Mentink in geenen delen willde accorderen, oft toestaen, dat sijn dogter, oft comp[aran]ten suster voorn[oemt] ter eeniger tijt met boven gemelte Geurt Berentschot sol trouwen, conced[eer]t p[er] p[rocuratie]

    Retulit den ordinaris gerigtsbode Derck Banninck den voornoemde trouwpenninck ter fine als versogt op dato ten huijse van Berentschot gebragt heeft en van Geurt tot antwoort ontfangen:
    ‘ghij kundt die op de kaste nederleggen’, ’t welck gedaen hebben, is weg gegaen.

    [in de marge:] betaelt
    Erschenen Geurt op ’t Berentschot, segt dat hij soo op dato door desen ed[elen] gerigts boede ontfangen heeft seeckere trouw[penninck], die hij comp[ara]nt an Berentjen, de dogter van Berent op Cleijne Mentinck, een geruijme tijt geleden op trouw gegeven heeft, soo versogte comp[arant] dat gemelte trouwpennink door desen ed[elen] gerigts bode wederom an vooropg[eme]lte Berentjen moge worden ter handt gestelt, alsoo hij deselve in genen delen wederom willde om aleen maer sijne gedaene trouwpennink wederom bij desen haer in handen koomt te stellen met verseeckeringe haer nu, en tot den eijnde toe, haer getrouw te blijven ingevolg gedaene beloffte, in verwatti[n]ge dat zij Berentjen Mentinck haer eedt en pligt, mede sal komen te houden, en agtervolgen.

    Retulit Derck Banninck onders[chreven] dese als versogt wederom te hebben gerestitueert, en overgebragt idem dato.

    Erschenen Aelbert, de soon van Cleijne Mentinck, en heeft bij desen weledelen gerigte geconsigneert soodane trouwpenn[inck] ad 2 ggl oft 2 g[u]l[den] 16 st[uver] als Geurt op ’t Berentschot, sijn suster Berentjen op trouw gegeven hadden, doordien hij naemens sijn suster sig deselve willde ontslaegen hebben.

    In mart 1712 heeft Geurt Berentschot in de keur gegeven van Mentincks dogter om met haer te trouwen oft niet, anders wilde hij comp[aran]t met een ander gaen trouwen ’t welke sij Berentjen hem heeft geaccordeert, om vrij met een ander te trouwen.

    De trouwpenninge voor de jura gehouden.

     



    1734 ECAL 3021 869 kopie

    1734 (ECAL 3021-869)
    Eodem et Coram Eisdem   Compareerde Berent op Sessink en Jannes Hakken en sijn geworden goedt en borge voor alsulke schaede als
    Cleijne Mentinks paerden van dese naght Michiel Daris in sijn weijde soude hebben toegebraght. S.A.L. hier op gestipuleert ut juris. 


     

    1738 (ECAL 3021-872 transcriptie Marian Kruijt)

    Relateert Derk Wassink gerigtsbode des ampts Hengelo, hoe dat hij op dato onderschreven nae voorgaende vercregen consent ter instantie van de heer griffier van Essen den bouwman van het erve en goedt Cleijne Mentink gedenuntieert en opgeseght heeft desselfs in paght hebbende plaatsje voornoemd om de selve tegens petri aanstaende te verlaeten. Actum Hengelo den 26 meij 1738. 


     

    pdf1749 Pdf Kleine Mentink voogdij en boedelscheiding  (transcriptie Sikke Postma)

    Voogdijstelling en opmaak boedelinventaris als Jan Goselijnk wil hertrouwen met Janna Groll nadat zijn echtgenote Hendersken Honnekink is overleden. 

     


     

     1801 Berend Mentink bij dominee

    Bron ECAL.

     

    1801 Berend Mentink bij dominee

    Bron ECAL. 


     

    In onderstaande akte komt de naam Klein Mentink verschillende malen voor: 

    pdfPdf 1829 'Taxatie van het goed Averenk met zijn onderhorige boerderijen' (bron Gelders Archief toeg.nr. 0456-inv.nr. 376)   (transcriptie Sikke Postma)


     

Laatst aangepast op dinsdag 21 juli 2020 21:30