Olde kaste voor 1700
Door Willy Hermans
Olde Kaste
Uit: Register op de leenen der bannerheerlijkheid Baer
In dit leenaktenboek vinden we een deel van de historie van de stendertmolen Olde Kaste terug. Vanaf 1465 worden de leenmannen en -vrouwen vermeld.
Die wyntmoelen tot Hengell op den Goy ten vijf marcken rechten, weert 's jairs omtrent 43 malder rogge, myt alinck dem wynt, gelegen in denselven kerspel, ten Zutphenschen rechten.
-
Gadert Kockert, 1465
-
Steven van Kerven, 24 april 1484. (Noot: Voor Van Kerven zien we ook Van Kervell, Van Kervenhem, Van Kervenheim en Van Carvenheim. Hieruit is ook de naam Kervel ontstaan. Voor de duidelijkheid wordt hier steeds Van Kervenheim aangehouden).
-
Otto van Kerven, 9 Augustus 1489
-
Geertruit van Kervell - die wyntmolen met allen toebehoer, door opdracht van Ott van Kervell, haar stiefzoon; hulder is Gijsbert van Branssenborch, 1491
-
Zweder van Kervenheim, 10 September 1515
-
Steven van Kervenhem, vermits doode van zijn vader Sweder van Kervenhem,
16 November 1544
Idem vernieuwt den eed, 15 April 1563
Gerhard van Kervenheim, 22 Juli 1611
Anna van Kervenheim, vermits doode van Bernhardt van Kervenheim, haar broeder; Vyth Christoffel van Munster tho der Lehmcuile is gemachtigde en hulder, 14 December 1641
Wyssa van Kervenheim, vermits doode van Anna van Kervenheim, haar zuster;
Vyth Christoffel van Munster is hulder, 16 Juli 1647
Anna Sibilla Vrydach, weduwe van Salomon van Keppel, als erfgenaam van Maria Louise Vrydach, 1/11 October 1673. Johan van Munster hulder.
Eadem verbindt dit leen voor eene schuld van 3300 gld. aan Staets Steenman en Anneken Slichtmans, echtelieden, eodem die.
idem voor eene schuld van 200 gld. aan Peter Greven en Aeltjen Aerts, echtelieden, 18/28 Dec. 1673
idem voor 800 gld. aan Herman Sluyter en Gerharda Verwitt, echtelieden,
28 April 1675
idem voor 10000 gld aan de broeders en zusters Van Sweten, 16 Juni 1676
Idem draagt dit leen onder zekere voorwaarden op aan haren zoon.
Diederick van Keppel, die daarmede weder beleend is, 30 November 1680
Henrick Steenman ten behoeve zijner moeder, weduwe van Staets Steenman, zich qualificeerende cessionaris van Peter Greven en diens vrouw, beleend,
9 April 1686
Jacob Grothe en Margaretha Pit, echtelieden, laten haar besloten testament approbeeren, 26 Juli 1740
Engelbert Tieleman Grothe, oudste zoon en erfgenaam van bovengenoemden, beleend, 5 April 1752
Johan Grothe, oudste broeder en leenvolger zijns broeders Engelbert Tieleman, beleend, 6 Februari 1773
Idem laat zijn besloten testament approbeeren, 25 November 1773.
Zo stond de molen dus vermeld in het 'Register op de leenen der bannerheerlijkheid Baer'. De molen die we kennen dateert van latere datum, uit 1659. Waarschijnlijk heeft de eerste molen bij 'De Muldersfluite' gestaan en is de molen later iets naar het noorden verplaatst. De Muldersfluite zelf was muldershuis en herberg. Hier vlakbij stond een kasteel of huis Dunsborg.
©w.j.m.hermans 2007