Over het bataljon.

Opgericht:                             01-10-1947 te Schalkhaar                  

Onderdeel van:                     3e (E) Divisie, Drietanddivisie            

Vertrek Indië:                       17-12-1947 a/b "Zuiderkruis"              

Aankomst Indië:                   16-01-1948 Semarang                       

Toegevoegd aan:                  T.T.C. Midden-Java                         

Ingedeeld bij:                        T-Brigade, *V-Brigade                  

Actiegebied(en):                   Salatiga, Dadapajam, Magelang, Djocjacarta, Bantoel, Wonosari,
                                             *Klaten, *Koedoes        

Commandant:                             Kol. J. Holtrust         01-07-1947 / 01-11-1947
                                                   Lt.Kol G.H.M. Zahn  01-11-1947 / 18-09-1948
                                                   Lt.Kol G. Cieraad     18-09-1948 / 20-02-1949
                                                   Maj. H. Vaessens    20-02-1949 / 15-08-1949
                                                   Maj. A. Blankhart    15-08-1949 / 07-04-1950

Gerepatrieerd:                         07-04-1950 a/b "Nelly"                    
                                                02-05-1950 aankomst Holland               

Omgekomen:                           35 man (incl. Grenadiers Ost.cie 5 GRGr)    

Bijnaam:                                  "Pijp - Pijp"  ( de plaatselijke bevolking kon de V en F niet uitspreken) 

               
Kerstkaart 15 december 1947. Foto: J. Groot Roessink         

Het bataljon was gevormd uit dienstplichtigen van de lichting '47. [Het bestond voornamelijk uit personen uit de Achterhoek en Twente.]  Direct na aankomst werd de 4e cie overgebracht naar Cheribon en ingedeeld bij het nieuw te vormen bataljon 5-13 RI dat slechts één maand heeft bestaan. Hierna werd de 4e cie opgedeeld over andere bataljons op Java. Het bataljon werd gelegerd bij 2-6 RI en 2-7 RI rond Salatiga. Op 9 april 1948 nam het bataljon het vak over van 2-6 RI met o.a. posten te Kopeng, Karangdoeren, Setoegoer, Dadapajam en Reksosari. Op 5 november werden drie posten overgedragen aan 411 BI en was het bataljon nog gelegerd te Dadapajam, Reksosari en Telogo.

Tijdens de 2e  politionele actie, op 19 december 1948, trok het bataljon over de weg op naar Djocjacarta. De pioniers daarentegen vlogen per Dakota met de commando's mee en voegden zich later weer bij het bataljon. Op 21 december trok het bataljon Djocjacarta binnen. De volgende dag kreeg het bataljon de opdracht om de opmars in te zetten naar Magelang dat reeds was bezet door Inf.V.KNIL. Vanaf 23 december nam het bataljon de bezetting van Magelang over. Op 24 en 25 december werden respectievelijk Temanggoeng  en Parakan bezet. Voor de actie "Zuid" werd het bataljon op 12 en 13 januari 1949 overgeplaatst naar Djocjacarta en Sentolo. Bij deze actie die startte op 18 januari werd het gebied ten zuiden van Djocjacarta gezuiverd. Na deze actie had het bataljon posten te Sentolo, Barongan, (de "hel van") Bantoel en te Karangsemoet maar die post werd al na drie weken ontruimd. Op 6 maart werd de Ost.cie van 5 GR Grenadiers aan het bataljon toegevoegd en gelegerd te Kota Gedeh. Later werden de Grenadiers verdeeld over het bataljon. Op 16 maart werden de posten Sentolo, Barongan en Bantoel overgedragen aan 5-RS.

Gert Lubbers (links) en Jan Groot Roesink. Foto: coll. Mart Hoogeveen.

 Het bataljon werd op 18 maart gelegerd in het "rayon Wonosari", waar het tot de ontruiming van Djocjacarta, op 29 juni 1949, gelegerd is geweest. Op 1 juli nam het bataljon het gebied rond Klaten over van Inf.I.KNIL en 4-9 RI. Ook hier werd het bataljon geen rust gegund. Nadat dit gebied gefaseerd aan de TNI was overgedragen werd het bataljon op 16 november verplaatst naar Koedoes. Op 18 december werd het bataljon gelegerd in Oengaran en op 13 maart 1950 afgelost door 425 BI. In Semarang werden de Grenadiers uit het bataljon gelicht en terug geplaatst naar het eigen bataljon. Op 20 maart werd het bataljon in afwachting van de repatriëring gelegerd in Buitenzorg. 

 De thuiskomst in Hengelo na twee en een halfjaar. Foto: J. Groot Roessink

De onderscheiding van Orde en Vrede	Jan en Hermien Groot Roessink bij de plaquette's van de omgekomen soldaten in Nederlands-Indië in het herdenkingspark Roermond.Foto Jan Groot Roessink

Deze plaquette, in het Nationaal Herdenkingspark Roermond, herdenkt de mannen van het 5de bataljon  5de Regiment Infanterie. 

Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over Jan Groot-Roessink uit Hengelo Gld is geschreven door Toon Roelofsen, op basis van een oral history-interview afgenomen door Toon Roelofsen in september 2019. Dit verhaal is geredigeerd door Kees Huntink.

Hieronder een link naar het interview.
https://www.youtube.com/watch?v=8WOShBoocqs&feature=youtu.be

De soldoatenkiste
Jan Groot Roessink en zijn familie voor hun huis. Foto J. Groot Roessink. B4 (Winkelsweg 3) 

Jan Groot Roessink liet samen met zijn vrouw Hermien het boerenleven uit Hengelo achter zich om weer af te reizen naar Nederlands-Indië.  Openhartig vertelt Jan over zijn ervaringen.

Jan en Hermien Groot Roesink aan trafel tijdens het vertellen van Jans verhaal in Nederlands-Indië tijdens het oral history-interview. Foto: Videostill

Jan Groot Roessink verteld over zijn periode van december 1947 tot mei 1950.

Op naar Indië

De inscheping.
We hebben alles achter ons gelaten. Tijdens de reis ben ik ook beginnen te genieten. Altijd over horen praten en over geleerd. En toch!
De volgende morgen de Krijtrotsen van Engeland. Ik ben niet zeeziek geweest, maar we hebben 28 dagen aan een stuk op de boot gezeten zonder dat we aan land zijn geweest. Toen waren we in Indië, waar we de eerste pisang hebben gegeten, geplukt zo van de boom. Weet ik ook nog. En je staat ook in een vreemd land. Je houdt elkaar de handen vast. In Tandjong Priok werden we weer afgemeerd. Dat is een voorhaven, zoals Hoek van Holland, van Indië.

Armoede

Een eind verder zagen we de armoede van Indië pas. Mensen in vodden of met helemaal niets aan. We hebben de eerste naakte mensen gezien. Jongens die ik al kende zijn kameraden voor het leven geworden. We hebben daar leren schieten en wennen aan de tropen. Het was echt een opleidingscentrum om ons klaar te maken voor het grote werk.

'Starten'

Toen op 17 december 1948 de actie begon met de vliegtuigen die naar Djokja gingen, om te bombarderen, ging ons peloton met pioniers ook mee om de bommen onschadelijk te maken. We zagen ze over komen en wij maar wachten. En toen,19 december kwam voor ons het verlossende bericht: Starten.

We kwamen in een zaaltje, de wachtposten waren uitgezet. En daar hebben we onze Kerstavond gevierd. Daar werd een toespraak gehouden en we hebben met elkaar gezongen: ‘Stille nacht, Heilige nacht.’ Met het geweer in de handen. En toen zei de commandant: "Mannen, we moeten verder. Maar denk erom: er wordt gekapt, er kunnen spaanders vallen.”

De straten veilig maken. Foto: Jan Groot Roessink

Gevechten

We kregen te maken met een hevige aanval. De mitrailleur stond naast me te blaffen en ik stond hier. Hij stond daar en de mitrailleur stopte ineens. En ik kijk achterom, ligt hij dood achter me. Dat was het einde van de gevechtshandelingen.

En toen kregen we een heel ander iets: Nu gaan we naar huis. Mijn hele leven is het mij bijgebleven, die dertig jongens van mijn bataljon, die daar gesneuveld zijn.

Advertentie geplaatst in De Reclame.

Gesneuvelde kamaraden. Foto: Jan Groot Roessink.

Jan Groot Roessink timmerde deze kist vlak voor vertrek naar Nederlands -Indië. Foto Toon Roelofsen

Kijken en luisteren met de ogen van toen

Maar ik vind wel tegenwoordig, als er over die tijd gepraat wordt, dat vind ik gewoon onsmakelijk. Want de mensen weten niet waarover ze praten. Ze kijken en luisteren met de ogen en oren van nu. Laat ze eens lezen over die tijd. Er zijn misstanden geweest, maar het was een land dat de moeite waard was om er te zijn. Misstanden waren er, maar we hebben meer goed gedaan dan slecht. Dat moeten ze allemaal goed weten: kijk met ogen van toen en luister ook met de oren van toen. Dan kun je een beter oordeel vellen.” 

Hieronder de legeronderdelen emblemen van Jan Groot Roessink  

Embleem van het 5de Regiment Infanterie		Embleem van de 3de devisie