www.oudhengelo.nl
Samenstelling, foto's en opmaak:  H.M. Somsen
Informatie:  Irma Kroesen-Engelen                                       



De Klepperman, dorpsomroeper en nachtwacht


De dorpsomroeper begon luidkeels en met veel kabaal met zijn aankondiging: Boeren, Burgers en Buitenlui. Hij was de brenger van het goede en het slechte nieuws. Het konden ook mededelingen zijn van het gemeentebestuur of reclameboodschappen. Wanneer er een noodslachting plaatsvond, ging de omroeper met bekken of bel door het dorp om te verkondigen dat er een extra pondje vlees te halen was bij het noodslachthuis.


Klepperman foto Gerard BretveldKlepperman Gerard Bretveld.

 

Omroepers waren al in de middeleeuwen actief. Zij waren een belangrijk communicatiemiddel in die tijd. De bevolking was eeuwenlang analfabeet, het nieuws werd mondeling verspreid. Het kon overal vandaan komen dus of alles waar was, is nog maar de vraag.

Rond 1800 was het met veiligheid slecht gesteld, reden om nachtwachten aan te stellen. De dorpsomroeper kreeg er een functie bij, die van nachtwachter. Later moest hij ook de lantaarns aansteken. In Hengelo werden in 1866 olielampen geplaatst. Die moesten ‘s avonds om 10.00 uur worden aangestoken en een paar uur later door Gerard Bretveld, nachtwacht, lantaarnopsteker en klepperman weer worden gedoofd.


Lantaarn opsteker De lantaarnopsteker.


De olielampen werden vervangen door petroleumlampen; daarvan waren er 13 in het dorp. Met ladder en petroleumbus ging Bretveld op pad om ze aan te steken. Een aantal jaren later ging het om 33 stuks. Hij was er druk mee.

De nachtwacht waarschuwde de veldwachter bij onraad en sloeg alarm bij de burgermeester en brandmeester als er brand was. In de kerstnacht wekte hij katholieke inwoners voor de nachtmis.

In de raadsvergadering van mei 1850 werd besloten dat er twee nachtwachten moesten worden aangesteld, een protestantse en een katholieke.

De klepperman liep met een klep rond. Een klep was een beukenhouten plankje met een klepper die door middel van een schanier rond kon worden gedraaid. Ook gebruikte hij een metalen bekken of een trom om aandacht te trekken van de bevolking.

Klepper tekening P1130190 Klepperman met gong
Tekening van een klepper. Klepperman met gong.


Gerard Bretveld werd op 1 juli 1910 nachtwacht, lantaarnopsteker en klepperman. Zijn salaris bedroeg ongeveer 50 gulden per jaar. Hij was overigens ook bieleman tijdens de kermisoptochten.
In 1923 kwam er in Hengelo elektrische straatverlichting; de functie van lantaarnopsteker kwam te vervallen. Bretveld werd in 1924 aangesteld als veldwachter in buitengewone dienst en deed dit tot 1946.

Antoon Kroesen en Gerard Bretveld staan nog op het netvlies van de oudere inwoners. Hun taak had, zeker na de Eerste Wereldoorlog, in het kader van veiligheid niet zo veel om het lijf. Elke avond moesten er petroleum lampen aangestoken worden wat lastig was tijdens wind. De petroleum lampen werden vervangen door benzinelampen. Met een ladder klom hij dan bij de lamp om hem aan te steken. Veel licht gaven de lampen niet, zij stonden o.a. bij Berendsen de kruidenier, dr. Meinders  en aan de Kervelseweg. Hengelo bezat vanaf 1922 elektrische straatverlichting, maar de oude lantaarns waren nog niet direct verdwenen.

Het salaris van de nachtwaker, lantaarnopsteker en dorpsomroeper was eerst 200 gulden voor 180 nachten lopen. De nachtwakers waren er voornamelijk om uit te kijken naar brand. Ter controle moesten ze klokjes opdraaien aan de buitenkant van het dorp: bij de boterfabriek, bij Van Soest (Jentha). Die leken op een oude griffeldoos. Zo kon men controleren dat de rondes volledig gelopen werden. Kennelijk zijn er wat nacht­wachten geweest die dat niet deden.

anthonius kroesenAntonius Kroesen


Als omroeper trok Kroesen met zijn bekken en hamer door het dorp om te verkondigen dat er uitponden was en een extra pondje vlees te halen was. Dat deed hij zo enthousiast dat hij de bekken kapot sloeg en die gerepareerd moest worden. Na de reparatie zat er geen klank meer in.

Kroesen ging ook rond voor verkopingen en veilingen.

Maar wat te doen als je nachts bij een fabrieksgebouw gekomen achter de donkere ruiten licht ziet flikkeren. Dan ga je onmiddellijk de veldwachter Berendsen uit bed halen, die onmiddellijk een cape omslaat en met Kroesen mee rent om klaarheid in deze zaak te krijgen. Dieven in de boterfabriek! Kroesen gaat met veldwachter Berendsen op onderzoek uit. Daarom klimt de veldwachter via een handkar, door Kroesen vast gehouden naar een bovenlicht, om van daar uit naar binnen te gaan. Het blijkt een controlelicht te zijn van een melkkoelmachine die telkens aan en uit gaat.

Zulke dingen gebeurden destijds.  Ook een reden om de nachtwaker beter te beveiligen.


Vergunning revolver en gummiestokVergunning om een revolver en een gummistok te dragen. Foto Irma Kroesen-Engelen.


Kroesen kreeg als nachtwaker in augustus 1924 een machtiging van de commissaris der Koningin om een gummistok en een revolver te dragen.

Bij het lopen van hun ronde liepen de nachtwakers op klompen, dat was voor een aantal mensen om wakker van te worden. De gemeenteraad besloot daarop om een maximum bedrag van dertig gulden per jaar uit te trekken voor schoeisel van de nachtwacht, mits de schoenen alleen tijdens diensturen worden gedragen.

Kroesen ging ook na de Tweede Wereldoorlog nog door, maar de romantiek verbleekte. ’s Nachts een rondje, overdag werken op de boerderij.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA         De Hengelose klepper in beheer bij de Oudheidkundige Vereniging Hengelo. Foto: K. Cornegoor

De veldwachters waren politieagenten geworden. Als een van de laatste gemeenten in Nederland werd in 1949 de nachtwacht in Hengelo afgeschaft.

Als Antoon Kroesen over vroeger aan het vertellen is, komt er aan zijn verhaal haast geen einde. Dan knijpt hij zijn felle ogen half dicht en terwijl zijn snor krult van genoegen haalt hij oude herinneringen op.

In 1949 stopte na 35 jaar zijn werkzame leven als nachtwaker en ging hij van het pensioen genieten. Groot was zijn salaris op het einde niet, slechts 400 gulden per jaar naast de opbrengst van zijn boerderijtje.

Antoon Kroesen *8-03-1884 te Hengelo Gld, getr. 7-07-1911 te Hengelo Gld., met Alberdina Hendrika Francisca Besselink is in 1971 op 87 jarige leeftijd verongelukt.


Het gedicht van de klepperman

Hieronymus van Alphen (1746-1803) schreef een kindergedicht over de klepperman waarin hij beschrijft hoe een kind rustig kan slapen terwijl de klepperman de wacht houdt:


Klepperman

Zou ik voor den klepper vreezen,         
O! die lieve brave man
Maakt, dat ik gerust kan wezen,
En ook veilig slapen kan.
Moeder lief ’k geloof het vast                                             
Dat hij op de dieven past.

Schoon hij loopt door wind en regen,
't Zingen wordt hij nimmer moe,
Goede God! geef hem Uw zegen,
Maar mijne oogjens vallen toe.
Lieve klepper! hou de wagt!

Ik ga slapen: goede nagt!