Hendrik te Winkel is er helemaal klaar mee (1683) 

www.oudhengelo.nl

Door Alice Garritsen

Mijn voorvader Hendrik te Winkel is een van de getuigen in de kwestie Henricus Rumpius, de zaak die Hengelo (Gld) vanaf 1683 een aantal jaren uit de slaap houdt. Met eigen ogen heeft hij gezien hoe deze Hengelose predikant een vrouw lastig valt. Zijn getuigenis wordt hem echter niet in dank afgenomen.

Hendriks achtergrond
Geboren in Ruurlo trouwt Hendrik, die dan nog Hendrik Teunissen genoemd wordt, in 1664 in Hengelo (Gld) met de weduwe Hendersken ter Stege. Ook zij is in Ruurlo geboren. Ze is blijven wonen op de boerderij die ze met haar overleden man Derk Wiemelink bestierde: Wiemelink, Hesselinkdijk 1 in de Hengelose buurtschap Noordink.
In die tijd kent men nog nauwelijks vaste familienamen. Vaak duidt men iemand aan met de naam van de boerderij waarop hij woont. Zo gaat Hendrik al snel nadat hij bij Hendersken ingetrokken is, door het leven als Hendrik Wiemelink. In 1676 zegt Hendrik de pacht van die boerderij op en verhuist met zijn gezin naar ‘t Winkel, Winkelsweg 1 in de buurtschap Dunsborg.
Daardoor heet hij niet lang daarna … Hendrik te Winkel.

Waarvan Hendrik getuige is
Het is 17 september 1683. Samen met een aantal andere mannen heeft Hendrik die dag voor de dominee een voorraad turf uit het Gooise veen opgehaald. Zo zal Henricus Rumpius er in de winter warmpjes bij zitten. Het is een dag hard werken, maar ’s avonds worden de mannen op de pastorie aan de Ruurloseweg (die ter hoogte van de huisnummers 28-30 stond) daarvoor rijkelijk onthaald. Er is ruim eten voorhanden, en wijn, bier en brandewijn in overvloed. Ook hun vrouwen mogen aanschuiven. Tot laat in de nacht is het een vrolijke boel.

Het begint al licht te worden als Hendrik te Winkel zich er eindelijk toe kan zetten om naar huis te gaan. Voordat hij vertrekt, wil hij eerst de predikant nog bedanken voor de genoeglijke avond. Hij kan Rumpius echter niet vinden. Maar na een tijdje ziet hij hem: buiten in de struiken bij de waterput, samen met Anneken Klein Lenderink. De dominee heeft zijn armen om haar heen geslagen en kust haar. Hendrik hoort haar roepen: ‘U bent onze pastoor, onze leraar, u behoort zulke dingen niet te doen’. Maar dat is voor Rumpius geen reden om te stoppen.
En Hendrik ziet daarna nog veel meer. Later zal hij hierover door Justitie meerdere keren worden ondervraagd.   

 
Waterput in het groen.


De reacties op zijn getuigenis
Anneken ontkent alles: ‘Als ik schuldig zou zijn aan wat de boeren hebben verklaard, dan zal ik mijn leven lang geen kind ter wereld brengen.’ Pikant detail: later zal blijken dat Anneken op dat moment zwanger was, of … door de predikant zwanger is geraakt, want acht maanden na de feestelijke avond ziet haar eerste kind het levenslicht.
Ook Annekens familie roert zich. Haar man Arend zegt dat Hendrik te Winkel ‘een onbezonnen verklaring’ over zijn vrouw heeft afgelegd. Haar schoonmoeder Trijne die op boerderij Grote Holte woont (Holterkampsweg 1, buurtschap 't Gooi), begint wild om zich heen te roepen dat Hendrik een mensenmoordenaar en een eerdief is, en dat hij de duivel achterna zal gaan. Dat maakt Hendrik zo kwaad dat hij een advocaat in de arm neemt en wegens laster een rechtszaak tegen haar begint.
Ook Henricus Rumpius zelf zit niet stil. Hij bedient zich van de methode ‘de aanval is de beste verdediging’, en stookt Annekens moeder Hilleken Klein Lenderink en zusje Berentien op om een oude koe uit de sloot te halen. Het leek nooit van belang, maar nu opeens verklaren beide vrouwen dat Hendrik te Winkel vijf jaar eerder, in de herfst van 1678, stenen achterover heeft gedrukt. Destijds had hij een partij stenen van de eigenaar van zijn boerderij gekregen om daarmee een schoorsteenpijp op zijn huis te zetten. Na de klus waren er nog zo’n driehonderd over.
‘Die stenen heeft hij in zijn stal onder het stro verborgen’, zo verklaart Hilleken. ‘Daarna heeft hij ze verkocht, het honderd voor veertien stuiver, en ze ‘s nachts terwijl zijn knecht sliep, op de stortkar geladen, en weggebracht. Hendrik heeft ons destijds te verstaan gegeven er met niemand over te praten. Lang heb ik me daaraan gehouden, maar de huidige aanvallen op onze dominee gaan me zo aan het hart, dat ik nu toch met dit verhaal naar buiten kom.’
En niet in het minst natuurlijk: ook de eer van dochter Anneken is in het geding.

Nog een rechtszaak
De stoom komt Hendrik te Winkel inmiddels uit de oren. Hij is er helemaal klaar mee. Na dat gescheld van Trijne op Grote Holte nu ook dit nog! Hij laat het er niet bij zitten en begint ook een rechtszaak tegen Hilleken en haar dochter Berentien.
‘Alsof ik stenen zou hebben ontvreemd’, roept Hendrik tijdens de zitting, ‘hoe durven ze zoiets te beweren over een eerlijk iemand als ik. Kunnen ze dat dan bewijzen?’

Als de vrouwen door de rechter worden ondervraagd, verklaren ze eerst dat ze beiden vasthouden aan hun eerdere getuigenis.
Maar dan maakt Berentien een enigszins terugtrekkende beweging door eraan toe te voegen dat ze niet zeker weet of die stenen wel
allemaal van de boerderij-eigenaar waren.  ‘We zijn op verzoek van de pastoor goedwillig naar dat verhoor gekomen, en weten beiden eigenlijk niets ten nadele van Hendriks goede naam en faam te zeggen. We kennen hem niet anders dan als een eerlijk man.’En zo kwam de aap uit de mouw.
De eigenaar van de boerderij zal later verklaren dat Hendrik de overgebleven stenen mocht houden. De uitkomst van beide rechtszaken kennen we niet.

Hof van Gelre, Arnhem (Jan de Beijer (1703-1780)


Nabuurschap
Hendrik en Hilleken zijn buren. Hun boerderijen Klein Lenderink (nu Wevershuis geheten, Winkelsweg 3) en ‘t Winkel liggen slechts zo’n 200 meter van elkaar. Zouden zij elkaar vanaf dat moment nog gegroet hebben? Elkaar geholpen hebben bij het oogsten of bij andere piekmomenten in een jaar, bij ziekte of overlijden, zoals het nabuurschap verlangt?
Voor Hendrik te Winkel is de zaak Rumpius nog niet voorbij. In 1687, vier jaar na het incident bij de pastorie, wordt hij nog een laatste keer door Justitie opgeroepen. Die keer moet hij helemaal naar Arnhem om er bij het Hof van Gelre zijn verklaring te herhalen. Het overspel van de predikant met Anneken wordt door dat Hof echter uiteindelijk niet in behandeling genomen. Dit wegens gebrek aan bewijs.

De complete kwestie Rumpius staat beschreven in mijn boek: Een beerput die geen doofpot werd.

Dit verhaal verscheen eerder in:
-          De Olde Kaste, tijdschrift van de Oudheidkundige Vereniging Hengelo (Gld) 2021-04
-          OTGB (Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek) 2022-01